De allerbeste films!
Foto's ©Frédéric Noy / Cosmos

FYI.

This story is over 5 years old.

Film

De allerbeste films!

Een Oegandese filmmaker mikt op Hollywood met zijn lowbudget-actiefilms.

In 2011 zat Alan Hofmanis met een oude vriend in een café in New York te proberen zijn leven op orde te krijgen. Twee dagen eerder had zijn vriendin hem gedumpt, net nadat hij een verlovingsring voor haar had gekocht. De 41-jarige Hofmanis had zijn halve leven in de filmindustrie gewerkt, maar had nooit een rechtlijnig carrièrepad gevolgd. Hij had onder andere baantjes gehad op het gebied van cinematografie, art direction en geluidsmontage. Toen hij zeventien jaar was, sliep hij een tijdje in een metrostation in Queens, zodat hij stage kon lopen als personal assistant bij een tv-programma. Toen hij in de twintig was, reed hij naar het Adirondackgebergte en sliep hij een maand lang in zijn auto zodat hij mee kon doen aan het Lake Placid-filmfestival. Uiteindelijk ging hij zelf filmfestivals organiseren, maar hij voelde zich nooit helemaal op z'n plek. Nu was hij bijna vijftig en had hij geen carrièredoelen, weinig praktijkervaring met digitale filmtechnologie en geen relatie.

Advertentie

In een poging om Hofmanis op te vrolijken liet zijn vriend, een liefdadigheidswerker die een tijdje in Oeganda had gewoond, hem de trailer voor de film Who Killed Captain Alex zien op zijn telefoon. De film werd voor ongeveer tweehonderd dollar geproduceerd door Isaac Nabwana, de oprichter van Ramon Film Productions (RFP), het eerste actiefilmproductiebedrijf in Oeganda. Het is een totaal gestoorde film waarin een militie een gang van drugsdealers die zich de Tiger Maffia noemt te lijf gaat met mixed martial arts en een heel arsenaal aan automatische wapens en raketten. Wanneer een personage wordt neergeschoten spat het CGI-bloed ervan af.

De trailer van 'Who Killed Captain Alex'

Het deed Hofmanis denken aan Buster Keaton, maar dan in Afrika. "Als je een film ontleedt, vooral een film waar je verder niets over weet, dan zijn er twee dingen waar je op let," zei Hofmanis. "Wat proberen ze te doen, en hoe doen ze het? Vaak zie je iets dat heel gelikt maar ook oninteressant is. Waar je op hoopt is het tegenovergestelde." Nadat hij vijftig seconden van de trailer had gezien, besloot Hofmanis naar Oeganda te gaan. Hij had zestienduizend dollar gespaard voor zijn bruiloft en een huwelijksreis en had dankzij zijn baan als filmprogrammeur veel airmiles kunnen sparen. Diezelfde nacht kocht hij een ticket naar Kampala, de hoofdstad van Oeganda.

Op zijn eerste dag in Kamapala, een overvolle stad met zo'n 1,2 miljoen inwoners, liep Hofmanis over Owino Market, een grote, met parasols overdekte markt waar maar weinig toeristen komen. Zijn plan was om Nabwana te vinden, maar hij moest zich eerst oriënteren voordat hij aan zijn zoektocht kon beginnen. Hij had geen idee waar Nabwana woonde en wist niet eens zeker wat hij hoopte dat er zou gebeuren als hij hem vond. Plotseling zag hij tussen de menigte door een dvd-verkoper staan die een RFP-shirt droeg. Hij rende door de smalle gangpaden tussen de stalletjes om de mysterieuze vreemdeling te bereiken, die op zijn beurt zo schrok van de aanstormende mzungu (de lokale term voor een blanke westerling) dat hij de benen nam.

Advertentie

Hofmanis wist de man in een hoekje te drijven en nadat ze elkaar hadden gerustgesteld (dat de verkoper geen illegaal gekopieerde dvd's verkocht en dat Hofmanis geen Interpolagent was), gaf de verkoper toe dat hij wist waar Nabwana woonde. De twee stapten op een boda-boda, een motortaxi, en gingen op pad door het chaotische verkeer.

Hofmanis kwam bij Nadwana's huis aan, en riep door de open deur de zin die hij tijdens de motorrit had geoefend: "Hoi, ik heet Alan, ik kom uit New York en ik zou graag met je willen praten." Nabwana, een vriendelijke en rustige man van 38 groette hem met een nonchalante handdruk, alsof er elke dag mzungus bij hem op de stoep stonden. Het bleek dat er inderdaad al twee Franse documentairemakers bij hem op bezoek waren, die bezig waren met een film over Afrikaanse cinema. Terwijl de vier mannen ongemakkelijk over koetjes en kalfjes praatten in de studio, ergerde Hofmanis zich in stilte aan de Fransmannen, die de term 'inheemse film' meerdere keren gebruikten om het werk van Nabwana te beschrijven – alsof Captain Alex alleen interessant was als een antropologische voetnoot en niet gewoon als film.

Nadat de mannen waren vertrokken praatten Hofmanis en Nabwana over film. Hofmanis bestookte hem met vragen over zijn apparatuur, distributie, esthetiek en invloeden. Hofmanis was geschokt toen hij erachter kwam dat Nabwana al meer dan twintig films had gemaakt onder de naam van zijn productiebedrijf – en nog veel meer daarvoor. Hij besefte opeens dat RFP een volledige studio was.

Advertentie

Sinds de oprichting van RFP in 2005 zijn de films van Nabwana door honderdduizenden Afrikaanse kijkers bekeken. Hoewel de film niet beschikbaar is buiten Oeganda, heeft de youtubetrailer voor Who Killed Captain Alex al meer dan twee miljoen views. Om films te kunnen maken voor een groot publiek met een minuscuul budget, moet Nabwana vaak innovatief zijn. Voor zijn eerste tien actiefilms gebruikte hij bijvoorbeeld koeienbloed voor de special effects. Hij stapte pas over op kleurstoffen nadat zijn acteurs begonnen te klagen over buikpijn. Eén acteur liep 'brucellose' op, een nare zoönotische bacterie-infectie, en bracht een week in delirium door in het ziekenhuis. Voor de film Bad Black verzamelden Nabwana en zijn crew bloederige verbanden en gebruikte naalden bij een lokale kliniek.

De twee mannen praatten meer dan vijf uur met elkaar. Nabwana vertelde Hofmanis dat hij in de toekomst een film wilde maken waarin president Obama naar Oeganda komt en wordt gekidnapt door kannibalen. Het thema paste bij de rest van het oeuvre van RFP, maar het project liet ook de groeiende ambities van Nabwana zien: er waren echte helikopters voornodig, terwijl het uurtarief van een helikopter hoger is dan het totale budget van een hele RFP-film. "Weet je," zei Hofmanis, "Coppola had ook problemen met z'n helikopters in Apocalypse Now." Nabwana glimlachte en vroeg: "Wie is Coppola?"

In november zocht ik Nabwana op in Oeganda. Door het midden van Wakaliga, de buurt in Kampala waar hij woont en werkt, loopt de Sir Albert Cook Road, een drukke weg waar altijd een file van bestelbusjes, vrachtwagens en boda-boda's staat. Overal stinkt het naar diesel. Op het kleine zijweggetje dat naar RFP leidt, maakt de stank van uitlaatgassen plaats voor de geur van krottenwijk: rook, riool en afval. Een open riool dat parallel aan de weg loopt, splitst zich in kleinere aftakkingen die door de hele buurt lopen – en die je soms moet oversteken via een paar gammele planken.

Advertentie

De studio van Nabwana staat op een van de laagste plekken van Wakaliga en stroomt daardoor vaak over. Nabwana bouwde het huis zelf van bakstenen die hij met de hand bakte (hij erfde het land waar het huis op staat van zijn opa). Vlakbij de achterdeur staat een buitenkeuken. Nabwana en zijn vrouw Harriet delen hun slaapkamer met hun drie jongste kinderen. De overige kamers worden bezet door hun schoonfamilie en huurders, die de wc met hen delen. Er is geen stromend water in het huis. Op een klein stukje land naast het huis stond een repetitieruimte, een opnamestudio, vier achterkamertjes voor huurders en een klein hutje waar schroot wordt verkocht. Daartegenover is de vuilstort, waar dode dieren, vieze luiers en medisch afval liggen te rotten in de zon. In de verte is Mutundwe Hill te zien, een rijke buurt waar een Oegandese prins schijnt te wonen. In die buurt is altijd elektriciteit, maar in Wakaliga zijn vaak stroomstoringen.

Nabwana begroette me voor zijn huis, een bakstenen bungalow die dezelfde bruine kleur had als de aarde eromheen. Achter zijn getrimde baard schuilde een jongensachtig gezicht en door zijn zware oogleden zag hij er vermoeid uit. Nadat ik een paar minuten naar hem geluisterd had, begreep ik echter dat hij barstte van het zelfvertrouwen en optimisme. Zelfs zijn kleding liet zien dat dit een man is die niet bang was om zichzelf te promoten. In de tijd dat ik in Oeganda was, trok Nabwana elke ochtend een schoon blauw met wit RFP-poloshirt aan. De slogan van zijn studio, 'The Best of the Best Movies!', was een perfecte afspiegeling van zijn vrolijke zelfvertrouwen.

Advertentie

We stapten zijn huis binnen om aan de brandende zon te ontsnappen. Er was al vier dagen geen elektriciteit in de buurt en het duurde even voordat mijn ogen aan het donker waren gewend. Nabwana weigerde zich druk te maken om de stroomstoring."Er zijn andere uitdagingen," vertelde hij. "Het elektriciteitsnet wordt steeds stabieler. Soms hebben we wel een week lang stroom!" Zijn studio was een zooitje. Er stonden een paar uitgezakte banken die volledig schuil gingen onder stapels computeronderdelen, kleding, kapotte apparatuur en allerlei spullen die ooit als rekwisieten waren gebruikt. Er was maar net genoeg ruimte voor zijn Acer-computer. De ramen van het huis hadden getralied glas en Nabwana sliep altijd met zijn videocamera en computerprocessor onder zijn bed. "Overdag zijn er geen problemen. 's Nachts wel."

Op een stapel papier naast de computer lag een speelgoedmachinegeweer. Het was een cadeautje van een vreemde; mensen kwamen vaak bij de studio langs om speelgoedgeweren af te geven, zodat die in z'n films gebruikt konden worden. In de studio stond een kist vol nepwapens – gedeukt en afgebladderd door jarenlang gebruik in actiescènes. "Het ziet er realistischer uit als de wapens zwaarder zijn," zei Nabwana toen ik vroeg waarom hij nu vaak metalen wapens gebruikt. "Als ze te licht zijn, dan werkt het niet. Daarom gebruiken we de plastic geweren niet meer. We kopen ze alleen zodat we de modellen kunnen gebruiken om er mallen van te maken." De studio maakt zelf metalen replica's van die speelgoedmallen. Nabwana deed de terugslag van een zwaar wapen na. Dat soort bewegingen zijn een stuk makkelijker te imiteren als je een zwaar wapen in je handen hebt, in plaats van een plastic neppistooltje.

Advertentie

Nabwana groeide op tijdens het brute en bloederige regime van Idi Amin, waarbij van 1971 tot 1979 tussen de honderdduizend en vijfhonderdduizend Oegandezen werden vermoord. Toen de Britse overheid alle banden met de dictator verbrak, voegde hij de afkorting CBE (Conqueror of the British Empire) toe aan zijn titel. Later kreeg hij de bijnaam 'de slachter van Afrika'. Toch ging het grootste deel van dit geweld aan Nabwana voorbij. Nabwana zag vooral geweld en oorlog op televisie. Als kind keek hij 's avonds meestal naar Hawaii Five-0 en Logan's Run. Als tiener tekende hij vaak Chuck Norris – die hij alleen van een muurschildering kende – die samen met beroemde Oegandezen ten strijde trok. De eerste film die hem echt aansprak was Wild Geese, een Britse actie-/avonturenfilm uit 1978 over huursoldaten in Centraal-Afrika. Hij had de film niet gezien, legt Nabwana uit, maar zijn broers wel, en die vertelden keer op keer het plot voor hem na. De film was een verhaaltje voor het slapen gaan voor Nabwana.

Nadat Amin in 1979 werd afgezet, werden er 's avonds geen Amerikaanse series meer op tv uitgezonden. In plaats daarvan eindigde elke televisiedag met een speech van Milton Obote, die acht jaar eerder door een staatsgreep van Amin was afgezet. Obote's tweede regeringsperiode werd overschaduwd door Yoweri Museveni, de huidige president van Oeganda die vijf jaar lang een bloederige burgeroorlog voerde tegen Obote's schrikbewind. Nabwana's familie bleef direct geweld bespaard, maar zijn opa werd er wel van beschuldigd dat hij de rebellen steunde en de familie ging bijna failliet. Nabwana moest zelf werken om zijn schoolgeld te betalen. In die magere jaren zag hij hoe overheidssoldaten door Kampala patrouilleerden en vrolijk voor elkaar poseerden alsof ze Arnold Schwarzenegger waren, maar dan met echte wapens.

Advertentie

Nabwana zag zichzelf altijd al als een kunstenaar en de filmindustrie in gaan was voor hem een logische stap. Door de financiële problemen in zijn tienerjaren was hij enorm zelfstandig geworden en hij bleek aanleg te hebben voor praktische vaardigheden als lassen en metselen. Nadat hij was getrouwd en zijn eerste kind had gekregen, begon hij film als een artistieke en financiële buitenkans te zien. Er was geen groot eurekamoment, Nabwana wist gewoon dat hij alles in huis had om een goede regisseur te zijn en dat er een gat in de markt was voor originele Oegandese cinema – vooral actie- en horrorfilms die buiten de gebaande paden van het Nigeriaanse Nollywood traden. "Ik zeg het je," zei Nabwana, "elke Oegandees wil in een actiefilm spelen."

Toen hij 33 jaar oud was, schreef hij zich in voor een zes maanden durende computercursus. Omdat hij wist dat hij alleen genoeg geld had voor één maand, volgde Nabwana zoveel mogelijk vakken en werkte hij zoveel mogelijk studieboeken door. Nadat de maand voorbij was, studeerde hij in zijn eentje verder met behulp van online videotutorials. Hij kocht moederborden, processoren en systeemkasten en leerde zichzelf hoe je computers bouwt en een greenscreen gebruikt. De jaren daarna hielp Nabwana bij het produceren en filmen van muziekvideo's. In 2009 besloot hij dat hij niet langer kon wachten om zijn eerste echte actiefilm te maken. Via-via sprokkelde hij acteurs bij elkaar om het script dat hij in zijn hoofd had te casten. Het nieuws over de productie verspreidde zich snel – niet alleen in Kampala, maar ook in verder gelegen dorpjes en steden en onder verschillende stammen.

Advertentie

Voor Who Killed Captain Alex moesten de acteurs hun eigen kostuums regelen. Ze kochten hun pakken op marktjes of leenden ze van vrienden. Nabwana moest constant improviseren; zo gebruikte hij muurverf als alcoholische drankjes in een barscène en maakte hij van een oude autokrik een statief voor zijn videocamera. Als hij niet genoeg mensen voor een groepscène had, zette hij een van de acteurs een masker op en gebruikte hij dezelfde persoon weer in een ander shot. Mensen werden vaak zenuwachtig als ze zijn acteurs met nepwapens in de weer zagen en Nabwana leerde om snel te werken als hij op locatie schoot. De hele film werd in januari 2010 gefilmd en gemonteerd.

Het geweld in Captain Alex is, net als in de rest van Nabwana's films, grappig bedoeld. Elke westerse kijker zou dat in een paar minuten moeten kunnen zien. Hoewel hij af en toe de militaire taferelen nabootst die hij als tiener zag, zijn z'n eigen invloeden vooral cineastisch: westerse actiefilms en oosterse vechtsporten. De meeste Oegandese kijkers zouden referenties naar Obote toch niet begrijpen. De gemiddelde leeftijd in Oeganda is 15,5 jaar en Nabwana richt zich specifiek op jongere kijkers. De meeste Oegandezen groeiden op lang na het geweld van Idi Amin en de burgeroorlog. Dat er vóór Captain Alex nog nooit een Oegandese actiefilm was gemaakt, had vooral te maken met de hoge kosten die erbij komen kijken, niet met de behoefte om oude trauma's te vergeten.

Advertentie

Toen ik ze opzocht waren Nabwana en Hofmanis bezig om een geremasterde Engelstalige versie van Who Killed Captain Alex te maken, die samen zou vallen met een Kickstarter-campagne die hen de broodnodige investeringen zou moeten opleveren. Het doel van de campagne zou maar 160 dollar zijn – net genoeg geld om Nabwana's volgende grote project Tebaatusasula: Ebola te produceren. Maar dat lage bedrag was zowel een slimme publiciteitsstunt als een startpunt voor, zo hoopten ze, een veel groter bedrag (voor 265.000 dollar zouden ze land, apparatuur, wagens en de middelen om te kunnen werken kunnen kopen). Het was allemaal onderdeel van Nabwana's ambitie om RFP van een relatief klein bedrijf te veranderen in een wereldspeler, met Hofmanis als de Amerikaanse ambassadeur van het bedrijf.

Een week later zaten we nog steeds zonder stroom. Nabwana was geen steek verder gekomen met de montage van Captain Alex. Door de hevige regenval stonden de straten rond RFP onder water en waren ze niet te onderscheiden van de rioolgreppels. Ik was naar Oeganda gekomen om de studio in actie te zien, maar werd in plaats daarvan getrakteerd op een standaard huishoudelijk tafereeltje: kinderen die speelden, een moeder die ze op hun kop gaf en een vader die binnen zat te lezen. "Als we elektriciteit hebben, voelen we ons onoverwinnelijk," vertelde Hofmanis me toen ik met hem in zijn slaapkamer zat, een van de achterkamertjes van Nabwana's huis. De kamer was donker zonder verlichting en rook als de gevangeniscel van een man die al lang niet meer in bad is geweest. 's Nachts liepen de ratten over de houten balken aan het plafond. Hofmanis is achttien kilo afgevallen sinds hij drie jaar geleden voor het eerst naar Oeganda kwam. Zijn haar staat alle kanten op, zijn kleding is gekreukt en gescheurd, en hij ziet eruit als een man die na een schipbreuk op een onbewoond eiland is gestrand. De dronkenlappen die in Wakaliga op straat rondhangen hebben wel eens commentaar op zijn slordige voorkomen. Hij heeft het limiet op al zijn creditcards bereikt en zijn spaargeld is allang op. Toen ik er was had hij niet eens genoeg geld om een fles cola te kopen.

Advertentie

Nadat hij zijn laptop had opgeladen bij een kapsalon in de buurt, liet hij me zien waar hij de afgelopen weken aan had gewerkt: het toevoegen van een zogenaamde VJ-track aan de Engelstalige versie van Who Killed Captain Alex. VJ staat voor 'video jokers', een concept dat ontstond in de filmschuurtjes van Oeganda waar mensen verzamelen om films en voetbal te kijken op middelgrote tv's. In veel van de schuurtjes staat naast het scherm een video joker met een microfoon die over de buitenlandse films heen praat. De VJ is een vertaler, mc, grappenmaker, hypeman en gids in één. Hofmanis vergelijkt VJ-tracks met de titelkaartjes die een eeuw geleden in stomme films werden gebruikt. De video joker voor Captain Alex is Emmie Bbatte. Zijn track overstemt de audio van de film als een geschifte audiocommentaartrack van de regisseur. Hij moedigt de personages (en tegelijkertijd de kijker) aan, vervloekt ze en smeekt met ze. Tijdens saaie scènes roept Bbatte: "De actie komt zo, dat beloof ik!", "Wat een film!" en "Verwacht nu het onverwachte!" Wanneer de film op stoom komt, roep hij triomfantelijk: "Krijger! Soldaat! Deze film is aan! Film! Film! Film!" Soms grinnikt hij, of kreunt hij als een verbolgen James Brown. Het is net Mystery ScienceTheater 3000, maar dan gepresenteerd door een man die klinkt alsof hij een paar pillen achter z'n kiezen heeft.

Na vijf minuten begint Bbatte de innerlijke dialogen van de verschillende personages op te voeren. Nadat hij een grapje maakt over een journaliste die een politieagent probeert te versieren, zegt Bbatte in zijn politiestem: "Eh, ik val op mannen." Hofmanis vertelt dat hij heeft overwogen om het grapje eruit te knippen. Toen ik in Oeganda was, werd er een nieuw wetsvoorstel gepresenteerd dat elke "promotie van onnatuurlijke seksuele praktijken" strafbaar zou maken. Zou Bbatte's grapje worden gezien als promotie van homoseksualiteit? Het grapje kon niet alleen in Oeganda, maar ook buiten de landsgrenzen voor problemen zorgen: buiten Oeganda kon de grap worden gezien als homofoob.

Advertentie

Hofmanis was geschokt toen Captain Alex door verschillende Amerikaanse filmfestivals werd afgekeurd. Hij had zelf geholpen de aanmeldingen in te dienen. Achteraf dacht hij dat het misschien kwam omdat de wereld erg sceptisch is ten opzichte van Oeganda, vanwege de anti-homocultuur die in het land heerst. Het hielp ook niet dat de film niet voldeed aan het standaardbeeld van "Afrikaanse armoedefilms". Hofmanis herinnert zich dat een festivalprogrammeur hem had geadviseerd om een tweede Bicycle Thief te maken.

Gedurende mijn bezoek vond ik het moeilijk om te definiëren wat de rol van Hofmanis bij RFP precies is. Net als Nabwana vervult hij verschillende functies. Soms is hij de brug naar het Westen; op andere momenten is hij duidelijk Nabwana's leerling. Nabwana begint zijn zinnen vaak met "Ik vertel het je;" Hofmanis zegt steeds: "Ik zeg het je." Nabwana heeft waarschijnlijk geen grotere fan dan Hofmanis. Hij is bevlogen en komt over als een mengelmoes van westerse stereotypes: hij ziet er misschien uit als een liefdadigheidswerker, maar als je hem hoort praten is Hofmanis vooral een zendeling.

Hofmanis heeft de afgelopen twee jaar zes keer heen en weer gereisd tussen New York en Kampala. Tijdens een van die tripjes zat hij in een koffietent op zijn laptop te werken en raakte hij aan de praat met een jonge student, die een boek aan het lezen was over de geschiedenis van Afrika. "Wil je wat Afrikaanse geschiedenis zien?" vroeg Hofmanis aan het meisje, en hij liet haar de trailer van Captain Alex op zijn laptop zien. De student bekeek de video en vroeg: "Hoe kan jij 's nachts slapen?" Ze impliceerde daarmee dat de trailer geweld in Afrika verheerlijkte. Hoewel er in alle vijf buurlanden een hoop massamoorden, geweld en oorlogen hebben plaatsgevonden (waaronder twee genocides), is Oeganda sinds 1986 een stabiele en goed functionerende samenleving. Zelfs de slachtpartijen van Joseph Kony en zijn kindsoldaten bleven beperkt tot afgelegen noordelijke dorpjes. Bijna alle acteurs in de films van Nabwana zijn opgegroeid in een seculiere maatschappij waarin niet geweld maar de economie het grootste probleem was. Dit is misschien waarom RFP-films zo populair zijn: het land kan lachen om geweld, omdat geweld voor het eerst in de recente geschiedenis van Oeganda ver weg is.

Advertentie

De elektriciteit kwam uiteindelijk weer terug, al leek niemand te geloven dat dat zo zou blijven. Ik zat voor het huis en praatte met Harriet, de echtgenote van Nabwana, over distributie. Hoewel haar echtgenoot een soort van vermoeide vastberadenheid uitstraalde, leek Harriet weinig moeite te hebben met de uitdagingen van Wakaliga. Elke keer dat ik haar zag, was ze elegant gekleed en lachte ze veel en graag. Naast het opvoeden van drie kinderen en de montageklussen die ze voor anderen doet, houdt Harriet de boekhouding en administratie bij.

Net als vrijwel alle andere aspecten van Nabwana's manier van film maken, wordt de distributie van RFP door hen zelf gedaan. Geen enkele bioscoop heeft ooit hun films vertoond. De acteurs zorgen zelf voor de distributie, door de dvd's op straat te verkopen en de winst te delen met de studio. De dvd's kosten tussen de tweeduizend en drieduizend shillings (tussen de 65 cent en een euro), afhankelijk van waar en aan wie ze worden verkocht. De winstmarge is ongeveer veertien cent per dvd. Als er van een film tienduizend exemplaren worden verkocht, verdient de studio vijftienhonderd dollar. Van Rescue Team, een film uit 2011, werden in de eerste maand al achtduizend exemplaren verkocht en van Who Killed Captain Alex zijn tot nu toe meer dan tienduizend dvd's verkocht (bovendien zijn er tien keer zo veel illegale kopieën in omloop). De opbrengsten hiervan moeten echter ook de kosten dekken als er meer dvd's worden gebrand dan verkocht, plus alle kosten van de opnames.

Advertentie

Nabwana wil graag draagbare dvd-spelers voor al zijn verkopers kopen, zodat ze aan potentiële klanten kunnen laten zien wat ze verkopen. Maar daar is niet genoeg geld voor. De studio betaalt ook de reiskosten voor verkopers die "het land intrekken", oftewel richting het westen of het oosten, maar niet naar het noorden (in het noorden van Oeganda spreekt men Swahili en Nabwana's acteurs spreken Luganda). Deze verkopers blijven meestal een week weg en verkopen hun dvd's van deur-tot-deur. Het aandeel van RFP maken ze over met Mobile Money, een telefonische bankservice. Harriet houdt de voorraad bij en brandt meer cd's als dat nodig is. (Film)piraterij is een groot probleem in Oeganda, waardoor RFP maar een week heeft om z'n films te verkopen. Daarna kunnen klanten goedkoper een illegale kopie krijgen en zakt de verkoop in.

Onlangs verschenen er exemplaren van grotere westerse en Nigeriaanse films op de markt die voor vijfhonderd shillings (ongeveer zestien eurocent) werden verkocht. Waar die vandaan kwamen was een raadsel: blanco dvd's kosten achthonderd shillings, en de dvd-verkopers kopen niet op zo'n grote schaal lege cd's in dat ze een enorme kortingen krijgen – net als alle andere straatverkopers in Oeganda zijn ze afhankelijk van kleine winstmarges. RFP had wel een theorie: lokale liefdadigheidsorganisaties hadden samengewerkt met de dvd-verkopers en geld betaald om illegale dvd's te laten maken, waarop ook een kort voorlichtingsfilmpje over aids stond. Op sommige plekken bleken mensen geen behoefte te hebben aan de films van RFP. In Tororo, een dorp in het oosten van Oeganda, zagen de Swahili sprekende inwoners het niet zitten om zeventig cent te betalen voor een film in Luganda. In een ander oostelijk dorpje werden de RFP-verkopers zelfs het dorp uit gejaagd door een woedende menigte. De dorpsbewoners zaten al meer dan een maand zonder stroom.

Hoewel er weer stroom was, maakte het slechte weer het de volgende paar dagen onmogelijk om te filmen. Veel van de cast- en crewleden moesten van ver komen, endoor de hevige regenbuien lag het verkeer in de omgeving plat. Dit was niet een heel groot probleem, omdat Nabwana vooral bezig was met de dingen die hij moest doen voor zijn Kickstarter-campagne, en de scènes die ze wilden schieten bedoeld waren voor een promotievideo, niet voor een film.

Ik zat met hem in zijn studio, terwijl hij naar zijn computerscherm staarde en een uiteenspattende voorruit verfijnde met wat CGI-effecten. De voorruit was een minuscuul detail in het nieuwe logo-filmpje voor RFP. In het filmpje worden Oegandese commando's met een helikopter op Times Square gedropt. De helikopter vuurt daarna een raket af die het wereldberoemde eetcafé Katz's Delicatessen (dat vijf kilometer van Times Square ligt) volledig verwoest. Hofmanis had me verteld dat dit een van de weinige high-res foto's was die hij had kunnen vinden van Manhattan waar geen daadwerkelijke terroristische doelwitten op stonden. Het was ook, vermoed ik, een passende manier om afscheid te nemen van zijn oude leven in die wijk.

De vernietiging van het eetcafé ziet er nog best realistisch uit. Veel van de special effects die Nabwana in elkaar flanst, vooral die van explosies, doen niet onder voor wat je te zien krijgt in een gemiddelde tv-serie op SyFy channel. Zijn special effects zijn zelfs zo overtuigend dat Nabwana soms wordt gebeld door buurtbewoners die hem ervan beschuldigden een tovenaar te zijn. Nabwana was bezig met het bewerken van de helikopterscène, toen er een kind zachtjes snikkend binnenkwam, wachtend tot haar vader zich zou omdraaien voordat ze echt in huilen uitbarstte. Nabwana is eraan gewend om te werken met dit soort afleidingen. Zijn studio heeft geen deur en de voordeur van het huis staat altijd open. Ooit was er een kip zijn studio ingelopen, die vervolgens een ei had gelegd op zijn stoel. Hij leek zich niet te storen aan dit soort onderbrekingen. "Monteren kan monotoon werk zijn," zei hij lachend.

De dagen daarna leek Hofmanis met iedere minuut jaren ouder te worden. Hij werkte hele nachten door aan de audiosporen van Captain Alex – de final cut van de film die hem naar Afrika had gebracht – en liep elke keer weer tegen een nieuw probleem aan. Moest de VJ-track gewoon abrupt beginnen, of was een fade-in beter? Was het lettertype van de intro wel goed? Hofmanis wist niet eens zeker of zijn naam wel op de aftiteling moest staan, omdat hij de status van de film als volledig Oegandees niet wilde bezoedelen. De deadline die de mannen hadden gesteld voor hun ambitieuze Kickstarter-campagne was nog meer dan twee weken weg, maar door de constante stroomstoringen leek het steeds minder waarschijnlijk dat ze hem zouden gaan halen.

Tijdens een van z'n pauzes spraken Hofmanis en ik over de vele obstakels die de studio zou moeten overwinnen als de Kickstarter een succes werd. Als Nabwana ooit echte investeerders had, hoe zou hij dan omgaan met deadlines, of het verliezen van de volledige creatieve controle? Zijn films waren gemaakt voor een stedelijk Oegandees publiek. Wat zouden buitenlandse kijkers van de films vinden? Wat de uitkomst ook zou zijn, de Kickstarter-campagne zou de druk flink opvoeren in de studio. Iedereen zou weten hoeveel geld er was opgehaald. Wanneer dit bedrag door de geruchtenmachine van de krottenwijk werd gehaald, zouden er nog een paar nullen aan vast worden geplakt. Nabwana en zijn familie zouden interessante doelwitten worden voor criminelen. De armlastige studio hoeft zich nu nog geen zorgen te maken over criminaliteit. Maar als de studio zoveel geld binnenhaalt als ze hopen en ze een stuk grond kopen buiten Wakaliga en een echte studio bouwen, hoe moeten ze dat dan beveiligen?

Er zijn nog meer ontmoedigende feiten. Nabwana is 42, terwijl de gemiddelde levensverwachting in Oeganda 58 jaar is. Hij lijkt gezond, en zijn oma (aan wie hij Captain Alex heeft opgedragen) is al in de negentig. Maar in een land waar mannen van middelbare leeftijd geen prostaatonderzoeken of cholesterolchecks krijgen, is het niet realistisch om te verwachten dat hij nog decennialang films kan blijven maken. Is er iemand die RFP over zou kunnen nemen als Nabwana het rustiger aan gaat doen of helemaal met pensioen gaat? Hoewel Hofmanis wel denkt dat hij de rest van zijn leven bij RFP zal blijven werken, zal hij niet zo snel een Oegandese film gaan regisseren. Zelfs als hij Luganda leerde zou hij altijd een mzungu, een buitenstaander, blijven.

Op zondag was er weer stroom en was de lucht stralend blauw. Ik werd gevraagd om een sterfscène te doen voor de promovideo. Aan de zijmuur van Nabwana's huis hing een groot groen doek, dat een paar meter over de grond liep en waaronder kussens lagen om de val te dempen. Een jongetje uit de buurt deed een radslag op het groene doek en liet een paar modderige voetafdrukken achter. Vijf minuten later zag hij de vlekken en gaf hij zijn vriendje de schuld. In de verte donderde het en ik maakte me klaar om te sterven. Toen het zover was, deed ik m'n best om met flair ten onder te gaan.

Na een paar takes werd me gevraagd of ik ook iemand anders wilde vermoorden. Ik voelde me ietwat ongemakkelijk, maar blijkbaar was ik de enige die het een ongelukkig idee vond om als blanke Amerikaan een ongewapende zwarte Afrikaan neer te maaien. Ik kreeg 'Maria' in m'n handen gedrukt – een zwaar machinegeweer dat gebaseerd is op het wapen in Predator – en schoot mijn vriend Apollo neer. Ze hadden nog een bloederige dood nodig, deze keer met een 'squid', een klein verfbommetje dat gebruikt wordt om kogelwonden te simuleren. Nabwana is vaste klant bij het lokale Rode Kruis, waar hij gratis condooms ophaalt (en wordt bedankt voor zijn inzet om condoomgebruik te promoten in de krottenwijk). Hij vult ze met rode kleurstof, knoopt er een vislijn aan vast, en plakt ze op de borst van zijn acteurs in sterfscènes. Nabwana riep: "Actie!"

Ik werd neergeschoten, iemand trok aan de lijn en de bloedbom spatte uiteen in een wolk van felgekleurde, plakkerige druppels. Iedereen lachte en applaudisseerde. Iemand merkte op dat het misschien niet zo'n goed idee was om een met bloed doordrenkt t-shirt in m'n koffer te hebben, wanneer ik terugvloog naar huis.