Deze Syrische vluchtelingen in Oranje willen graag Nederlander worden
Mohamed en Hazam voor de ingang van het centrum. Het jongetje rechts heet Waeel en wilde ook graag op de foto.

FYI.

This story is over 5 years old.

nieuws

Deze Syrische vluchtelingen in Oranje willen graag Nederlander worden

Oranje is een dorpje met 140 bewoners, waar 1400 vluchtelingen in een pretpark worden ondergebracht. De oorspronkelijke bewoners klaagden daarover, wat een Oud-Hollandse mediahype opleverde. We besloten de vluchtelingen zelf op te zoeken.

Het gehucht Oranje kreeg kort geleden ongeveer evenveel media over de vloer als dat het inwoners heeft. Het dorpje ligt midden in een prachtig stuk van Nederland, op de grens tussen Friesland en Drenthe, en telt 140 zielen, verspreid over ongeveer vijftig huizen. Het middelpunt van het dorp is een oude aardappelmeelfabriek, die in 1985 door ondernemer Hennie van der Most werd omgebouwd tot een attractiepark.

Advertentie

Het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) wil nu graag 1400 vluchtelingen plaatsen in het bijbehorende 'pipodorp' - het vakantiepark dat aan de veredelde speeltuin vastzit. Het nieuws lekte uit voordat de bewoners van het dorp erover gehoord hadden, en een week later liepen de eerste vluchtelingen door het dorp heen.

Het leidde direct tot koppen als "Asielzoekers in pretpark maken buurtbewoners het leven zuur" en "Oranje wil snel oplossing overlast vluchtelingen". De vluchtelingen leken ongure types die het op de lokale bevolking gemunt hadden, de bewoners leken onverdraagzame boeren. We besloten zelf maar te gaan kijken.

Bij de ingang van het park spraken we Mohamed (28) en Hazam (25), twee Syriërs die begin augustus zijn gevlucht voor de oorlog. Ze betaalden mensensmokkelaars zo'n zesduizend euro om hen met vijfhonderd andere vluchtelingen op een bootje naar Europa te brengen. Hij laat ons de foto's zien. Tien dagen lang zitten en wachten, en maar hopen dat je niet zinkt en ooit je vrouw, kind en vrienden weer eens ziet. Na tien dagen op zee gingen ze uiteindelijk via Italië naar Nederland.

Hazam moest lachen: "We noemen Mohamed 'de Hollander'. Van binnen is hij al Nederlands. Hij is nu al gek op dit land." Maar Mohamed komt pas echt tot rust als hij zijn vrouw en jonge zoontje ook hierheen kan halen, zegt hij. Want beide jongen hebben hun familie en gezin moeten achterlaten. Hun wijk lag op de frontlinie tussen rebellen en het regeringsleger. "Assad geeft er niet om waar de bommen terecht komen, of het nou op een rebel is of op een gezin," aldus Hazam.

Advertentie

De oude aardappelmeelfabriek midden in het dorp. Omgebouwd tot overdekte speeltuin.

Samen met de huizen werden ook hun banen weggevaagd. Mohamed werkte als stedenbouwkundige en Hazam had een baan in de toerisme-industrie. "Het is wel ironisch dat we nu in een vakantiepark terecht zijn gekomen," zegt hij.

Ze zijn allebei bezig met een cursus Nederlands en hopen hun kennis in Nederland toe te kunnen passen. Hazam wil geschiedenis gaan studeren en Mohamed wil Nederlandse certificaten halen om verder te kunnen in de stedenbouw. Op dit moment werken ze in de wasserette van het vakantiepark. Hazam legt uit: "We willen ons leven weer oppakken. 's Ochtends vroeg opstaan, naar ons werk gaan en een normaal leven hebben, zoals elk mens. Natuurlijk hopen we dat we verder kunnen in het veld waarin we gestudeerd hebben, maar op dit moment maakt het ons niet uit."

Hazam en Mohammed vinden Nederland allebei hun eindbestemming: "Dit is ons nieuwe thuis."

Staat iedereen er zo in? We namen contact op met Annemiek Bots van Stiching Vluchtelingenwerk. Zij helpen vluchtelingen aan de lopende band met hun procedure. Bots bevestigt dat veel vluchtelingen ze inderdaad vertellen dat ze nooit meer terugwillen naar hun thuisland. Maar of dat realistisch is?

"Uiteindelijk krijgt ongeveer 92% van de vluchtelingen een verblijfsvergunning voor vijf jaar," zegt ze. "We weten niet hoe het gaat lopen. Een groot deel van de vluchtelingen kan in Nederland blijven, maar de rest zal uiteindelijk terug moeten. Wanneer dat is, is nu nog niet te zeggen." Veel hangt af van hoe de situatie in Syrië over vijf jaar is. Alleen als iemand kan aantonen dat hij of zij dan persoonlijk gevaar loopt, is er kans dat ze dan langer mogen blijven.

Advertentie

We spreken een volgende groep mannen, wederom allemaal ergens in de twintig en goed opgeleid. Twee van hen studeerden rechten, één studeert Engels en is al leraar, een ander geeft les in electrotechniek. Opnieuw heet één van hen Mohamed: "Alle opgeleide mensen zoeken kansen op een nieuw begin. Ik ben hoogopgeleid en kan Nederland ook helpen om verder te komen door hier aan het werk te gaan."

Zaki en Mohamed hopen mee te draaien in Nederland. "Toen ik de Syrische grens overstak, liet de douane me pas gaan nadat ze me hadden afgetuigd," vertelt Zaki.

Ze weten nog niet of ze in hun eigen veld verder kunnen: "De een zal verdergaan met zijn studie hier in Nederland, de ander zal werk doen dat door de overheid verstrekt wordt," aldus Zaki. "Ik hoop dat ik mijn studie Engels kan afmaken. Ik wil ook Nederlands leren." Ze beginnen al tot tien te tellen in het Nederlands en "goede avond" en "dankjewel" te zeggen.

Volgens de jongens verlaten inmiddels vooral hoogopgeleide mensen Syrië. Er ontstaat zo daar een enorme braindrain, die voor Nederland zelfs voordelig zou kunnen zijn als het goed wordt opgepakt. Maar vooralsnog gaan daar de koppen in de kranten daar niet over. Wel over overlast van de vluchtelingen. Maar waar bestond die nou eigenlijk uit?

De bewoners was beloofd dat er Syrische gezinnen in de huisjes zouden komen, in plaats daarvan waren het in de eerste week Eritrese mannen. Het dorp heeft behalve een snackbar/restaurant geen voorzieningen, dus de jongens wilden met de bus naar een winkel. Allereerst was de plaatselijke buurtbus daar niet op berekend, en de chauffeuse al helemaal niet.

Advertentie

It's not allowed to use the (buurtbus) small bus anymore!!

Ten tweede had de eigenaar van de winkel een dorp verderop nog nooit meegemaakt dat er meer dan een handjevol mensen in zijn winkel was. Laat staan een grote groep Eritrese mannen. Al snel gingen er verhalen door het dorp: de mannen zouden naar de meisjes kijken - misschien er zelfs eentje achtervolgd hebben. En dat allemaal onder een deken van frustratie over het feit dat de buurt niet was ingelicht, geen inspraak had, en de bevolking van het dorpje binnen een paar weken letterlijk met 1000% zou groeien. De mannen uit Eritrea werden snel overgeplaatst, maar het kwaad was al geschied, en de ontevreden krantenkoppen waren onvermijdelijk.

We zeggen de groepjes Syriers vaarwel en belandden op de bank bij Gerard, die mee heeft geholpen met het maken van een petitie over de vluchtelingen. En toevallig komen net zijn vrouw en haar zoon Daniel terug van een rondleiding door het centrum. Eén van de goedmakertjes van het centrum na alle heisa van de dagen ervoor.

Het gaat het gezin niet om het feit dát er vluchtelingen zijn, maar om hoeveel het er zijn en hoe ze daar over zijn ingelicht. "We gaan akkoord met 250 vluchtelingen in Oranje," zegt Gerard. "Iets meer mag ook, maar daar moeten we over onderhandelen. Bij zo'n getal is het beheersbaar. Dan kunnen we iets opbouwen met die mensen en ze misschien opnemen in de gemeenschap."

Daniel (22) vertelt hoe op Ameland, waar hij en zijn moeder vandaan komen, ooit dezelfde situatie was ontstaan. "Het was een drama toen de asielzoekers kwamen en een drama toen ze weer wegmoesten," lacht hij. Er waren vriendschappen gesloten, liefdes waren opgebloeid, maar sommige vluchtelingen mochten niet blijven en moesten terug naar hun land van herkomst. En toen kwamen er protestacties om de vluchtelingen te laten blijven.

Ondanks die herinnering steunt ook Daniel de petitie. 1400 nieuwkomers tegenover 140 oorspronkelijke bewoners vinden de Oranjenaren niet te doen.

Oranje is niet het enige dorp dat asielzoekers mag verwelkomen. Overal in Nederland, vooral ver buiten de Randstad, worden vluchtelingen gehuisvest. De slechte communicatie over de vluchtelingen heeft nu geleid tot de eerste mediarel. Zolang bewoners zich niet gehoord voelen en asielzoekers ééndimensionale karakters blijven in een complex verhaal, zal het niet de laatste zijn.