Ik belde drie telefoonnummers die ik op de muren van openbare toiletten vond

De telefoonnummers in openbare toiletten zijn van die dingen waar je alleen tegenaan loopt als je er niet naar zoekt. Ik heb er het afgelopen half jaar dan ook een aantal verzameld terwijl ik me bezighield met leven en ben niet bewust wc’s afgegaan om ze te vinden. Toen ik er genoeg had verzameld heb ik ze gebeld en gevraagd of je echt bij de mensen achter deze nummers terecht kon voor fellatio.

Wc-muur van een van de mannen-wc’s op de Vrije Universiteit in Amsterdam

VICE: Hallo, met wie spreek ik?
Henk: Met Henk.

Hoi Henk, ik bel je even omdat je nummer in een van de wc’s van de VU staat geschreven. Gaat er een belletje rinkelen?
Henk: Nee, niet echt. VU zei je? Dat ken ik niet. Maar ik heb dit nummer pas een paar maanden en ik krijg heel vaak rare telefoontjes.

Waarover dan?
Meestal vragen ze of ik nog koekjes wil kopen.

Zou dat codetaal zijn voor iets anders?
Geen idee. Als ik zeg dat ik niet weet waar ze het over hebben en dat ze me niet meer lastig moeten vallen vragen ze altijd of ik dan Daan niet ben.

Op de wc’s van de VU stond trouwens niks over koekjes bij jouw nummer, maar iets over fellatio.
Fatio? Ik weet niet wat dat is.

Nee, fellatio. Pijpen.
Oh. Nou, daarvoor moeten ze niet bij mij zijn. Ik wil daar niet mee geassocieerd worden. En ook niet met koekjes trouwens, wat ze daar ook mee bedoelen. Laat ze die Daan maar bellen met hun koekjes.

Wc-muur van de mannen-wc van FOAM (het tweede hokje van rechts), fotografiemuseum in Amsterdam

Linda: Hoi, met Linda.

Hoi Linda, met Sander. Ik bel je omdat ik je telefoonnummer in de mannen wc van FOAM heb zien staan.
FOAM? Dat museum? Ja, dat ken ik wel, maar ik ben er nog nooit geweest. Waarom hangt dat daar dan?

Het lijkt erop dat je jou kunt bellen als je je wilt laten leegzuigen.
Oh, jezus! Wat een onzin, zeg. Maar nu snap ik waarom ik een keer ’s nachts werd ge-sms’t met de boodschap dat diegene mijn nummer had zien staan. Er zat ook een foto bij maar die kon ik niet openen. Ik dacht alleen maar: wat is dit voor geouwehoer? Hier zit ik toch helemaal niet op te wachten?

Nee, blijkbaar niet. Wat heb je teruggestuurd?
Dat hij moest opflikkeren en dat ik hem ging blokkeren. Ik weet niet eens hoe je mensen moet blokkeren op een telefoon, maar oké.

Heb je enig idee wie het geschreven kan hebben?
Nee. Mijn vrienden zouden zoiets niet doen. En ik heb volgens mij ook geen vijanden. Ik ben echt heel aardig.

Wat vind je van de tekst?
Vreselijk. Ik wil helemaal niemand leegzuigen.

Wc-muur van de middelste vrouwen-wc van Pacific Parc in Amsterdam

Hallo, met Sander.
Ho: Met wie spreek ik? Ik ben Ho.

Met Sander dus. Ik wil u iets vragen.
Wie is dit? Wat bedoelt u?

Sander. Ik bel u omdat uw telefoonnummer op de muur van de wc in Pacific Parc in Amsterdam staat. Herinnert u zich nog dat u het daar opgeschreven heeft?
Nee, ik weet daar niks van. Ik ben Chinees. Ik weet niet waar u het over heeft.

Komt u weleens bij de Pacific Parc in Amsterdam?
Nee. Ik ben niet in Amsterdam. Ik ben in Rotterdam. Altijd ben ik in Rotterdam.

In die wc staat uw telefoonnummer met daaronder ‘kusjes je geile meisie’. Heeft iemand misschien een grapje met u uitgehaald?
Nee. Wie ben jij?

Sander.
Staat het in het Chinees geschreven?

Nee, in het Nederlands. Heeft u vijanden die dit gedaan zouden kunnen hebben?
Nee, ik ben Chinees. Ik ken die mensen niet van die wc. Met wie spreek ik?