FYI.

This story is over 5 years old.

Stuff

Mijn naam is Megan en ik ben een alcoholist

Megan zoop zich elke avond te pletter. Na een eerdere stoppoging is ze er nu heilig van overtuigd dat ze haar bodemloze drankzucht achter zich heeft gelaten.

Het was een doordeweekse avond en ik lag in de foetushouding op mijn bed. De airco in de woonkamer stond aan. Ik kon hem horen zoemen maar voelde niets van het verkoelende effect. Ik had net aan mijn toenmalige vriendje verteld dat ik het leven niet meer zag zitten.

"Ik hou zoveel van je," zei hij na een waslijst aan vragen over hoe, wat, waarom. (De vervolgvragen zijn veruit het vervelendst wanneer je iemand vertelt dat je niet meer wil leven.) "Ik drink mezelf dood omdat ik een lafaard ben," zei ik. Ik keek naar het plafond om zijn ongeruste blik te ontwijken.

Advertentie

Ik dacht dat alcohol de oplossing was voor al mijn problemen, maar het maakte ze alleen maar erger. Ik zoop me elke avond te pletter, maar hield mezelf voor dat het oké was. Ik had namelijk een excuus. Heel veel excuses eigenlijk. Ik had last van angstaanvallen en hartkloppingen waar alleen alcohol tegen hielp. Mijn ouders waren vaak afwezig toen ik jong was. De carrières van mijn vrienden leken allemaal beter te gaan dan die van mij. Ga zo maar door.

Drank had allang zijn bedwelmende effect verloren. Ik voelde het niet meer. Ik haal weinig plezier uit de meeste dingen, maar ik moet ze wel gewoon doen. Geniet ik ervan om de wc eens in de vier maanden schoon te maken? Nee, maar toch doe ik het. Vind ik het leuk om in de rij te staan bij de supermarktkassa? Nee, ik doe het wel. Was drinken nog leuk? Nee, maar toch deed ik het.

Ik dronk niet als een beschaafd, normaal mens. Ik wist namelijk dat ik dat niet was. Het meest beschaafde dat ik deed was dat ik niet rechtstreeks uit de fles dronk, maar er een glas bij pakte. Het glas was een klein shotglaasje dat ik keer op keer weer volschonk, waarbij ik niet in de gaten hield hoeveel shotjes ik eigenlijk dronk. Het maakte me ook niet uit, ik ging door totdat ik in slaap viel. Als ik wakker werd keek ik alleen maar uit naar het moment waarop ik van mezelf weer mocht drinken.

Ik richtte mijn dag in rond het drinken. Alles wat ik deed stond in het teken van naar de klote gaan. Ik dacht dat het allemaal niet zo erg was, aangezien ik nooit in de ochtend dronk. Als ik terugkijk vraag ik me af waarom ik dat eigenlijk niet deed. Ik dacht dat het een prestatie was om 's ochtends niet te drinken, maar in feite lag ik gewoon in bed te wachten totdat het donker werd en ik weer kon drinken.

Advertentie

Foto via flickrgebruiker Jon Jordan

Een paar maanden geleden heb ik al geprobeerd te stoppen met drinken, maar dat was uiteindelijk geen succes. Vlak nadat ik stopte met drinken schreef ik een afgezaagd stuk, waarin ik mezelf een publiekelijk schouderklopje gaf voor mijn geweldige prestatie. Ik kreeg veel reacties binnen en ik beantwoordde ze allemaal. Soms wensten mensen me geluk en bedankte ik ze. Sommigen hadden zelf geluk, liefde of hulp nodig. Dat probeerde ik ze te geven. Terwijl ik mijn bedankmailtjes typte, had ik vaak in mijn andere hand mijn vertrouwde shotglaasje – ik was binnen een paar dagen alweer begonnen met drinken. Ik voelde me een oplichter.

Nu ben ik weer gestopt met drinken, en is het anders dan de laatste keer dat ik "stopte". Ik ben de redenen aan het onderzoeken waarom ik überhaupt dronk en probeer daarmee in het reine te komen. Mijn vorige poging faalde omdat ik het niet echt had geprobeerd. Ik geloofde niet dat ik het verdiend had om zonder verslaving te leven.

Het feit dat weldenkende vrienden gemakkelijk mijn laffe uitleg slikten waarom ik weer aan de drank zat, maakte het makkelijk om weer te beginnen zonder de diepgewortelde redenen achter mijn drankzucht te onderzoeken. Daarnaast wilde ik niet de eerste in mijn vriendengroep zijn die stopte met drinken. Ik had een probleem – zij, de ongedwongen drinkers, niet.

Door mijn gedrag ontstond er langzaam maar zeker een onoverbrugbare afstand tussen mij en mijn vriend. Uiteindelijk dumpte hij me omdat hij moe van me werd – en gelijk had-ie. Ik had te veel van hem gevraagd. Hij heeft zoveel geduld met mij gehad dat hij heilig verklaard mag worden. Als hij het nog langer volgehouden had, zou ik ervan overtuigd zijn dat hij de nieuwe Messias was. Maar hij hield het niet vol, waarom zou hij ook? Ik wilde ook niet dat hij bleef. Ik dacht dat ik niet meer te redden was. Ik lag op de bank voor me uit te kijken, huilde af en toe en trok de zin van m'n bestaan in twijfel terwijl ik machteloos de trillingen in mijn handen probeerde te onderdrukken.

Advertentie

Elke nacht eindigde in een blackout, en mijn ochtenden waren een waas. De sms'jes die ik de avond ervoor gestuurd had las ik nooit uit angst voor de inhoud. Het zou illegaal moeten zijn om een telefoon te gebruiken wanneer je onder invloed bent.

Foto via flickrgebruiker James Cridland

Als het twee uur 's nachts was, en ik nog bij bewustzijn was, raakte ik in paniek. Hoe kon ik aan meer drank komen? De winkels sluiten rond die tijd en ik was te bezopen om te rijden. Ik voelde me alsof ik niet door de komende dertig minuten kon komen zonder te drinken. Ik was een slaaf van mijn ziekte.

Ik zat niet gewoon in een feestperiode. Een periode impliceert namelijk dat er ooit een eindpunt is. Wanneer je iets dag in dag uit doet, is het geen uitspatting meer, geen uitzondering. Op een bepaald punt heb je maar twee opties: stoppen of doodgaan.

Waarom ik gestopt ben kan ik niet echt zeggen. Op een nacht kwam de gedachte me aanwaaien dat ik misschien – heel misschien – niet meer zo verder hoefde te leven.

Ik moest toegeven dat ik het niet alleen kon. Ik moest met mensen praten die hetzelfde hadden meegemaakt en er overheen gekomen waren. Mijn trots had me ervan weerhouden om eerder hulp te zoeken. Mijn trots links laten liggen en realiseren dat ik niet bij machte was om de controle te houden was moeilijk maar noodzakelijk. Stoppen met drinken vereist dat je je psyche en ego volledig herziet.

Voordat ik op een avond out ging, had ik een nuchtere vriend ge-sms't dat mijn leven onhoudbaar was geworden. De volgende morgen las ik in brakke toestand zijn reactie en besefte me dat het tijd was om te stoppen.

Hij nam me mee naar een bijeenkomst met gelijkgestemden die hun verslaving achter zich hadden gelaten. Ik hoorde een man praten. Hij was als kind niet verwaarloosd en had ook geen ander triest verhaal, maar had wel last van depressie. De enige manier waarop hij het leven vol kon houden was door te leven in een waas. Het leek alsof hij zich rechtstreeks tot mij richtte.

De mensen om mij heen gedroegen zich normaal en zagen er ook normaal uit. Eerlijk gezegd, ze zagen er beter uit dan ik. Ze waren beter gekleed, schoner en leken welvarender dan ik. Toch gaven ze allemaal toe dat ze machteloos tegenover alcohol waren.

Omgeven zijn door mensen die min of meer dezelfde problemen hadden als ik, gaf me het gevoel dat ik er niet alleen voor stond. Dit was een groot contrast met mijn gevoel van de afgelopen jaren. Ik dronk omdat ik me alleen voelde, zelfs wanneer ik omringd was door andere mensen. Ik bewoog me eenzaam en alleen door een goddeloos universum. Ik ben er nog steeds niet zeker van dat God bestaat, maar ik weet wel dat ik niet alleen ben. Daarom alleen al wil ik niet meer sterven. Dit besef is voor mij net zo vreemd als het voor een normaal persoon moet zijn om te voelen hoe het is om te willen sterven. Maar ik weet voor het eerst in tijden tenminste zeker dat mijn gevoelens dit keer oprecht zijn.