De avond dat mijn vriendin vergat wie ik was
Images by Mark Duffy

FYI.

This story is over 5 years old.

Stuff

De avond dat mijn vriendin vergat wie ik was

Hoe zorg je dat je geen verkrachter lijkt als je vriendin aan een dissociatieve identiteitsstoornis lijdt?

Afbeeldingen door Mark Duffy

Het had er niet veel slechter uit kunnen zien. Een man die een bange, huilende vrouw insluit in een hoekje en haar niet wil laten gaan. Als er iemand binnen was gekomen, had de vrouw gezegd dat ze geen idee had wie de man was. Dat ze geen idee had hoe ze hier beland was.

De persoon zou waarschijnlijk denken dat de man de vrouw had gedrogeerd, en als hij een greintje waardigheid had zou hij haar proberen te redden. Misschien zou hij de politie bellen of de man in elkaar stompen, want het was duidelijk dat die de vrouw iets aan wilde doen. Er is bijna geen manier waarop deze situatie goed te praten valt. Bijna.

Advertentie

Dergelijke situaties flitsten door mijn hoofd. Mijn vriendin had een zware dissociatieve episode en ik bad dat er niemand langs zou lopen. God, als je dit leest: ik sta bij je in het krijt.

Op een kerstochtend in bed vertelde ze me voor het eerst over haar dissociatieve identiteitsstoornis. We waren acht maanden samen en ze had me eigenlijk alles wel verteld – behalve dit. Ik denk niet dat ze bang was dat het me af zou schrikken, maar dat ze me vooral volledig wilde vertrouwen voor ze het met me deelde. Bijna niemand wist ervan.

Ze legde het kort uit. Op de ergste momenten weet ze niet meer wie ze is, maar ook niet wat ze is, en voelt ze zich volledig los van de realiteit. Het is erg moeilijk voor haar om erover te praten, dus ging ik er niet te diep op in. Toen ze uitgesproken was zei ik dat dit voor mij niets veranderde, en dat ik uiteraard nog steeds van haar hield. Vier maanden later maakte ik het voor het eerst mee.

Het begon toen we een film aan het kijken waren bij een vriend thuis. Halverwege de film merkte ik dat ze anders begon te ademen, steeds sneller en oppervlakkiger. Dit was niets bijzonders, ze had al jaren last van een angststoornis en kon hier goed mee omgaan. Ik masseerde haar rug en schouders een beetje om haar op haar gemak te stellen, maar het werd steeds duidelijker dat de paniek niet weg zou gaan. Na twintig minuten fluisterde ze: "we moeten weg, ik voel het opkomen."

Advertentie

We pakten snel onze spullen en vertelden onze vriend dat we moe waren. Eenmaal buiten pakte ze mijn hand. "Beloof me dat je, ongeacht wat er gebeurt, niet loslaat," zei ze. Ik beloofde het.

Toen we over straat liepen zag ik het gebeuren: ze keek verward om zich heen. Ik kreeg het voor elkaar om meteen een taxi aan te houden. Ik heb een paar keer flink geluk gehad die avond en dit was de eerste keer.

De stilte in de taxi was akelig. Deze vrouw deed normaal gesproken de meest extraverte figuren verbleken, maar nu zat ze daar een beetje uit het raam te staren. Voor het eerst in onze relatie was ze sprakeloos.

Ik kneep in haar hand en zei dat ik van haar hield. Ze keek me een paar seconden uitdrukkingsloos aan, en keek weer uit het raam. Ik wist dat het niet persoonlijk was en probeerde het te rationaliseren. Ze wist simpelweg niet wie ik was. Achteraf gezien is het een beetje egoïstisch dat ik aan mezelf dacht terwijl zij het zo zwaar had, maar ik kon het niet helpen. Het was een bizarre en enorm moeilijke situatie. In de ogen van de vrouw waar ik van hield was ik een vreemde. Dat brak me.

De laatste tien minuten van de reis gebeurde er niks. Ondanks de storm die in haar hoofd woedde bleef ze kalm. Hier was ik erg dankbaar voor – ik hoopte dat ik de situatie niet aan de taxichauffeur uit hoefde te leggen. Eenmaal aangekomen bij het appartementencomplex van mijn vriendin had ik net genoeg geld bij me om hem te betalen. Weer mazzel.

Advertentie

Ik stapte uit maar hield haar hand vast en hielp haar uit de auto. We staken over en liepen haar gebouw binnen. Toen werd het lastig.

Tot op dit punt waren we in het openbaar geweest. De aanwezigheid van de taxichauffeur had haar denk ik gerustgesteld. Nu was ze alleen met een man die ze, voor zover zij wist, nog nooit ontmoet had. Hoewel ze wist dat ze in een dissociatieve staat verkeerde, had ze geen idee hoe ze hier beland was. Heb je ooit iemand in een ketaminetrip terug naar zijn tent proberen te leiden? Dit was daar een extremere variant van.

Beeld je de situatie in. Een relatief kleine vrouw merkt ineens dat ze in een gebouw is dat ze niet herkent, met een vreemde man die aanzienlijk groter is dan zij. Ze deed wat elke vrouw in die situatie zou doen. Ze trok haar hand uit de mijne en probeerde weg te rennen. Ik rende achter haar aan en tilde haar op, weg van de uitgang.

Als je een vrouw in nood vastgrijpt straal je niet bepaald een veilig beeld uit, maar ik had geen andere keus. Als ik haar naar buiten had laten rennen, had ze ernstig gewond kunnen raken – ze was volledig de weg kwijt. Ik zette haar in een hoek en blokkeerde de weg naar de uitgang. Ik praatte zachtjes tegen haar en hield mijn handen omhoog, het universeel geaccepteerde gebaar voor goede bedoelingen.

"Als je ook maar één stap dichterbij komt, dan ga ik schreeuwen!" waarschuwde ze. Ik bleef staan. "Je hebt je telefoon bij je, toch?" vroeg ik. Ze keek in haar tas, en knikte. "Weet je wie George is?" Weer knikte ze. George is haar ex, een van haar beste vrienden en de enige persoon die, naast haar ouders, dokter en ik, van haar stoornis weet. Hij was al zo lang in haar leven dat ze hem niet vergat tijdens haar dissociatieve momenten. "Bel George," zei ik.

Advertentie

De normaalste zaak van de wereld, dacht ik, terwijl ze in haar telefoon naar de naam van haar ex zocht. Ik stond daar, hopend dat haar ex mijn bestaan kan bevestigen.

Voicemail. Huilend mompelde ze een paar keer "help me" in de telefoon. Zou hij aan het werk zijn? Het had uren kunnen duren voordat hij zijn telefoon opnam, maar weer hadden we geluk: na een paar seconden belde hij terug. Ze vertelde dat er een man bij haar was die beweerde haar vriend te zijn. Ik probeerde in de telefoon te fluisteren: "George! Ik ben het!"

Ze bleef nog even met hem aan de lijn en gaf toen de telefoon aan mij. "Hij wil jou spreken." Ik sprak hem een paar minuten en nog nooit was ik zo blij om de stem van een ex van mijn vriendin te horen. Hij legde de stappen uit: breng haar naar haar appartement, zet haar op de bank en zet iets op Netflix aan wat ze eerder heeft gezien. Herkenning was het belangrijkst, vertelde hij. Ik bedankte hem en gaf de telefoon terug aan mijn vriendin. Ze praatten nog even, en toen hing ze op.

"George zegt dat ik je kan vertrouwen."

Ik pakte haar hand en leidde haar de trap op.

Eenmaal binnen werd het makkelijker. Zodra de deur in het slot viel, ging ze op de grond zitten. Ze zei dat haar voeten pijn deden. Ik trok haar schoenen uit en hielp haar overeind. Ik liet haar naar de foto's aan de muur kijken en vroeg of ze ook mensen herkende. "Dat ben ik!" zei ze blij. "En dat is George!" Dit bleek te helpen.

Advertentie

Binnen een paar minuten sloeg mijn rol van gevaarlijke potentiële verkrachter om naar die van een soort surrogaatvader. Het voelde allebei nogal vreemd, maar ze was in ieder geval niet meer bang. De rest van de avond keken we samen tv terwijl ik wachtte op de terugkeer van de vrouw waar ik van hield.

Nadat ze voor het eerst over haar stoornis verteld had, nam ik de tijd om erover te lezen. Zoals bij veel mentale problemen is er veel speculatie over, wat niet zo gek is, aangezien het mensenlijk brein het meest geavanceerde doolhof ooit is. Dissociatieve identiteitsstoornissen worden gezien als "de meest betwiste psychiatrische diagnose," waarbij "geen consensus is over de diagnostisering en behandeling."

DIS is een zeldzame aandoening, maar in fictieverhalen komt het vaak voor in de vorm van een gespleten persoonlijkheid, zoals het vroeger werd genoemd. Deze representaties helpen niet mee als je eraan lijdt. Die verhalen gaat altijd over mensen met een goede en een slechte kant, zoals Jekyll en Hyde. Net als mensen met schizofrenie of andere mentale problemen worden ze vaak afgeschilderd als moordlustige sociopaten – terwijl ze juist zelf kwetsbaar zijn en gevaar lopen.

Veel mensen met DIS geven aan misbruikt te zijn in hun jeugd, waardoor sommige onderzoekers denken dat het een reactie op een trauma is. Ik wist al dat mijn vriendin vroeger door haar vader werd geslagen, dus dit zou zeker een rol gespeeld kunnen hebben.

Bij mijn vriendin komen de episodes sporadisch. Ze kan er jaren geen last van hebben maar soms gebeurt het meerdere keren in een korte tijd. Het gebeurde bijna altijd op momenten dat ze onder veel druk stond. Later vertelde ze me dat ze in een dissociatieve staat belandt wanneer haar hoofd de stress niet meer aankan, en daarom loskoppelt van haar lichaam.

Ongeveer drie uur nadat de aanval begon, zag ik haar langzaam weer zichzelf worden. Ze herkende een van haar favoriete acteurs en glimlachte. Even later vroeg ik of ze wist wie ik was. "Ik ken jou," zei ze. "Ik hou van jou."

Wat voelde het goed om dat weer te horen.

Toen we uiteindelijk naar bed gingen was ze emotioneel en fysiek zo afgemat dat ze direct in slaap viel. Ze zou wakker worden zonder herinnering van deze avond, en ze zou het ook niet willen weten. Ik lag nog wakker en vroeg me af of er iets raarders bestaat dan het menselijk brein. Ik betwijfel het.