Volgens Amnesty International slacht IS minderheden af in een poging tot 'etnische zuiveringen'

Militanten van de Islamitsche Staat hebben honderden leden van Iraakse religieuze en etnische minderheden vermoord of gekidnapped en meer dan 800.000 van hen verdreven uit hun huizen in wat Amnesty International vandaag een 'golf van etnische zuivering' noemde. Volgens de mensenrechtenorganisatie heeft de Islamitische Staat 'oorlogsmisdaden begaan - waaronder massamoord en ontvoering - gericht op niet-soennitische en niet-Arabische groepen in het noorden van het land.'

Overlevenden van de massamoorden vertelden Amnesty dat in het noorden van de Sinjar-regio groepen van mannen en jongens, soms nog maar twaalf jaar oud, van de Iraakse jezidi's werden opgepakt en meegenomen naar de buitwijken, om daar vervolgens doodgeschoten te worden door militairen van de Islamistische Staat. Ondertussen werden waarschijnlijk wel duizenden vrouwen en kinderen ontvoerd.

“De slachtingen en ontvoeringen die de Islamitische Staat uitvoert zijn het schrijnende nieuwe bewijs dat er een golf van etnische zuiveringen tegen minderheden door het noorden van Irak gaat,” zei Donatella Rovera, senior adviseur crisismanagement van Amnesty. “De Islamitische Staat begaat verwerpelijke misdaden en heeft plattelandsgebieden in Sinjar veranderd in met bloed doordrenkte moordvelden in de strooptocht om alle sporen van niet-Arabieren en niet-soennitische moslims uit te wissen.”

De minderheden waar de militairen het op gemunt hebben bestaan uit jezidi's, Syrische christenen, sjiitische Turken, Shabakken, Yarsan-aanhangers en mandaeërs die al honderden jaren samenleefden in het noorden van Irak. IS nam al in juni met een snelle aanval een grote strook van de regio in beslag, daarna veroverden ze in augustus nog meer gebied dat door Irakees-Koerdische troepen werd belegerd.

Het Amnesty-rapport geeft informatie over een aantal massamoorden die gepleegd zijn door de Islamitische Staat in augustus, waaronder twee incidenten waarbij honderden mensen werden vermoord in de dorpen Qiniyeh en Kocho op respectievelijk 3 en 15 augustus. De slachtpartijen komen volgens Amnesty het meeste voor in steden en dorpen waar bewapende bewoners de militanten probeerden af te weren – waarschijnlijk als een waarschuwing voor anderen die hetzelfde zouden proberen.

Een overlevende van het bloedbad in Qiniyeh, Fawas Safel, zegt dat hij één van de tientallen mannen was die door de militanten bijeengedreven werd. Ze werden naar de rand van een groot gat gebracht, vijftien minuten buiten de stad. Daar begonnen de strijders op hen te schieten. “Ze openden het vuur en sommige mensen probeerden weg te rennen. Ik liet mezelf in het gat vallen en anderen vielen bovenop me. Ik bleef stil liggen. Nadat het onafgebroken geschiet was gestopt, vuurden de militanten van de Islamitische Staat nog een aantal losse schoten op mensen waaraan ze zagen dat ze nog niet dood waren,” zei hij. Safel gaf Amnesty een lijst van 28 mannen uit zijn familie die vermist zijn sinds het bloedbad. Hij denk dat ze dood zijn.

Vrouwen en kinderen uit dorpen die gewapend weerstand boden, hadden volgens het verslag een veel grotere kans om ontvoerd te worden. Het merendeel van deze slachtoffers werden op onbekende plekken vastgehouden. Sommige gevangenen wisten contact op te nemen met hun familie en beschreven dat ze gedwongen werden zich tot de Islam te bekeren. Weer anderen beschreven gevallen van verkrachting en seksueel misbruik, volgens Amnesty.

Een man, Mirze Ezdin, vertelde de onderzoekers dat van zijn 45 familieleden, alle vrouwen en kinderen waren ontvoerd in Qiniyeh. “We krijgen bericht terug van sommigen maar weer anderen zijn nog steeds vermist, we weten niet of ze dood of levend zijn,” vertelde hij.

Ondertussen zijn er meer dan 830.000 leden van Iraakse religieuze en etnische minderheden gevlucht om hetzelfde lot te ontlopen – vaak hebben ze niet veel meer bij zich dan de kleding aan hun lijf. Het overgrote deel zoekt onderdak in Iraaks Koerdistan. Ze wonen daar in vluchtelingenkampen, geïmproviseerde nederzettingen of zelfs in parken.

In de onderstaande video legt de UNHCR, de vluchtelingeninstantie van de VN, de benarde toestand van honderdduizenden ontheemde Iraakse minderheden vast. Amnesty dringt aan op een snelle humanitaire reactie en roept Iraakse autoriteiten op om de kwetsbare gemeenschappen te beschermen.

'De gedwongen ontheemding van Iraakse etnische en religieuze minderheden, waaronder een aantal van de oudste gemeenschappen uit de regio, is een tragedie van historische proporties,' staat in het rapport. 'Amnesty’s internationale veldonderzoek concludeert dat de IS systematisch en doelbewust een programma uitvoert om de regionen die onder hun controle vallen te reinigen van etnische minderheden. Dit vernietigt niet alleen levens maar veroorzaakt ook een onherstelbare schade binnen de Iraakse samenleving. Daarnaast voedt het de interetnische, sektarische en interreligieuze spanningen in de regio en daarbuiten.'