FYI.

This story is over 5 years old.

Stuff

Onderzoeksjournalist Antonio Salas heeft weleens jonge maagden geveild

Hij infiltreerde bij neonazi’s, mensenhandelaars en jihadisten. De grimmige situaties waarin Salas zich bevond hebben flink wat fysieke en mentale littekens achtergelaten.

Dit artikel werd in 2013 gepubliceerd door VICE Portugal.

Antonio Salas leidde vele levens. Voor een artikel over voetbalhooliganisme door neonazi’s infiltreerde de Spaanse onderzoeksjournalist een groep extreemrechtse Real Madrid-supporters. Hij ging zelfs zo ver dat hij zijn hoofd kaalschoor en whitepowerbijeenkomsten bijwoonde om geloofwaardig over te komen als lid van de groep die hij in het geheim bestudeerde.

Advertentie

Ook ging hij undercover bij een Madrileense mensenhandelorganisatie, waarbij hij de maagdelijkheid van dertienjarige meisjes moest veilen aan de hoogste bieder. Volgens Salas heeft dat de meeste emotionele en psychische impact op hemzelf gehad. Niet zo heel lang geleden bracht hij zes jaar door met jihadistische cellen voor zijn boek El Palestino, dat zich concentreert op islamitische terreur. Ter voorbereiding daarvoor onderging hij een besnijdenis voor het geval hij met de mensen waar hij zijn onderzoek naar deed een badhuis zou moeten bezoeken. Salas doet er alles aan om niet ontmaskerd te worden, en dat gaat ver – heel ver.

‘Antonio Salas’ is natuurlijk een pseudoniem, want de onderzoeken die hij doet richten zich meestal op het soort mensen waarbij je normaliter ver uit de buurt zou blijven. Toch bleek het helemaal niet zo moeilijk om hem te bereiken, en sprak ik hem telefonisch over zijn status als misschien wel de moedigste onderzoeksjournalist ter wereld.

VICE: Hallo Antonio, hoe gaat het met je?
*Antonio Salas: *Hey, alles gaat prima. Ik leef nog steeds.

Dat is een opmerkelijk antwoord.
Niet echt, als je bedenkt dat Chino Carias, de leider van de Tupac Amaru Revolutionary Movement, mijn dood heeft aangekondigd. Het ergste aspect van dit beroep is dat je nooit kunt genieten van je succes. Het beste aan dit werk is dat je als je blijft leven meer onderzoeksjournalistiek kunt verrichten. Als ik onder mijn echte naam bekend zou zijn in dit vak en over mijn onderzoeken had gepubliceerd, had ik nu allang niet meer geleefd.

Advertentie

Eerder schreef je dat je tijdens je infiltratie onder de Real Madrid-minnende skinheads het af en toe best naar je zin had. Tegelijkertijd gaf je aan dat er ook momenten zijn geweest waarop je aan ze wilde bekennen dat je ze eigenlijk verraadde. 
Zodra ik undercover aan het werk ben, ben ik een van hen. Ik leef, slaap en eet met als enige doel mijn onderzoek. Ik probeer 24 uur per dag de motieven van mijn onderzoekssubjecten te ontrafelen, daarom is het nodig dat je emotionele banden aangaat met mensen als neonazi’s en terroristen. We doen allemaal dat waarvan we denken dat het goed is, ook de mensen over wie ik schrijf. Het is vaak moeilijk om mezelf eraan te blijven herinneren dat ik een undercoverjournalist ben en niet echt een van hen.

Dat gebeurde ook toen je undercover ging in de mensenhandel, toch?
Hoewel het niet de gevaarlijkste werksituatie was die ik ooit heb meegemaakt, zou ik dit onderzoek wel mijn meest traumatiserende noemen. Ik begon aan het onderzoek met een heleboel vooroordelen en ontdekte een veel wredere realiteit.

Wanneer besloot je hier je beroep van te maken?
Ik dacht altijd dat artsen en dirigenten de beste baan hadden, maar ik ben te rebels en ongedisciplineerd om zo’n functie te vervullen. Journalistiek leek me daarna de beste optie. Waarheidsvinding en het naar buiten brengen van die waarheid zijn onderdeel van een eervol beroep.

Denk je dat je minder geloofwaardig overkomt omdat mensen niet weten wie je bent? Hoe word je door Spaanse journalisten benaderd?
Ik word bijna altijd erg vriendelijk behandeld. Ik begrijp wel dat sommige mensen sceptisch zijn en me niet altijd op mijn woord geloven. Als een collega me zou vertellen dat hij in mensenhandelorganisaties over de prijs van jonge maagden onderhandelde, zou ik het ook niet zo snel geloven. Maar dat is de schoonheid van verborgen camera’s: je hoeft niemand op zijn woord te geloven want je kunt het zien, alles is opgenomen.

Advertentie

Waarom koos je voor het pseudoniem “Antonio Salas”? Betekent het iets?
Nee, het heeft geen bijzondere betekenis, het is juist zo’n alledaagse naam in Spanje dat mensen de naam ook snel weer vergeten. Als je mijn werk doet, is het belangrijk om niet teveel aandacht te trekken.

Ben je van plan ooit je echte identiteit te onthullen?
Ik weet het niet. Ik moet toegeven dat ik het soms jammer vind dat ik geen prijzen of uitnodigingen voor conferenties kan aannemen. Het zou best leuk zijn om net als iedere andere auteur mijn boeken te kunnen signeren. Iedereen is ergens wel een beetje ijdel. De dag waarop ik zou onthullen wie ik ben, is de dag dat ik stop met dit werk. Maar aangezien ik geloof dat dit werk belangrijk is voor de maatschappij, ben ik van plan zolang door te gaan als ik kan. Ik ben niet zo moedig als Roberto Saviano, Günter Wallraff, of Hunter S. Thompson, maar wel ambitieuzer dan die drie.

Ergens aan het begin van Diary of a Skin schrijf je dat de persoon die je bij de skinsheads verraadde een politieagent was.
Ja, dat was verschrikkelijk. Gelukkig werd ik door David Madrid gewaarschuwd dat zijn leidinggevende me had verraden aan de Ultras Sur-supporters [de hardcore fanclub van Real Madrid]. Als ik die dag naar het stadion was gegaan, zouden we hier waarschijnlijk nu niet aan het babbelen zijn.

Helaas is corruptie binnen de politie een veel ernstiger probleem dan wat je in films ziet. De economische crisis en de bezuinigingen en beperkingen die iedereen zijn opgelegd hebben dat alleen maar erger gemaakt. In een aantal zaken die ik onderzocht – zoals situaties waarbij het gaat om georganiseerde misdaad en vrouwenhandel – ontdekte ik dat er veel agenten, advocaten en rechters op een compromitterende manier mee verbonden waren.

Advertentie

Hoe zat het met de skinheads?
Dat is weer een ander verhaal. Mijn skinheadkameraden hebben een ideologie die verbonden is met het politieke rechts. Ze houden van discipline en uniformen. Ze zijn traditioneel en dol op de militaire hiërarchie, en dat komt wel in de buurt bij het alledaagse beeld van oom agent. Veel skinheads die ik ontmoette hadden dan ook een agent als vader.

Het valt me op dat je ze nog steeds “kameraden” noemt. Zijn ze nog steeds je kameraden?
Eerlijk gezegd was het behoorlijk moeilijk voor me om de beweging te verlaten. Als je niet volledig integreert loop je het risico dat je ontmaskerd wordt, en als je wel volledig integreert maar niet goed oplet loop je het risico dat je echt een van hen wordt. Dat is ook direct de reden dat zowel agenten als spionnen met z’n tweeën werken – er is altijd iemand die ervoor waakt dat de ander de grens tussen het gespeelde karakter en een echt lid niet overschrijdt. In mijn geval is dat anders: ik werk in mijn eentje. Toen Diary of a Skin verscheen kreeg ik last van een soort Stockholmsyndroom: ik voelde me schuldig omdat ik mijn kameraden had verraden. Een vriend van me die psycholoog is hielp me door me eraan te helpen herinneren dat het niet echt de vrienden van Antonio waren, maar die van Tiger88, het personage dat ik mezelf had aangemeten. Het blijft altijd intens om ergens te infiltreren, je loopt er behoorlijk wat mentale littekens door op.

Hoe ziet je persoonlijke leven eruit? Wat vinden je ouders en vriendin van wat je doet? Is het nog mogelijk een normaal leven te leiden?
Ik doe mijn uiterste best om mijn persoonlijke leven en mijn werk gescheiden te houden. Mijn ouders staan onder bescherming van de politie, al vanaf het moment dat ik vrouwen begon te ‘verhandelen’. Vooral mijn moeder heeft het er moeilijk mee. De meeste van mijn vrienden hebben geen idee dat ik dit werk doe. Soms hebben ze het over Antonio Salas en de films die op mijn boeken zijn gebaseerd, terwijl ik naast ze zit. Dat is best raar. Tegelijkertijd is het de beste manier om erachter te komen wat ze echt van mijn werk vinden. In mijn professionele leven ligt de dood altijd op de loer.

Hoe ga je daarmee om?
Ik ben niet meer bang. Ik draag nog steeds een ketting om mijn nek waar een kogel aan hangt die me bijna geraakt heeft toen ik mijn onderzoek naar vrouwenhandel verrichtte. Tot die dag had ik geen idee hoe een geweerschot klonk. Tijdens het onderzoek voor The Palestinian werd ik steeds bekender met geweren en het idee van de dood. Mijn geweten is zuiver – zelfs als ze me te pakken krijgen ga ik in de wetenschap dat ik heb genoten van het leven. Ik heb alles geleerd wat ik kon leren en heb mijn best gedaan om met mijn werk een nuttige bijdrage te leveren.