FYI.

This story is over 5 years old.

reizen

Iedereen haat kunstenaars, en in Berlijn haten kunstenaars zelfs kunstenaars

Een verhaal over de valkuilen van het kunstenaarsbestaan in Berlijn en de pijn van de burgerlijke hipster.

Ik hing laatst in Bar 3 in Berlijn en raakte in gesprek met een elegant geklede vrouw. "Wat doe je?" vroeg ze, om er vervolgens sarcastisch aan toe te voegen: "Nee, wacht. Laat me raden. Je bent kunstenaar?"

Berlijn heeft lange tijd een reputatie gehad als een veilige haven voor allerlei soorten kunstenaars, maar die tijd is voorbij. Kunstenaar is in 2012 het minst coole wat je kunt zijn. Geloof je me niet? Ga naar Bar 3, de ultieme hangout voor de artscene in Berlijn, en introduceer jezelf als kunstenaar. Zelfs op een drukke avond zullen mensen met een wijde boog om je heen lopen, proberen je uit te sluiten van conversaties en je met 'n beetje geluk verbannen. Zulke vijandigheid tussen broeders vind je normaal gesproken alleen bij natuurrampen of extreme voedselschaarste.

Advertentie

Ik heb een geheim wapen als het aankomt op dit soort gesprekken. Ik geef één keer per week tekenles op een basisschool, en ook al zou ik mezelf technisch gezien een kunstenaar kunnen noemen, kan ik ook legitiem beweren dat ik leraar op een basisschool ben.

"Ik ben leraar op een basisschool," zei ik.

Haar ogen waren ineens opengesperd en haar zure uitdrukking was verdwenen.

"Echt waar?", stamelde ze. "Ik bedoel, je doet iets echts? Oh mij god, dat is zo… verfrissend."

"Hoezo, wat doe jij dan?", vroeg ik.

"Ik ben een kunstenaar," gaf ze nors toe.

In het begin schreef ik deze vreemde zelfhaat toe aan het in-dezelfde-vijver-vissen-effect. Er is gewoon niet genoeg ruimte voor iedereen. De honderden galerieën, musea, lofts en performanceplekken in deze stad kunnen nooit allemaal de tsunami aan creatievelingen een plek geven. Maar ik bemerkte een andere verklaring toen er iets vreemds gebeurde: een week later, op de basisschool, kwam er een collega naar me toe die ik nog niet eerder had ontmoet. "Jij bent hier nieuw," was haar observatie. "Werk je hier fulltime? Welke klas geef je les?"

"Oh, ik ben geen leraar," legde ik uit, "Ik geef alleen tekenles."

Een donkere wolk leek over haar gezicht te vallen, en haargezichtsuitdrukking deed vermoeden dat ze net een hap had genomen van iets dat erg zuur smaakte en een beetje aan het rotten was.

"Oh," gromde ze. "Meneer is kunstenaar. Je woont ongetwijfeld in Kreuzberg."

Advertentie

"Prenzlauer Berg, eigenlijk," corrigeerde ik haar.

"Ach, ik wist dat het één van de twee was," zei ze spottend, terwijl ze wegslenterde. Het deed pijn om gezien te worden als een burgerlijke hipster, puur vanwege de buurt waar ik in woon, maar veel erger was dat er op me neer werd gekeken, simpelweg omdat ik mijn talent voor het tekenen van cartoondieren heb ingezet om een baan te krijgen. Is dat echt zo

verwerpelijk? Die vrouw leek te denken van wel. De publieke opinie is blijkbaar unaniem: niet alleen haten kunstenaars elkaar, de doorsnee mens haat haat ze ook.

Dit is een lastige situatie. Veel jonge schilders of kinetische performancebeeldhouwers brengen hun jeugd door in een of ander dorp, waar ze lastig gevallen worden door stoere jongens en onsympathieke schoolhoofden. Ze worden geacht het vleesverwerkingsbedrijf van hun vader over te nemen, terwijl ze dromen over ontsnappen naar een levendige, cultureel dynamische stad als Berlijn. Hoe gaan deze arme zielen zich voelen als ze daar aankomen en er achterkomen dat er daar nog meer sociale dwang is dan in de vleesverwerking?

Ik heb lang over dit probleem nagedacht, en ik geloof dat waar het op neerkomt een economische issue is. In een stad als New York - en sorry als ik het fout heb - is er nog een soort van semi-functionerende economie. Je kunt daar niet zomaar rondlopen en claimen dat je een kunstenaar bent zonder dat je het kunt bewijzen. Je bewering impliceert dat je een werkende kunstenaar bent; met andere woorden: dat je succesvol bent en geld verdient met wat je doet. Iedereen heeft hobby's, en ik kan je uit persoonlijke ervaring vertellen dat alle kinderen het leuk vinden om te tekenen, maar uiteindelijk, als je het merendeel van je tijd in een café werkt of dagelijks op kantoor zit, dan is dat 'wat je doet'. In het slecht functionerende Berlijn heeft zoiets geen zin. Niemand krijgt geld voor het daadwerkelijk produceren van iets. Europese en Canadese kunstenaars leven van stipendia van hun thuislanden en Amerikaanse artiesten leven van geld van papa.

Wat de stad wel heeft is een goede sfeer. Het is gewoon heel erg leuk om daar een beetje rond te hangen. De druk wordt dus intens, met iedereen die worstelt om het uiterste minimum te doen om nog steeds te kwalificeren als creatief, en zo de tijd die ze hebben om naar openingen te gaan voor gratis snacks en drank te maximaliseren. De bewering "Ik ben een kunstenaar", in de huidige betekenis, heeft niets te maken met talent, kennis of productiviteit. In plaats daarvan is het een gecodeerde boodschap, bedoeld om te zeggen dat je deel uitmaakt van de club, een beetje zoals van die geheime handdrukken die je krijgt in een vrijmetselaarsloge. Het is niet van belang wat er gebeurt in de loge. Wat wel belangrijk is, is dat iedereen die niet uitgenodigd is, jaloers wordt.

Ik probeer niet te zeggen dat er geen goede kunstenaars zijn in Berlijn. Wellicht zitten ze verstopt, beschaamd door het idee dat hun ooit zo nobele roeping gekaapt is door iedereen die het aandurft om een snor te laten staan en een opvallende neongele outfit te dragen.

Elke kleine bijdrage van enig niveau wordt verzwolgen door een zee van valse, overmoedige claims. Het hele ding doet me erg veel denken aan het oude verhaal van de nieuwe kleren van de keizer - behalve dan dat het niet alleen om de keizer gaat, maar wij allemaal, naakt en opscheppend over onze prachtige outfits. Dat is, als je het zo stelt, nog niet eens zo erg. Als de artiesten in Berlijn mee willen werken aan dit scenario, wil ik Bar 3 nog wel een laatste kans geven.