Elk jaar op 12 juli vieren Noord-Ierse leden van de Unionist-partij de overwinning van de protestanten tijdens de Slag aan de Boyne in 1690. Dit doen zij door het aansteken van enorme vreugdevuren en het lopen van een mars door de straten terwijl ze muziek spelen en salueren naar de Britse koningin. Naar verluidt deden dit jaar ongeveer 50.000 mensen uit de regio mee.Deze zogeheten "The Twelfth" was een nogal omstreden periode in de zwaar verdeelde protestants/katholieke stad Belfast. Na decennia vol conflicten in Noord-Ierland die nu bekendstaan als de 'Troubles' - een politieke en sektarische oorlog die aan meer dan 3600 mensen het leven kostte - zijn er nog steeds mensen aan beide zijden die zich onderdrukt voelen door de ander. Op of rond 'The Twelfth' breken zo nog steeds rellen uit waarbij met stenen en molotovcocktails worden gegooid en zelfs vuurgevechten uitbreken. Deze problemen steken voornamelijk de kop op wanneer de betogers richting Ardoyne lopen, een zwaar katholiek en nationalistisch gebied omringd door protestantse wijken.Hoewel de jongste volwassenen in de stad zich nauwelijks deze 'Troubles' kunnen herinneren raken ze steeds meer geradicaliseerd. Er is in de afgelopen tien jaar niet zoveel armoede geweest als nu, en werkloosheid blijft rond de acht procent; van de 18- tot 24-jarigen zat in 2013 één op de vier werkloos thuis. Met zo weinig banen en vaak ontoereikend onderwijs worden jonge mannen geïndoctrineerd door paramilitaire groeperingen die zijn overgebleven uit vroegere conflicten.VICE News ging naar het grootste vreugdevuur in Noord-Ierland, op de beruchte Shankill Road in Belfast, en keek hoe Unionists feest vierden, maar ook dronken, vochten en Ierse vlaggen verbrandden.