FYI.

This story is over 5 years old.

Woorden van Meningsuiting

Blut zijn is geen pretje

Hier is een korte lijst van dingen die ik bijna onmogelijk vind om te doen zonder geld: er goed uitzien, seks hebben, vriendschappen onderhouden, hoop voor de toekomst hebben.

Foto via flickrgebruiker KMR Photography

Wat is de kleinste hoeveelheid geld die je ooit hebt gehad? Heb je ooit de nul bereikt? En dat bedoel ik dan niet in abstracte zin, dat je even wat minder te besteden had of je creditcard moest gebruiken. Ik bedoel nul euro, geen enkele rekening waar je nog iets vandaan kan plukken, rode cijfers alom. Je limiet op je creditcard is bereikt, je kan niks meer van vrienden lenen, er zit geen kleingeld meer tussen de bankkussens. De rekeningen stapelen zich op en de koelkast is leeg, maar je hebt letterlijk geen cent meer.

Advertentie

Ik heb al een paar keer de nul bereikt. Niets permanents of te erg – vaak was het maar een dagje of twee. En ook niet om tragische redenen: een laag inkomen + slechte planning + een gebrek aan zelfbeheersing = nul euro. Desondanks voel je je een minder mens als je de nul raakt. Je bent onthand, machteloos, niet in staat tot interactie met de wereld. Je bent een schim, gedoemd om over een aarde te dolen waar je niets kan doen en niets kan kopen, achtervolgd door alle dingen die je hebt gedaan die je op dit punt hebben gebracht.

Natuurlijk, elke keer dat ik in deze situatie zit, heb ik dat volledig aan mezelf te danken. Ik ben slecht met geld. Ik heb nog nooit in mijn leven gespaard. Het dichtste dat ik bij financiële planning kom is wanneer ik proberen uit te vogelen welke schuldeiser me de langste uitstel van betaling zal geven (Leuk weetje: als er 'laatste aanmaning' op een rekening staat is dat een leugen; er zullen nog vele aanmaningen volgen, maak je geen zorgen.) Ik spaar niet omdat geld het strijdtoneel van mijn ondoordachtste en meest basale impulsen is. Ik heb geld altijd alleen maar gezien als een middel om mijn opwellingen te bevredigen. Extra geld? Tuurlijk zou ik dat kunnen gebruiken om een stabiel leven en toekomst op te bouwen, maar ik wil nu gewoon bier en wiet.

Het is deze impulsiviteit en gebrek aan discipline waardoor ik in de benarde financiële situatie ben beland waar ik nu in zit. Wanhopig wachtend op het volgende loonstrookje in groeiende paniek, terwijl ik steeds verder wegzak in institutionele schulden (dertigduizend euro aan studieschuld, tienduizend euro aan de bank, een paar honderd aan mijn telefoonprovider) en persoonlijke leningen (duizend van m'n ex, honderd van m'n tante) zonder plan of hoop dat ik het ooit kan terugbetalen. Ik wist die paniek en zelfhaat vroeger nog in toom te houden met hippieplatitudes, zoals "geld is slechts een illusie, man," of "je bent een kunstenaar, je hebt geen geld nodig." Maar de realiteit van een volwassene zijn zonder geld, en het gebrek aan mogelijkheden en vrijheid die dat veroorzaakt, is te prangend geworden om te negeren. Hier is een korte lijst van dingen die ik bijna onmogelijk vind om te doen zonder geld: er goed uitzien, seks hebben, vriendschappen onderhouden, hoop voor de toekomst hebben.

Advertentie

Foto via flickrgebruiker megawatts86

Zoals het geval is in de meeste relaties, gingen de ergste ruzies die m'n ouders hadden – de schreeuwpartijen die zo luid waren dat mijn broers en ik ons trillend verstopten onder het bed – over geld. Geld (of het gebrek daaraan) was de belichaming van alle tekortkomingen van mijn vader als man en als broodwinner. Geld kan een erg confronterende optelsom van al je fouten zijn. Geld was de schaduw die over ons gezinsleven hing. Wanneer ze geen knallende ruzie met mijn vader maakte, vertelde mijn moeder (die ik nog steeds zie als een heldin van epische proporties omdat het haar lukte om vier jongens relatief ongeschonden te laten opgroeien terwijl zij een drugsverslaafde partner had) mij tot in detail over hoe we op de rand van de financiële afgrond stonden. Met tranen in haar ogen vertelde ze dat ze geen idee had hoe we de elektriciteitsrekening konden betalen, waar het avondeten vandaan moest komen, de schaamte die ze voelde omdat we bijstand nodig hadden, en de hopeloosheid van niet weten wat ze moest doen of tot wie ze zich moest richten voor hulp.

Alleen viel het zwaard van Damocles nooit; we tuimelden nooit over de rand. Hoewel we niet op vakantie gingen of nieuwe kleren kregen, lag er wel altijd eten in de koelkast, werd de stroom nooit afgesloten, en zaten mijn broers en ik bij een sportclub.

Het is deze mysterieuze ambiguïteit, dit permanente uitstel van een onvermijdelijk lijkende ramp, die geld voor mij definieert. Gebrek aan geld was een altijd aanwezige angst die nooit helemaal werkelijkheid werd. Dat is waarom geld nooit echt heeft gevoeld voor mij. Doordat ik opgroeide in een huishouden waar de voornaamste bron van inkomsten een drugsverslaafde timmerman was, was geld nooit een stabiel en tastbaar iets, maar was het mysterieus en wraakzuchtig. Geld leek nooit een object dat berekend en beheerst kon worden. In plaats daarvan was en is het een alomtegenwoordig kracht die me omringt, zoals zwaartekracht of tijd, die onverklaarbaar is (natuurkunde is niet m'n sterkste punt) en mijn leven beïnvloedt maar die ik niet onder controle heb.

Ik internaliseerde geld als een bron van trauma. Een ding dat ik heb geleerd in therapie is hoe we constant de omstandigheden herscheppen waarin we ons het meest op ons gemak voelen, zelfs als die omstandigheden op zich angstaanjagend en stressvol zijn. Dat is hoe het gaat met mij en geld; waarom ik het constant uitgeef tot ik in de nulzone beland. Ik ken en begrijp geld alleen als een voortdurende bron van stress, als een focuspunt voor al mijn angsten en verdriet. Blut zijn en onzeker zijn over mijn toekomst is uitputtend en deprimerend, maar het is wel waar ik telkens weer terechtkom. Ik vervloek liever de wrede goden van het geld dan dat ik eens diep ademhaal en bij mezelf denk: misschien moet je dat laatste twintigje niet nu uitgeven aan bier, sukkel.

Ik heb het geluk dat er geen onoverkomelijke dingen zijn die me tegenhouden om iets van m'n leven te maken. En ik ben me gaan realiseren dat geld meer is dan alleen cijfertjes op een bankrekening. Geld is een representatie van je dromen, je vrijheid, en uiteindelijk je eigenwaarde. Dat is denk ik ook waarom geld voor mij altijd een manier is geweest om mezelf ten gronde te richten – omdat ik mezelf zie als waardeloos en ervoor wil zorgen dat mijn banksaldo dat reflecteert. En tenzij ik dat kan veranderen, zal ik altijd veel te afhankelijk zijn van onverwachte belastingmeevallers en losse muntjes die ik op de stoep vind.

Ik wil met geld leren omgaan alsof het iets is waar ik controle over heb. Dat betekent dat ik niet meer tevreden moet zijn met tijdelijke kutbaantjes die weinig opleveren, dat ik mijn toekomst moet gaan behandelen alsof-ie ertoe doet, en dat ik geld moet gaan sparen. De eerste stap: bedenken waar ik m'n spaargeld ga laten. Onder mijn matras? In een porseleinen spaarvarken? Of moet ik het ergens op een spaarrekening parkeren? Dat laatste klinkt volgens mij het verstandigst. Ik zal de trotse eigenaar van een spaarrekening worden, en er zal eindelijk een wereld voor me opengaan – een wereld die z'n deuren voor armoezaaiers gesloten houdt.