Een overzicht van de bedreigingen en het geweld aan het adres van 'Charlie Hebdo'

_Stephane Charbonnier aka Charb, cartoonist en hoofdredacteur van _Charlie Hebdo, overleed tijdens de aanslag.

Vanmorgen hebben drie gemaskerde mannen een aanslag gepleegd op de redactie van het links-satirische weekblad Charlie Hebdo. De gemaskerde mannen, die gewapend waren met automatische geweren en raketwerpers, doodden twaalf mensen (onder wie twee politieagenten) en verwondden twaalf anderen. De daders wisten te ontkomen en zijn op het moment van schrijven nog steeds niet gevonden. Volgens de autoriteiten schreeuwden ze tijdens hun daad "Allahoe akbar" en "De profeet is nu gewroken".

Charlie Hebdo publiceert al langer controversieel materiaal en was in het verleden al vaker doelwit van radicale moslims, die het magazine beschuldigden van islamofobie en belediging van de profeet Mohammed. De publicatie was hierdoor al meerdere malen het slachtoffer van bedreigingen en aanslagen.

Charlie Hebdo haalde in februari 2006 voor het eerst de internationale krantenkoppen toen ze een serie cartoons publiceerden, waaronder één cartoon waarop Mohammed met een bom als tulband was te zien. Die serie was eerder verschenen in de Deense krant Jyllands-Posten, en had in het Midden-Oosten tot dodelijke protesten geleid. Jacques Chirac, op dat moment de president van Frankrijk, noemde de acties van het blad een "openlijke provocatie". Verschillende Franse moslimgroepen klaagden de krant en hoofdredacteur Philippe Val aan voor "publiekelijke belediging van een groep mensen vanwege hun geloofsovertuiging". De aanklachten werden uiteindelijk door de Franse rechtbank verworpen.

Toch bleven islamitische groepen wrok tegen de krant koesteren, en tegen andere satirische publicaties die de cartoons geplaatst hadden. In 2008 werd dan ook een audioboodschap van naar verluidt Osama bin Laden vrijgegeven, waarin hij de tekeningen een onderdeel noemde van "een nieuwe kruistocht".

In november 2011 bracht Charlie Hebdo een editie uit met Mohammed op de voorkant, met als grap dat ze hem hadden benoemd als hoofdredacteur. De volgende dag stond het kantoor in brand. De politie concludeerde dat er sprake was van brandstichting. De website van Charlie Hebdo werd ook gehackt, zodat er alleen een afbeelding te zien was waarop stond: "Jullie blijven de almachtige profeet van de islam maar misbruiken met smerige en schandelijke cartoons, met als excuus dat het om vrijheid van meningsuiting draait."

Het kantoor van Charlie Hebdo na de aanval in november 2011. Foto via.

De Turkse hackersgroep Akincilar eiste de verantwoordelijkheid voor de hackaanval op. In een interview met een Franse krant zei een van de leden van de groep dat het een "protest tegen een belediging van onze waarden en overtuigingen" was, maar ontkende hij dat de groep iets te maken had met de brandstichting.

In september van 2012 publiceerde het blad opnieuw cartoons van (een ditmaal naakte) Mohammed. De Franse regering sloot Franse scholen en ambassades uit angst voor represailles. Vervolgens arresteerden de Franse autoriteiten een man die opriep tot de onthoofding van redacteur Stephane Charbonier, beter bekend onder zijn pseudoniem Charb.

Charbonier werd ook bedreigd in maart van 2013, toen Al Qaida's magazine Inspire hem op hun 'Most Wanted'-lijst zette. De lijst bevatte naast Charbonier enkele andere redacteuren en illustratoren die tekeningen van Mohammed hebben uitgebracht, en Ayaan Hirsi Ali.

Terwijl de spanningen tussen Franse moslims en de rest van de bevolking steeds hoger opliepen bleef Charlie Hebdo olie op het vuur gooien. In 2013 leidde een uitgave getiteld La Vie de Mahometnog tot de bedreiging van de eigenaar van een boekwinkel, die het magazine in zijn etalage had staan. Toch verbleekt deze ophef bij de aanval van vandaag. De daders zijn momenteel nog op vrije voeten.