De grootste peniskunstcollectie van de wereld

Charlie Leslie, intussen diep in de tachtig, heeft een groot deel van zijn leven gewijd aan het opbouwen van 's werelds grootste verzameling homo-erotische kunst. Samen met zijn overleden partner Fritz Lohman, richtten ze in 1987 het Leslie + Lohman Museum of Gay and Lesbian Art op, als reactie op de toenmalige hiv- en aidscrisis.

Zijn collectie is te bewonderen op een zolderruimte in SoHo, en bestaat uit honderden vertolkingen van naakte mannelijke lichamen en hun blote edele delen. Of het nou in de vorm van rietjes, muurbevestigingen of boekensteunen is, de pikken vliegen je om de oren. Sommigen zijn gesigneerd door grote namen zoals Mapplethorpe, Cocteau en Warhol. De pièce de résistance is het gigantische naaktportret van Charlie en Fritz zelf, dat boven hun bank hangt.

Het verhaal achter de collectie is even fascinerend als deprimerend. Een groot deel van de collectie bestaat uit werk dat is verkregen via familieleden van kunstenaars die aan aids zijn overleden. Wat zij als beschamend afval op straat zetten, zag Leslie als stukken geschiedenis, die gered en bewaard moesten worden.

Zijn levensverhaal is zo boeiend dat schrijver Kevin Clarke er een boek over besloot samen te stellen. In The Art of Looking verzamelde Clarke anekdotes uit Leslie's leven, waaronder het verhaal over hoe hij zijn plek in SoHo begon en uiteindelijk een verzamelaar werd.

The Art of Lookingwordt deze maand uitgegeven door Bruno Gmünder.