FYI.

This story is over 5 years old.

Stuff

De kleine dood: Leven en liefhebben als necrofiel

"Mensen voelen zich aangetrokken tot verschillende dingen. Bij mij zijn dat toevallig lijken."
kleine dood: Leven en liefhebben als necrofiel
Alle foto's met dank aan Jörg Buttgereit/Nekromantik

Hayden (niet zijn echte naam, wanneer je verder leest begrijp je waarom) is 18 jaar oud en zal het moment dat hij ontdekte dat hij necrofiel is nooit vergeten. Hij was 14 en op de begrafenis van een meisje waar hij goed bevriend mee was – de eerste keer dat hij in contact kwam met een lijk.

"Ik voelde de koudheid van haar huid aan mijn hand uren daarna nog, en dacht erover na hoe het zou zijn om haar voor eeuwig vast te houden. Ze was zo koud, en haar ogen zo open, leeg en levenloos," vertelt Hayden me terwijl hij terugdenkt aan die ene ervaring.

Advertentie

"Ik herinner me hoe het licht op haar gezicht viel, het leek alsof ze sliep maar haar ogen stonden wagenwijd open en waren zo doods," gaat hij verder. "Ik dacht dat ik erin kon verdrinken. Met mijn hand wilde ik door haar haren strelen, mijn vingers om die van haar winden om zo mijn huid voor altijd een te laten worden met de die van haar. Het ging allemaal veel te snel voorbij.

De momenten dat hij die ervaring opnieuw beleefde, gingen gepaard met een intens gevoel van woede en schuld. Wanneer hij erover probeerde te praten met anderen was er weinig tot geen begrip.

Vanaf het moment dat de mens zich druk maakt over wat wel of geen gewenst sociaal gedrag is, heerst er een flink taboe op het in de praktijk brengen van necrofiele verlangens en is er ook vaak een nadrukkelijk verbod op necrofilie. Desondanks speelt necrofilie een grote rol in de verbeelding van diezelfde maatschappij. Kijk bijvoorbeeld naar Achilles, die ervan verdacht werd necrofilie te bedrijven met Penthesilea, koningin van de Amazonen, nadat hij haar had vermoord. Of neem Herodus de Grote, die naar verluidt de tweede van zijn tien vrouwen bewaarde in honing en tot zeven jaar na haar dood nog seks met haar had. Sommige academici denken dat Karel de Grote geregeld necrofiele daden verrichtte. En met een iets moderner tintje: de film Doornroosje heeft ook sterke necrovibes.

Advertentie

Misschien was het juist de universele neiging naar necrofilie – fantasie of realiteit – die het instellen van structurele wetten ertegen uberhaupt nodig maakte. En misschien komt het meer voor dan we willen toegeven. Seks en de dood zijn altijd verbonden geweest, zelfs in ons taalgebruik. In het Frans is la petite mort of 'de kleine dood' synoniem voor orgasme.

De term "necrofilie" in de moderne zin van het woord is terug te leiden naar de Belgische psycholoog Joseph Guislain, die het gebruikte tijdens een lezing in 1850. Hij refereerde ermee aan de Franse necrofiel François Bertrand, die eerder was veroordeeld van het opgraven en verminken van lijken op Parijse begraafplaatsen. De term werd pas gecanoniseerd door Richard von Krafft-Ebing in zijn baanbrekende psychiatrische werk Psychopathia Sexualis.

Advertentie

Necrofilie is nog steeds een te weinig bestudeerd onderwerp in de psychiatrie. Deels omdat het zeldzaam is, maar er bestaat ook een taboe om er diepgaand onderzoek naar te doen. Zelfs de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, het meest gezaghebbende werk over psychiatrische diagnoses, had tot de vijfde en meest recente editie uit 2013 geen apart deel over necrofilie. (In eerdere edities werd het alleen genoemd onder "Paraphilia Not Otherwise Specified").

Anil Aggrawal, professor forensische geneeskunde aan het Maulana Azad Medical College in New Delhi, stelde in 2009 een nieuw systeem in voor het classificeren van necrofilie. Hij beschreef het zelf als "een van de meest rare, bizarre en misselijkmakende praktijken van abnormale en perverse seksualiteit." Zijn tientraps-systeem is tot nu toe de meest genuanceerde benadering van necrofilie en uitgebreid beschreven in zijn boek Necrophilia: Forensic and Medico-legal Aspects, de meest diepgaande studie ooit gepubliceerd over dit onderwerp.

"Het moeilijkste aspect (aan necrofilie bestuderen) is het gebrek aan literatuur en genoeg aantoonbare gevallen," vertelde Aggrawal me. "Ik moet toegeven dat ik deze obstakels niet helemaal kon overwinnen, maar ik heb het wel geprobeerd."

Advertentie

Bij eerdere pogingen om necrofilie te classificeren, zoals in de studie van Jonathan Rosman en Philip Resnick uit 1989, werd het onderverdeeld in twee groepen: 'echte necrofilie' en 'pseudonecrofilie'. Maar Aggrawal toonde aan dat er een veel breder spectrum aan necrofiele neigingen bestaat. Na onderzoek van tientallen gevallen van over de hele wereld, bleek het te varieren van milde seksuele fantasieën tot extreme vormen van necrosadisme.

De milde fantasieën vallen binnen dit systeem in Klasse 1. Dan hebben we het bijvoorbeeld over rollenspellen, 'romantische' necrofilie en fantasieën waarmee geen wetten worden overtreden. Deze mensen raken seksueel opgewonden wanneer een levende partner doet alsof hij dood is, van vampiertje spelen en van seksuele rollenspellen waarbij de partner door seks weer tot leven wordt gewekt. Onder Klasse 2 vallen ook romantische necrofielen, zoals degenen die het verliezen van een geliefde niet kunnen accepteren. Onlangs werd er bijvoorbeeld een weduwe betrapt die al een jaar lang sliep naast het lichaam van haar man in ontbindende staat.

Iets verderop in het spectrum vinden we de necrofiele fantaseerders, oftewel Klasse 3. Zij raken opgewonden van alles wat te maken heeft met het bezoeken van begrafenissen en begraafplaatsen tot het hebben van seks in dezelfde ruimte als een doodskist. Ook vinden ze het zien van foto's met dode lichamen erotisch.

Advertentie

Verderop in het systeem vinden we de necrofielen in de klassiekere zin: mensen die seksuele praktijken beoefenen met een lijk. Uit Aggrawals systeem blijkt dat er veel manieren zijn waarop dat gedaan wordt. Sommigen willen enkel een dood lichaam aanraken voor seksuele stimulatie (Klasse 4), terwijl anderen dode lichamen willen misvormen terwijl ze masturberen (Klasse 6). Maar er zijn ook moordzuchtige necrofielen die een levend persoon vermoorden om seks te kunnen hebben met een dood lichaam (Klasse 9).

Volgens de bevindingen van Aggrawal is het vrij gebruikelijk dat necrofielen 'groeien' binnen dit klassesysteem. In zijn boek bespreekt hij verschillende gevallen van mensen met necrofiele fantasieën die vervolgens bewust op zoek gingen naar een baan waar ze in contact kwamen met lijken, zodat hun fantasieën werkelijkheid konden worden.

Ook Hayden vertelde me dat hij op een dag een baan hoopt te vinden die hem dagelijks in contact brengt met dode mensen. "Ik weet dat ik niets met mijn verlangens kan doen – in ieder geval niet zonder opgepakt en gearresteerd te worden," zegt hij. Tegelijkertijd maakt hij zich niet echt zorgen dat zijn fantasieën tot misdaden zullen leiden – aanraken is voor hem genoeg.

"De meeste mensen vinden het idee dat iemand aan hun lijk zit afschuwelijk, zeker als het om seks gaat. Ik vind dat lachwekkend – het is niet alsof ze hun lichaam nog nodig hebben," zegt hij. "Serieus, het zou niet zo'n groot probleem moeten zijn. De media en justitie hebben het allemaal groter gemaakt dan het is."

Advertentie

Carla Valentine is technicus bij een uitvaartcentrum, curator van Bart's Pathology Museum en oprichter van Dead Meet, een online datingnetwerk dat zich exclusief richt op professionals in de uitvaartsector. Valentine besteedt veel tijd aan het bespreken van het einde der eindes, en hoopt dat praten over de dood door haar activiteiten meer geaccepteerd zal worden en niet meer zo'n afschuw oproept. Ze doet dit deels door, zo zegt ze zelf, necrofilie acceptabel te maken.

"Met necrofilie acceptabel maken bedoel ik dat ik er objectief tegenover sta en anderen aanspoor hetzelfde te doen," legt Valentine uit. "Mensen zijn over het algemeen minder geschokt als ze horen over martelingen en moorden, dan van het idee dat iemand misschien aangetrokken is tot een dode, of er intiem mee is. Praat over een gewelddadige moord aan de eettafel en iedereen doet mee aan het gesprek. Zeg necrofilie en de hele tafel zwijgt.

Valentine zelf identificeert zich niet als necrofiel of iemand die de doden begeert, maar haar schrijfwerk toont een fascinatie voor seks en dood, vooral als het gaat over de manier waarop popcultuur ermee omgaat. Het overgrote deel van Valentines research richt zich op hoe houdingen tegenover dood en doodgaan ontstaan en zich ontwikkelen. De grote vraag die ze onderzoekt is waarom mensen het concept van necrofilie zo verwerpelijk vinden, maar het tegelijkertijd massaal terug willen zien in de popcultuur – zeker als het gaat om bewerkingen die Valentine neo-necrofilie noemt of relaties met levende doden, zoals in Twilight.

Advertentie

"Wat is het toch met de dood en de doden wat we zo afschuwelijk vinden dat we – in de Westerse wereld tenminste – het intiem willen zijn met lichamelijke resten niet kunnen bevatten?" vraagt ze zich af. "Ik heb mensen geïnterviewd over waarom het toch zo'n taboe is en kreeg een keer het volgende antwoord: 'Ik kan me eerlijk gezegd wel voorstellen dat ik iemand martel en die persoon als seksslaaf houd, maar ik zie mezelf geen seks hebben met een dood lichaam.' Waar gaat dat over?"

Alleen buiten de mainstreamcultuur vinden we werken als Jörg Buttgereits Nekromantik-films of Superverts Necrophilia Variations, testamenten van de aantrekkingskracht van macabre seksuele afwijkingen. Vooral de laatste is eigenaardig. Het betreft een verzameling die rechtstreeks uit Aggrawals tientraps-classificatiesysteem gehaald lijkt te zijn, om vervolgens bewerkt te worden door Bataille of Markies de Sade.

Er komen ook steeds meer bedrijven die de dood romantiseren, bijvoorbeeld door dingen te verkopen als uitvaartcentrumparfum, een vampierensekszaklamp en bloemen die lijken op piemels met de lucht van rottend vlees. Misschien dat sommige items niet meer zijn dan kitsch-souvenirs voor gothics, maar ze spreken Hayden zeker aan.

Advertentie

"Er bestaat een industrie voor elke fetisj, je moet hem alleen weten te vinden" zegt hij. "Ik zou zeggen dat er een prima markt is voor spullen die met necrofilie te maken hebben, maar er zijn veel gekkere dingen."

Hayden zegt dat hij tot nu toe zijn necrofiele verlangens op andere manieren kon stillen, bijvoorbeeld door het schrijven van gedichten en fictie gebaseerd op zijn fantasieën. En anders is er altijd nog het internet, vooral de Deep Web, een schatkamer vol sites voor mensen die zijn seksuele interesses delen.

"Ik vond ook een site die zich enkel richt op het mooi aankleden van lijken in doodskisten," zegt hij. "Dat is een geweldige uitlaatklep voor me geweest op momenten dat ik alles op een rijtje probeerde te krijgen."

De vraag blijft natuurlijk of er een gezonde manier is voor necrofielen om stoom af te blazen, of dat het de drang en lust naar seksuele interactie met een echt lijkt alleen maar aanwakkert.

"Necrofilie kan zich ontwikkelen van de ene klasse naar de volgende, dus bedrijven kunnen potentieel de necrofiele drang versterken," zegt Aggrawal. Ik geloof dat je het beste met een psychiater of psychotherapeut kunt praten om met je necrofiele drang om te kunnen gaan. Er zijn verschillende manieren om zulke mensen te helpen."

Haydens therapeut raadde hem aan om een hulpgroep over parafilie te bezoeken, maar hij zegt dat dit het ongemak en de angst over zijn afwijking erger maakte dus hij stopte er snel mee. Degene die hem het meest steunt in zijn geheime verlangens, vertelt hij, is zijn vriendin.

"Zij leest alle gedichten die ik schrijf, mijn verhalen die over necrofilie gaan, ze stuurt me zelfs liedjes of artikelen die ze vindt over dit onderwerp," zegt hij. "Zij heeft me altijd verteld dat het niet abnormaal is – dat mensen aangetrokken zijn tot andere dingen, bij mij zijn dat toevallig lijken."

Als je necrofilie opzoekt in Psychopathia Sexualis lees je dat Krafft-Ebing stelt dat er meer onderzoek nodig is naar of een gezond brein wel of geen necrofiele neigingen kan hebben. Maar 150 jaar na publicatie lijkt het alsof de psychiatrische gemeenschap deze vraag duidelijk heeft beantwoord met een volmondig "nee".

Het is ergens wel logisch: de geschiedenis staat bol van de brute verhalen over necrofiele praktijken, en de realiteit is dat seks met een lijk de meeste mensen misselijk maakt. Maar Valentine en anderen willen graag aantonen dat het ook een andere kant heeft, dat het niet iets is waar je bang voor hoeft te zijn of wat je moet negeren, maar dat het misschien kan leiden tot zinnige discussies die inzicht kunnen bieden in de onderliggende redenen voor onze culturele houdingen ten opzichte van seks, liefde en de dood.