FYI.

This story is over 5 years old.

Stuff

De nacht dat ik een man vermoordde

"Ik haalde het pistool uit mijn zak en deed mijn ogen dicht. Er was een luide knal: een geluid dat ik tot op de dag van vandaag nog steeds hoor."
Illustratie door Dola Sun

Ik tril, ik schreeuw en mijn hart klopt als een gek. Ik spring uit bed en voel onmiddellijk dat de stalen muren op me af komen.

Dikke tralies voor me. Ik reik ernaar.

"Help, iemand!"

Ik hoor een stem en heb moeite om te reageren.

"Het is oké, Jason, haal adem. Het is alleen maar een nachtmerrie."

Ik schrik wakker. Ik bevind me in een kamer die ongeveer zo groot is als een tweepersoonsbed. Voor me zie ik een stalen hek dat wordt geopend en gesloten door een onzichtbare hand. Mijn bed is een metalen plaat, met daarop alleen een dun, plastic matrasje. De muren zijn ondergekalkt met groene verf, met hier en daar een ondefinieerbare vlek.

Advertentie

Ik ben nog steeds te bang om te gaan slapen, maar wil ook niet naar de muren van mijn cel staren. Daarom trek ik de lakens over mijn hoofd en probeer in slaap te sukkelen. Ik heb liever een nachtmerrie dan dat ik wakker ben op deze plek.

Vier uur geleden werd het stalen hek achter me dichtgedaan, zoals dat elke dag voor de afgelopen achttien jaar is gebeurd. Maar ik ben nog steeds niet gewend aan dat geluid: het doet me denken aan hoe ik hier terecht ben gekomen.

Het was juli 1997. Ik was achttien jaar oud, woonde in de wijk Sunset Park in Brooklyn, en had nog geen strafblad. Ik had een stiefvader die een serieuze coke- en alcoholverslaving had. Ik werd al bang als ik wist dat hij bijna thuiskwam van werk.

Als ik tv keek wanneer hij wilde kijken, mepte hij me in mijn gezicht, wurgde me en stompte me zo hard in mijn maag dat ik huilend voorover viel op de grond, happend naar lucht. Als ik mijn eten niet opkreeg, gooide hij het in mijn gezicht en dwong me om naakt en gehurkt in de hoek te zitten. Met mijn gezicht tegen de muur gedrukt moest ik constant herhalen: "Ik geef toe dat ik een fout heb gemaakt. Het spijt me, meneer."

Mijn stiefvader suste zijn geweten niet door cadeaus te geven of genegenheid te tonen, zoals je weleens hoort. In plaats daarvan dwong hij me om seksuele handelingen bij hem te verrichten.

Door elke mishandeling kreeg ik het gevoel dat mijn leven niet van mijzelf was.

Advertentie

Ik begon drugs te gebruiken om mijn gevoelens te verdoven. Twee jaar voordat ik naar de gevangenis ging, ontmoette ik een jongen die Steven heette, maar door z'n vrienden Drama werd genoemd.

Toen Steven me begon te pesten omdat ik mager was en niet de goeie kleren aanhad, verdedigde ik mezelf niet. Ik was eraan gewend om alles maar gewoon te pikken, ongeacht hoeveel woede ik van binnen voelde. Hij noemde me een lafaard en dreigde me in elkaar te slaan als ik hem alleen al verkeerd aankeek. Hij pikte mijn geld, sloeg me, gooide stenen naar me en mepte me met een stalen pijp: alles wat nodig was om zijn dominantie te demonstreren. Hoe meer ik smeekte om met rust gelaten te worden, des te erger hij werd. Naarmate de maanden verstreken, probeerde ik hem te ontwijken door in andere buurten rond te hangen. Maar hij bleef me opzoeken.

Ik werd depressief en paranoïde. Ik begon me af te vragen of het leven nog wel zin had. Ik overwoog om mezelf op te hangen, mijn polsen door te snijden of van een brug af te springen. Uiteindelijk besloot ik om een pistool in mijn mond te stoppen en de trekker over te halen.

Op de nacht dat ik van plan was om zelfmoord te plegen, sprak ik eerst af met twee vrienden: een om alcohol mee te kopen en de ander om wiet van te kopen. Ze zeiden dat ze me zouden oppikken rond acht uur 's avonds.

Mijn moeder lag bewusteloos in haar kamer door de heroïne. Ik deed de kastdeur open en begon door haar kleding te rommelen totdat ik een houten kistje vond. In de kist lag hetzelfde pistool dat mijn stiefvader gebruikte om me te bedreigen als ik ooit voor mezelf opkwam of iemand over de mishandelingen vertelde.

Advertentie

Ik deed de kist dicht en stond een minuut lang stil. Toen opende ik de kist weer, haalde het pistool eruit en stopte het in mijn broekzak. Ik kon het gewicht van het wapen tegen mijn been voelen.

Toen Miguel en Israël arriveerden, reden we langs een drankwinkel waar Israël een halve liter rum kocht. Vervolgens zette hij ons af in een park en ging hij verder met zijn werk als taxichauffeur. Voordat ik het wist had ik de hele fles al bijna op. Daarna begonnen we jointjes te roken.

Ik dacht na over mijn zus Lenamarie, die altijd mijn kleding had gewassen en gestreken en ervoor zorgde dat ik nooit met honger naar bed ging. Ze vertelde me 's nachts verhalen. Ze probeerde me zelfs te beschermen tegen mijn stiefvader, maar dan sloeg en bedreigde hij haar ook. Ik wilde haar vertellen hoeveel ik van haar hield en ik wilde haar bedanken. Misschien moest ik gedag zeggen.

Toen ik bij haar huis aankwam, zag ze hoe dronken ik was en eiste ze dat ik die nacht bij haar bleef slapen. Maar zodra ze even naar de wc ging, vertrok ik.

De zelfmoordgedachten waren overweldigend.

Miguel en ik gingen terug naar Israël, en ik vroeg of ze me weer konden afzetten bij het park. Ze stopten eerst bij een winkeltje om sigaretten en bier te kopen. Ik stapte de auto uit om wat frisse lucht te krijgen. Ik was duizelig van de wiet en de drank.

Toen ik langzaam om me heen keek, zag ik een massa bekende gezichten uit mijn jeugd. In alle schaduwen en donkere hoeken leken monsters verstopt te zitten. Ik was doodsbang. En dat is het moment waarop ik een soort kruising tussen Steven en mijn stiefvader zag, die opeens voor me opdook en me begon te schoppen en slaan. Hun gezichten vervormden en versmolten in mijn gedachten. Ik hoorde m'n bloed in mijn oren suizen.

Advertentie

Ik haalde het pistool uit mijn zak en deed mijn ogen dicht. Er was een luide knal: een geluid dat ik tot op de dag van vandaag nog steeds hoor.

Ik deed mijn ogen open en verwachte mijn ziel mijn lichaam te zien verlaten of een helder licht te zien. In plaats daarvan zag ik iemand op de grond liggen.

"Misschien had hij ook ouders die hem mishandelden. Misschien deed iets hem ook pijn en was dat de reden dat hij mij pijnigde."

Nu ik hier in het donker zit, in een krappe kooi waarin ik niet kan slapen en word gekweld door herinneringen, haat ik mezelf voor wat ik heb gedaan. Ik haat dat ik een van die monsters ben geworden.

Ik denk veel aan hem. Aan Steven, en hoe hij me pestte. Maar ik heb hem vermoord. Nu denk ik dat hij misschien ook ouders had die hem mishandelden. Misschien deed iets hem ook pijn en was dat de reden dat hij mij pijnigde. Ik zou het niet weten.

Ik ben gebroken. Het maakt niet uit hoeveel ik ook wens dat dit allemaal slechts een nachtmerrie is. De stalen poort sluit zich nog steeds elke dag achter me, en herinnert me aan de waarheid.

Opmerking: Israël spreekt het verhaal van de auteur tegen. Hij beweert dat hij geen vrienden was met Rodriguez of Miguel voordat hij hem wegreed van de plaats delict. Volgens hem had Rodriguez hem gekidnapt en zijn walkietalkie gestolen na de moord.

De 37-jarige Jason Rodriguez zit vast in de gevangenis Shawangunk in Wallkill, in de staat New York. Hier zit hij een straf uit van 37,5 jaar tot levenslang voor moord in de tweede graad, bezit van een vuurwapen en diefstal. Rodriguez ontkent de laatste aanklacht.

Dit artikel is gemaakt in samenwerking met The Marshall Project.