FYI.

This story is over 5 years old.

reizen

Deze Russische stad is nog giftiger dan Tsjernobyl

Maar Tsjernobyl is ontruimd en in Dzherzhinsk wonen nog 240.000 mensen.

Beelden: Dmitry Beliakov

Dzherzhinsk is een Russische stad 400 kilometer ten oosten van Moskou en was ooit de ‘chemical capital’ van de Sovjet-Unie, met een groot aantal fabrieken waar chemische wapens werden gemaakt. Omdat communisten niet zo veel om het milieu gaven werd er tussen 1930 en 1998 zo’n 300.000 ton chemisch afval in en rond de stad gedumpt. Sommige chemische fabrieken draaien nu nog steeds net zo veel uren als in het Sovjet-tijdperk en volgens een onderzoek van het Amerikaanse Blacksmith Institute uit 2007 is het er nog ongezonder dan in Tsjernobyl.

Advertentie

Het enige grote verschil met Tsjernobyl is dat die stad ontruimd is na de kernramp in 1986, en dat er in Dzherzhinsk nog steeds 240.000 mensen wonen. De levensverwachting voor mannen is er 42 jaar en voor vrouwen 47 jaar. Volgens het onderzoek ligt de begraafplaats er vol met mensen jonger dan 40. Het aantal doden overschrijdt het aantal geboortes met 260% en de baby’s die geboren worden hebben falende immuunsystemen en allerlei genetische afwijkingen. Het Guinness Book of Records noemt Dzherzhinsk de ‘most chemically polluted city in the world’.

Volgens het Blacksmith-onderzoek uit 2007 zitten er 190 verschillende soorten chemicaliën in het grondwater van Dzherzhinsk, waardoor het water veranderd is in een soort witte drap met een extreem hoge concentratie fenol, een chemisch goedje dat kan leiden tot acute vergiftiging en de dood. In 2007 overschreden de fenolwaarden in het grondwater 17 miljoen keer de veiligheidsnorm.  Daarnaast zijn er door het jarenlang dumpen van chemisch afval rondom de stad kunstmatige moerassen ontstaan, gevuld met dingen als arsenicum en restproducten van mosterdgas. Sommige moerassen zijn wit van kleur, anderen pikzwart, en allemaal ontzettend giftig.

Omdat ik meer wilde weten over de stad en benieuwd was naar hoe het er in Dzherzhinsk uitzag sprak ik met de Russische fotograaf Dmitry Beliakov, die er in 2007 een fotoserie maakte voor de Engelse krant The Daily Telegraph. “Dzherzhinsk staat zonder twijfel in de top vijf van meest deprimerende plekken die ik ooit heb bezocht in de negentien jaar dat ik journalist bent,” zegt hij.  “Dichtbij de chemische moerassen stonden de koeien te grazen. Het gif komt door het grondwater in het gras en zo worden de koeien vergiftigd. Van die koeien wordt vlees gemaakt zodat de worst die mensen op hun bord hebben ook vol chemicaliën zit. De stad is het Russische symbool van vervuiling.”

Tot 2011 veranderde er weinig aan de situatie. Greenpeace bekommerde zich om Dzherzhinsk, maar lag vooral overhoop met de lokale overheid over hoe ernstig de vervuiling was. De gemeente Dzherzhinsk spreekt de resultaten van het Blacksmith-onderzoek namelijk fel tegen. Volgens hen is  de gemiddelde levensverwachting 64 en valt het allemaal wel mee met de vervuiling. Toen een journalist de burgemeester van Dzherzhinsk voor zijn camera kreeg en hem ernaar vroeg zei hij “dat het allemaal de schuld van de media was” en dat de vergiftiging van het grondwater een hoax is.

Milieuorganisatie Green Cross Switzerland was in 2011 de laatste organisatie die actief was. Ze kozen voor een andere aanpak dan Greenpeace. “Het geruzie tussen milieuorganisaties en lokale overheden leverde weinig op,” zegt Stephen Robinson, natuurkundige van Green Cross. “We hebben toen een Water Council opgezet om met de overheid te discussiëren over de risico’s van het vervuilde grondwater en ervoor gezorgd dat ze de problemen erkennen, zodat de schoonmaak prioriteit kon krijgen.”

Het is niet alleen de overheid die zich niet zo druk maakt: ook de bewoners van de stad lijken zich erbij neergelegd te hebben dat ze op een gifbelt leven en het vlees op hun bord gemarineerd is met arsenicum. “Degenen die zich er wel druk om maakten zijn waarschijnlijk allang vertrokken,” zegt Dmitry. “Toen ik er was deden de inwoners alsof alles oké was, ik denk omdat ze geen andere plaats hebben om naartoe te gaan. Ik vroeg aan een man op straat of hij vond dat Dzherzhinsk een mooie plek was om te leven. “Wat maakt jou dat nou uit?”, zei hij. “Ik woon hier toch al.”

Over de toekomst van Dzherzhinsk zijn Dmitry en Stephen het niet helemaal eens. Green Cross is sinds 2011 niet meer actief in de stad, nadat de Russische overheid had toegezegd om het chemisch afval op te ruimen. Ik merk aan de telefoon dat Stephen zijn wantrouwen in de Russische autoriteiten niet uit wil spreken, maar hij geeft me voor hij ophangt nog wel een goed advies. “Ik weet niet hoe het er nu voor staat, maar ik zou er niet naartoe verhuizen als ik jou was.” Dmitry ziet het al helemaal niet rooskleurig in. “Milieuactivisten laten soms wel wat van zich horen, maar veel effect heeft het niet. Who gives a hell? Niemand.”