Dingen die je leert als je ternauwernood een motorongeluk overleeft

FYI.

This story is over 5 years old.

Stuff

Dingen die je leert als je ternauwernood een motorongeluk overleeft

"Terwijl ik daar gorgelend en kreunend in de berm lag, was ik behoorlijk boos op mezelf. Ik wilde niet dat m'n leven zo zou eindigen."

Ik proefde warm bloed achterin in m'n keel. Ik strompelde langs de zijkant van de weg, op zoek naar m'n motor – en maakte mezelf wijs dat er niks aan de hand was. Ik was niet aan het ijlen; ik wilde gewoon niet geloven dat ik gewond was. Dit was niet de eerste keer dat ik onderuit was gegaan, en altijd stond ik weer op en reed ik verder. Dat is wat je doet: je staat op, pakt je motor en gaat weer verder. Maar deze keer droeg ik nog maar één laars, en m'n helm zat niet meer op m'n hoofd. Ook kon ik niet lopen zonder telkens te struikelen – iets wat ook nooit eerder was gebeurd.

Advertentie

Ik ging op m'n rug liggen en probeerde mezelf ervan te overtuigen dat er niets aan de hand was. Het vroor en het regende, maar m'n borst en maag voelden alsof ze in brand stonden. Later hoorde ik dat ik m'n middenrif, nier, lever en milt had gescheurd. Ik had meerdere ribben gebroken en ik kon ze voelen klikken en knarsen bij elke ademhaling. Twee ribben hadden m'n rechterlong doorboord. Ik had aan beide kanten een klaplong. Ik verdronk in m'n eigen bloed –elke keer als ik naar adem hapte, hoorde ik een vreemd gorgelend geluid. Ik dacht: dit is het dan, deze keer heb je het echt verneukt.

Ik ging altijd tot het randje. Ik kreeg een kick van roekeloos zijn, want elke keer als ik het overleefde, kreeg ik het gevoel dat ik ertoe deed. Maar toen gebeurde het. Met rond de zeventig kilometer per uur – in hevige regenval – schatte ik een rotonde verkeerd in.

"Ik kreeg een kick van roekeloos zijn, want elke keer als ik het overleefde, kreeg ik het gevoel dat ik ertoe deed."

Toen ik daar gorgelend en kreunend lag, was ik teleurgesteld en boos op mezelf. Ik wilde niet dat m'n leven zo zou eindigen – in de berm van de snelweg in de fucking regen. Ik was niet gelukkig met m'n leven en de persoon die ik was op m'n 26e. Ik wilde een nieuwe kans. De ambulancebroeders brachten me naar het ziekenhuis van Bathurst (in Australië) waar ze me in een kunstmatig coma brachten. Ze gaven me veertien bloedtransfusies en sneden me van m'n borst tot aan m'n lies open. Zes chirurgen vlogen over uit Sydney en om om de beurt m'n binnenste weer aan elkaar te hechten. Daarna vlogen ze me over naar Westmead, waar m'n buik vier dagen open lag in de intensivecareafdeling. Het duurde drie weken voordat ik wakker werd.

Advertentie

Toen ik ontwaakte was m'n lichaam volledig afhankelijk van machines. Ik kon niet bewegen. Ik kon niet praten. Ik was alleen met mijn gedachten en wilde alleen nog maar slapen. Ik lag een week lang wakker, totaal van de wereld van de drugs, en besefte nog amper dat ik de tweede kans waar ik om vroeg had gekregen.

Naarmate de tijd verstreek en ik minder zware pijnstillers kreeg, werd het gevoel van vastberadenheid steeds sterker. Er waren wat problemen met m'n verwondingen, maar ik was zelfverzekerd en mentaal sterk. Ik lag daar nog drie weken, en dacht veel na. Ik had tijd zat – tijd om in het reine te komen met de dingen die in m'n leven zijn gebeurd, en na te denken over de fouten die ik heb gemaakt. Toen gebeurde er iets dat m'n nieuwe mentale evenwicht behoorlijk verstoorde. Een jongetje van tien op mijn afdeling, dat vocht voor z'n leven na een auto-ongeluk, overleed. Ik kon het niet begrijpen of accepteren. Ik kon niet bevatten waarom ik nog leefde, en hij niet. Jarenlang nam ik m'n leven als iets vanzelfsprekends voor lief, maar nu zat ik hier plannen te maken voor mijn toekomst. Het jongetje had geen toekomst meer. Het is moeilijk uit te leggen wat dit met me deed.

Zowel m'n hoofd als m'n lichaam gaven het op. Ik werd niet meer beter, door een infectie die de dokters niet konden vinden. Ik kon me niet eens meer herinneren hoe was om iets te eten of drinken. Ik werd gek van de smaak van bloed in m'n mond, ik was het zat om te poepen in een zak, en ik had het helemaal gehad met kapelaans die tegen me preekten over leven en dood.

Advertentie

De infectie werd erger. Het was rond week zeven dat 'm per toeval vonden. Ze haalden me van de beademingsmachine af, waardoor ik zo hard moest hoesten dat ik letterlijk uit elkaar scheurde. Ik moest direct naar de operatiekamer, zodat de chirurgen m'n ingewanden weer terug konden stoppen. Het was een geluk bij een ongeluk, want ze vonden de infectie die m'n darmen aan het wegvreten was.

De artsen schreven een hoge dosis antibioticum voor, en ze waarschuwden me dat het definitief afgelopen kon zijn als ik ook maar even hoestte of nieste. Ik verroerde twee weken lang geen vin. Ik wist dat dit m'n laatste kans was. Ik focuste me op m'n ademhaling, en dat was het. Ik was gefocust op het in leven blijven.

"Dat is het belangrijkste wat ik heb geleerd van deze ervaring: het waarderen van controle over je lichaam."

Toen de infectie eindelijk verdween, herstelde de rest van m'n lichaam zich ook. Tien weken na het ongeluk strompelde ik door de gang met een rollator. De eerste keer haalde ik amper de deur voordat ik in elkaar stortte van de pijn. M'n torso werd bij elkaar gehouden door nietjes en een gordel, en de kleinste bewegingen deden al pijn. M'n spieren waren verwoest toen ze me opensneden om te opereren. Toen ik uit het ziekenhuis kwam, concentreerde ik me op m'n herstel. In het begin kroop ik maar een beetje over de vloer, maar ik werd elke dag sterker en op een gegeven moment stond ik elke dag vroeg op om een wandeling te maken. De ene dag haalde ik het tot de brievenbus, de volgende dag kwam ik weer iets verder, daarna bereikte ik de weg, enzovoorts. Na vijf of zes weken ging ik weer terug naar werk, wat waarschijnlijk iets te vroeg was – maar ik verveelde me. Ik pushte mezelf tot het punt dat ik weer genoeg controle had over m'n lichaam om terug naar de sportschool te kunnen en weer op m'n motor te stappen.

Dat is het belangrijkste wat ik heb geleerd van deze ervaring: het waarderen van controle over je lichaam. Ik heb het gevoel dat ik meer begrip heb gekregen voor het menselijke brein, de kwetsbaarheid van het menselijke lichaam, en hoe die twee samenwerken. Ik heb de laatste tijd veel gelezen over hoe onze gedachten onze lichamen beïnvloeden, dus probeer ik m'n eigen gedachten onder controle te houden. Ik leef nog en voel me gezond, en ik geloof oprecht dat ik het heb gered omdat ik er vertrouwen in had dat ik het zou redden.