FYI.

This story is over 5 years old.

Lekker weg in Nederland

Een macaber middagje in Nederlands enige uitvaartmuseum

Je hoeft deze zomer helemaal niet op zonvakantie naar een ver buitenland. Je kunt bijvoorbeeld ook gewoon een dagje naar Uitvaartmuseum Tot Zover.

Denk er eens over na: naar het buitenland gaan voor je kicks is best duur, onhandig en misschien wel overbodig. Er is genoeg te ontdekken in eigen land, en daarvoor hoef je niet in de rij te staan om in te checken, je Fanta in de prullenbak te gooien of je lichaamsholtes te laten inspecteren op napalm. Dat ons land genoeg te bieden heeft, laten we je zien in de serie Lekker weg in Nederland.

Hoe vaak denk jij na over de dood? Wekelijks? Dagelijks? Elke keer dat je Instagram opent?

Advertentie

Op de eerste warme dag van de zomer ging ik op bezoek bij Tot Zover, de toepasselijk duistere naam van het Nederlands Uitvaart Museum. Uit het persbericht van de "feestelijke opening" in december 2007: "Het bezoek begint met de dood en eindigt bij het leven." Daar bleek niets van gelogen.

Als ik de poorten van begraafplaats en crematorium De Nieuwe Ooster ("Museum Tot Zover is het enige Nederlandse museum dat gevestigd is op een begraafplaats") doorloop, rijdt er een zilverkleurige lijkwagen naar buiten. Leeg. Een gevoel van ongemak bekruipt me.

Meteen rechts na de ingang bevindt zich het museum, een modern, laag gebouw, waar je bij binnenkomst meteen de kantine inloopt. De salsa die er aanstaat voelt misplaatst vrolijk als er een begrafenisstoet de poorten binnenrijdt. Ik doop een tosti in ketchup. Het is een lekkere tosti. Overal om me heen liggen dode mensen.

Het gastenboek bij de ingang van het museum is grotendeels gevuld met berichten van mensen die het "indrukwekkend!", "interessant" of "goed verzorgd" vinden. Ene Eve schreef "I like dead things," met de hartelijke groeten uit New York.

Behalve George en Monique van de kantine en ikzelf was de enige andere levende ziel in het gebouw Freddy, de suppoost. Hij is de zoon van een uitvaartondernemer en zit naar eigen zeggen al 43 jaar in het "funeraire gebeuren" – en zo ziet hij er ook uit. Freddy is een van die weinige mensen bij wie het natuurlijk staat om met zijn handen achter zijn rug te lopen.

Advertentie

Het museum zelf bestaat uit twee kamers met de vaste tentoonstelling. Daarnaast is er een kleine filmzaal en een ruimte voor tentoonstellingen als "De Kabbalagraven van Safed," "Death Portraits" en mijn favoriet "De Bedroefde Bolide - Het Grote Lijkwagenperspectief." Op dit moment kan de bezoeker genieten van de tentoonstelling "De Vogelvanger," over mensen die (al dan niet) gered worden van zelfmoord. Vrolijke kost.

Af en toe staat Freddy ineens naast me. Ik vermoed dat mensen in de begrafenisindustrie les krijgen in zo geruisloos mogelijk rondlopen. "We willen mensen inzage geven in het funeraire gebeuren," vertelt hij. "Er rust vaak nog een taboe op, terwijl mensen er wel nieuwsgierig naar zijn." Waarvan akte.

In het eerste zaaltje staan in vitrinekasten allerlei attributen uitgestald, van doodsmaskers van kinderen, tot de macabere make-updoos van iemand die lijken "verzorgt," wat volgens Freddy nu de correcte term is. Het pronkstuk is een grote eikenhouten vitrine met daarin iets wat in eerste instantie lijkt op een bloemstuk van gedroogde bloemen. Het was geen bloemstuk van gedroogde bloemen.

Het pronkstuk van deze zaal is namelijk geen boeket van gedroogde bloemen, maar een boeket gemaakt van mensenhaar. Lokken haar zijn omgebogen tot bloembladeren en over knoppen die eveneens van haar zijn gemaakt gestrooid. Het boeket was een verjaardagscadeau van een zoon aan zijn vader in 1871, en was gemaakt van haar van levende en dode familieleden – feestelijk! Na zijn overlijden is het haar van de feestneus ook toegevoegd aan het boeket.

Advertentie

In de volgende zaal staat een rij doodskisten die de begrafenisrituelen van verschillende culturen uitleggen. Terwijl ik lees over de gebruiken in China, waar mensen blijkbaar begraven worden met allerhande spullen gemaakt van karton – waaronder kartonnen sigaretten van het merk Haloboro – om doorgang te krijgen tot hun soort van hemel, staat Freddy plotseling weer achter me. "Mensen willen steeds vaker begraven worden op hun eigen manier," vertelt hij. "Alles is nu mogelijk."

Ballonnen die opgelaten worden en manden met witte duiven die vrijgelaten worden, zijn voor sommigen niet meer genoeg. Freddy vertelde dat hij een keer een begrafenis had meegemaakt waarbij de overledene werd vervoerd in een bakfiets, en een andere keer kwam het lijk aan op een plank op wielen die getrokken werd door een fiets, "maar wel bedekt met een doek, natuurlijk, anders mag het niet."

Freddy was op dreef, en vertelde over de keer dat Wim Sonnevelt begraven werd, en er zoveel mensen op afkwamen dat de grafzerk omver werd gelopen. Of toen hij mee was op de rondvaartboot waarop Annie M. G. Schmidt naar haar laatste rustplaats werd gebracht. En de keren dat het minder feestelijk was, zoals na de vliegramp op Tenerife in 1977, toen hij een jonge vader naast de opgestapelde kisten van zijn vrouw en twee kinderen zag staan. Maar: "Uiteindelijk gaat het om de dankbaarheid van de mensen die je kan helpen, daarom kan je doorgaan."

Verder leerde ik ook dat rijke stinkerds rijke stinkerds heten omdat zij de enigen waren met genoeg geld om ín de kerk begraven te worden, en daar gingen ontbinden en stinken. Het is absoluut niet waar dat geld stinkt. Ook was crematie tot 1955 illegaal in Nederland, en gingen mensen naar het buitenlandom zich daar te laten cremeren. Daarna bestonden er een soort crematieclubs, waar je elke maand zegeltjes spaarde om korting te krijgen op je crematie.

Vreemd genoeg is een bezoek aan Tot Zover eerder geruststellend dan zorgwekkend. Het museum toont de banaliteit van de dood – zoals de titanium kunstheupen die overblijven na een crematie, naast een Apple Powerbook G4, waarvan de behuizing ook van titanium is gemaakt ter illustratie (?) – op zo'n manier dat je niet anders kan dan je neerleggen bij het feit dat er ook een einde aan je eigen leven gaat komen. Een soort modern memento mori waarin je rond kan lopen.

Terwijl ik wegfiets en om me heen kijk naar alle levende mensen, die allemaal op een gegeven moment aan hun einde gaan komen, ben ik in ieder geval gerust over één ding: je lichaam is na je dood in best wel goede handen, ook als je op een bakfiets begraven wilt worden.