FYI.

This story is over 5 years old.

Een Nummer Over Culturele Wandaden

Pakistanen bouwen stiekem feestjes in Chitral

De Kalash-bevolking tart de islamitische wetten door het nuttigen van alcohol, drugsgebruik en door te feesten tot ze erbij neervallen.

Het uitzicht vanaf de top van Bumboret, de grootste van de drie Kalash-valleien.

Rudyard Kiplings The Man Who Would Be King is een negentiende eeuws verhaal over macht, waanzin en afgoderij. Het speelt zich af rondom twee olijke Britse soldaten die een hachelijke trip naar Kafiristan maken. In dit vijandige berggebied wonen heidenen, die iedereen die dwaas genoeg is om hun domein te betreden vermoorden en beroven. Kafiristan dankt zijn naam aan het Arabische woord kafir, wat zo veel betekent als ongelovige.De regio strekt zich uit over delen van wat nu Afghanistan en Pakistan is. Het is geen leuke plek om te wonen, maar, zoals ik ontdekte, wel een geweldige plek om te feesten.

Advertentie

Voor bijna zeventig jaar, tot 1896, betaalde de emir van Afghanistan de inwoners van Kafiristan steekpenningen, in de veronderstelling hen zo te ontmoedigen van het beroven en koelbloedig vermoorden van buitenstaanders. De Kafirs namen het geld aan maar weigerden hun plunderende bestaan op te geven. Abdur Rahman Khan, bijnaam De IJzeren Emir, was zo verontwaardigd door dit onmiskenbare gebrek aan respect voor zijn macht, dat hij troepen stuurde naar het door Afghanistan gecontroleerde deel van Kafiristan om de lokale bevolking wat discipline bij te brengen. De Kafirs werden opgepakt en kregen een grimmige keuze: de islam of de dood. Uiteraard kozen de meesten voor de islam, en de Afghaanse kant van Kafiristan werd al snel bekend onder het eufemisme Nuristan, ofwel Land van het Licht. Deze gedwongen verandering van geloof en naam bracht echter vrij weinig teweeg in het gedrag van de mensen.

In zijn boek A Short Walk in the Hindu Kush uit 1958, haalt Eric Newby een aantal alledaagse zinnen uit de Nuristani-taal van die tijd aan: “Ik zag een lijk in het veld vanmorgen”, “Ik heb negen vingers, jij hebt er tien” en “Ik heb de intentie om je te vermoorden.”

Uiteindelijk slaagde De IJzeren Emir alleen in het bekeren van de bevolking in het Afghaanse gedeelte; aan de andere kant van het Hindu Kush-gebergte, in Pakistan, bleef de bevolking trouw aan haar rauwe, heidense natuurgodsdienst.

Advertentie

De afstammelingen van deze bevolking leven vandaag de dag in de Kalash-valleien: Bumboret, Birir en Rumbur. Zij zijn de laatste animistische stam van Centraal-Azië: een natuuraanbiddend eiland omringd door een islamitische zee.

De crew van de auteur, hun security en hun Kalashgastheer Wali Khan (in nonmilitaire kleding en traditionele Chitralihoed)— het hoofd van de plaatselijke basisschool en de zelfverklaarde “knapste man” in de Kalasha Desh.

De Kalash-bevolking tart de islamitische wetten door het nuttigen van alcohol, drugsgebruik en door te feesten tot ze erbij neervallen. Al decennialang wagen moslims die op zoek zijn naar een pleziertje zich in deze valleien om dronken te worden van de Kalash-wijn (die als sherry smaakt) en de lokale moonshine genaamd tara (die als schnaps smaakt). De drug die er gebruikt wordt is opium, meegenomen uit Afghanistan, of het meer gebruikelijke nazar, een op opiaat gebaseerde pruimtabak die de gebruiker vaak misselijk en duizelig maakt.

Net zoals Amerikaanse tieners af en toe stoom afblazen in Florida of Vegas, trekken vrome Pakistanen geregeld de bergen in voor een voorproefje van het liederlijke heidense leven. Maar in tegenstelling tot deze spring break en andere losjes georganiseerde excuses om wekenlang te feesten in westerse landen, maken voornamelijk islamitische mannen de trip naar de valleien. Naast de wens om compleet van de wereld te raken zonder dat Allah over hun schouder meekijkt, hopen de jonge Pakistaanse mannen op een ontmoeting met een van de Kalash-vrouwen, die niet gesluierd zijn en bekendstaan om hun schoonheid.

Advertentie

Er bestaat een hardnekkig (en tevens ongeloofwaardig) gerucht dat de Kalash eigenlijk afstammen van een afvallige compagnie van het leger van Alexander de Grote. Deze mannen zouden hun koning hebben verlaten om te nestelen met de prachtige vrouwen uit deze valleien.

Een Kalashmeisje bij haar huis in traditionele opsmuk. Kalash-families eten en slapen in dezelfde kamer.

In de winter van 2011 verliet ik Londen om een documentaire te schieten over de Kalash-lifestyle. Iemand uit ons team vertelde dat hun sport chikik gal—een bergstamversie van extreme golf—nooit eerder op film was vastgelegd. Er werd ons ook verteld dat de Kalash-bevolking moeite heeft met het behouden van hun unieke etnische identiteit. Er zijn nog maar zo’n drieduizend Kalash-animisten in de valleien, en ze zijn sterk in de minderheid ten opzichte van de moslims. Al tientallen jaren houden de lokale imams kruistochten om de zieltjes te redden van de ongelovige heidenen. Ondanks de pogingen van de overheid om hun geloof veilig te stellen, vrezen velen dat de Kalash-religie binnenkort niet meer zal bestaan.

Onze trip per jeep vanuit Islamabad naar Chitral, de grootste stad in de buurt van Kalash-valleien, duurde zo’n 22 uur. De reis eindigde met een steile weg omhoog door de Lowari Tunnel, die in feite niet meer was dan een lange, opgehemelde grot langs de rand van de berg, en onverlicht bovendien, op een enkele lantaarnpaal na. De straten van Chitral waren bedekt met vuile, gesmolten sneeuw en met marktkramen waar van alles verkocht werd; van televisies en lokale, fijn gesponnen wol tot Kalashnikovs.

Advertentie

Jarenlang werden Chitral en de Kalash-valleien beschouwd als een vredige haven. Tot de Taliban in 2009 een Griekse filantroop en hulpverlener kidnapten en zeven maanden gevangen hield in Nuristan. Deze ontvoering, samen met andere Taliban-activiteiten in het gebied, hebben ervoor gezorgd dat buitenlanders die een bezoek brengen aan Chitral, een veiligheidsteam, bestaande uit lokale soldaten en politieagenten, krijgen toegewezen. Zij dienen erop toe te zien dat de reputatie van de stad als veilige en mooie plek weer in ere wordt hersteld.

In de jaren negentig werd Chitral jaarlijks door duizenden buitenlanders bezocht, maar sindsdien daalde het toerisme aanzienlijk. Wij waren de eerste toeristen in bijna een jaar. Dit bleek uit de handgeschreven kaarten op de muur van het bureau voor toerisme. Wij vier Goras (blanken) werden de Kalash-valleien in begeleid door veertien bewakers, die niet van onze zijde weken tijdens ons verblijf van een maand. Zelfs als een van ons midden in de nacht opstond om te plassen, waren daar altijd weer de bewakers, gehuld in een dekentje, om te voorkomen dat Taliban-strijders vanuit de bergen naar beneden kwamen stormen om ons te grijpen.

Een van de westerse reizigers danst met Taj, de korpschef van de plaatselijke politie.

Onze dagen brachten we door met filmen en onze nachten met onze gastheren. Elke avond kwamen er weer nieuwe Kalash-vrienden langs en we aten borden vol rijst, daal, tomaten en naan voordat we begonnen met het uitwisselen van muziek. Zij zongen prachtige, beklijvende aria’s die door generaties bergbewoners waren doorgegeven; wij zongen nummers van The Replacements.

Advertentie

Op een avond, na ongeveer een week bij de Kalash, nodigden onze oppassers ons bij hen uit om te komen drinken en dansen. Twintig mannen propten zich in een van de kleine, oververhitte kamers van de bewakers. Er was een fluitist, een drummer en een kleine ruimte om te dansen. Moonshine ging rond in oude plastic Coca Cola-flessen, samen met wat nazar om de moed erin te houden. Aan het begin van elk nummer kwam er een bewaker naar ons toe om met mij of een van mijn vrienden te dansen. We stapten trots rond, klapten in onze handen en klikten met onze vingers op het schrille geluid van de fluit op een manier die op geen enkele wijze werd geïnterpreteerd als homo-erotisch, tenminste, niet door de lokale bevolking. De Pashtun-cultuur schrijft een nette variant van het beroemde aforisme van Gore Vidal voor: er zijn geen homoseksuele mensen, alleen homoseksuele handelingen; voor de Noord-Pakistaanse bevolking bestaan er net zo min homo’s als homoseksuele handelingen. Als er iets erotisch tussen twee mannen gebeurt, dan is dat gewoon iets wat gebeurde.

Dit soort feestjes kwamen nog een aantal keer voor in die maand. Daar waren weer oude plastic Coca Cola-flessen, de fluitist, de drummer. De moslimjongens werden straalbezopen van een paar flinke slokken moonshine en tolden de kamer rond voor ze instortten op de vloer.

Een keer, toen we op een bijzonder intense klaagzang aan het dansen waren, vertelde Taj, de plaatselijke politiechef, dat hij zeventien Taliban-strijders had gedood tijdens de twee jaar die hij had doorgebracht in de Swat-vallei. Zijn ogen glinsterden van de moonshine toen hij vertelde over de nachtelijke invallen op safehouses van de Taliban—hoe bang hij was, en dat hij nooit zeker wist of de informatie die hij had gekregen wel correct was. Soms openden ze deuren en bleken er alleen maar vrouwen en kinderen te zitten. Dan wisten ze dat hun prooi ontsnapt was of dat de informatie niet klopte, opzettelijk of niet. Soms smeekten en pleitten hun doelwitten en verzekerden ze hen dat ze niets te maken hadden met de Taliban. Maar vaker braken er vuurgevechten uit, en doodden Tajs mannen hen, of werden ze zelf gedood. De angst voor wat er komen ging is hem altijd bijgebleven en hij verloor vele vrienden. Het is een manier van leven die ook westerse soldaten naar de fles en drugs doet grijpen, maar voor Taj was het niet zo makkelijk om aan die middelen te komen. Daarom waagde hij zich aan de trip naar de Kalash-valleien, voor een paar bedwelmende weken van verlichting.

Advertentie

Op een avond zong ik een nummer van the Rolling Stones voor hem, terwijl mijn vriend Matan op de harmonica speelde. Taj stond in het midden van de kamer, terwijl hij “Perfect, perfect!” schreeuwde. Dat was wel een doorbraakmoment in onze relatie.

Niet alle mannen die we ontmoetten waren zo intrigerend als Taj. Er waren een aantal momenten die mijn vriend Tom “dronken moslimtijd” noemde (Tom is zelf moslim, dus hij mag dat), die ik geduldig moest uitzitten.

Op die momenten kwam een gastheer struikelend overeind, greep hij me vast en brabbelde hij dingen als “Britain… Pakistan… same thing… number one” voor hij verderging op “Girls, pretty girls, you like?” of “You, me, good friends.”

We hadden dezelfde domme, dronken gesprekken die over de hele wereld in bars en clubs plaatsvinden, alleen zaten wij opgepropt in een kleine, oververhitte kamer in de bergen, de lucht gevuld met de geur van jeneverbes, moonshine en opium. Thuis hadden deze mannen verantwoordelijkheden; hier konden ze het op een zuipen zetten zonder zich ergens zorgen over te maken.

Hun vluchtgedrag heeft uiteraard een donker randje. In de afgelopen twee decennia zijn de Kalash-valleien op een dierentuin gaan lijken, zoals een lokale advocaat aangeeft. Dat komt vooral door de vrome Pakistanen die naar de Hindu Kush komen om daar naar de lokale heidenen in hun felgekleurde kleding te kijken. Er waren geruchten over Kalash-meisjes die als prostituee werkten, en sommige mannen organiseerden toeristische events waarbij Kalash-meisjes een traditionele vierseizoenendans deden.

Advertentie

Abdul Sattar, een local die zich, zoals veel van zijn buurtbewoners, bekeerde tot de islam, legt het probleem uit. “Vroeger, toen ik nog een Kalash was, was ik heel gelukkig. Maar er waren al wel een hele hoop problemen. De overheid en mensen uit de rest van Pakistan kwamen hierheen om ons te laten dansen en optreden. We vertelden hen dat we geen showpieces waren. Ik werd moslim omdat ik niet meer voor buitenstaanders wilde optreden.”

Dit voyeurisme creëerde een diep antigevoel tegenover Pakistan bij de inwoners van alle drie de valleien. “Dus je bent naar de mooie meisjes zonder sluier gaan kijken?” vroeg een regeringsfunctionaris in Islamabad me, met een stem druipend van insinuatie. Een aantal recente etnografieën vermelden dat jonge moslimmannen wanhopig contact met Kalash-vrouwen proberen te maken.

Maar de Kalash laten de situatie ook in hun voordeel werken. Zo transporteren een aantal van de Kalash-mannen illegale drank en drugs de valleien in en uit, om hun smokkelwaar in naburige steden aan te bieden. Wanneer ze worden aangehouden door de politie, ontlopen ze doorgaans de straffen die daarop staan omdat zij in tegenstelling tot hun buren de islamitische wet niet hoeven na te leven. Nabaig, “’s werelds eerste Kalash-advocaat”, lichtte toe: “Onze wet verbiedt ons nergens het drinken van alcohol, dus waarom zouden we er dan voor gestraft moeten worden?”

Een sterk argument, dat hij regelmatig gebruikt aangezien het overgrote deel van zijn rechtszaken gaat over conflicten tussen de Pakistaanse islamitische wet en de rechten van de Kalash.

In vergelijking met de losbandige, westerse trips, zoals spring break, die dienen als een ontsnapping aan het normale leven en als viering van het hedonisme, zijn de feesten in de Kalash-valleien een behoorlijk vreemde variatie hierop. In een steeds onstabieler wordend deel van de wereld kan feesten met vreemden een transformerende en soms pijnlijke ervaring zijn die mensen dichter bij elkaar brengt.

De manier waarop de Kalash leven is uniek in Pakistan, maar hoe aanlokkelijk ook, het heeft ook zeker zijn valkuilen. Tot nu toe heeft tenslotte nog niemand die stiekem met hen heeft gefeest zijn nek uitgestoken om de Kalash te beschermen.