Foto’s van spullen uit hun kindertijd waar mensen geen afstand van kunnen doen

FYI.

This story is over 5 years old.

Foto

Foto’s van spullen uit hun kindertijd waar mensen geen afstand van kunnen doen

Een teddybeer, een rozenkrans en een Slipknotportemonnee: Chris Bethell schoot portretten van mensen met de spullen waar ze geen afstand van kunnen doen.

Sommige mensen hebben moeite om het verleden los te laten. Een deel van deze mensen zien we terug in tv-programma's als Hoarders, waarin obsessief-compulsieve opruimfreaks met een blik vol walging naar alle spullen kijken die de deelnemer heeft bewaard 'omdat het vast nog een keer van pas komt'. Je kent het wel; stapels oude kranten, vleeshamers en kapotte ventilators – zulke dingen. Nuttige dingen.

Advertentie

Dit zijn extremen. Maar wij doen het ook, op onze eigen manier. Of dat nou een doos vol oude schoolrapporten is, die je één keer in de vijftien jaar openmaakt, of een knuffel waar je nog steeds zo nostalgisch van wordt dat de tranen en het snot over je kin druipen. Het komt op hetzelfde neer: we zijn bang om dingen los te laten. Ik vroeg een aantal mensen om de spullen waar ze geen afscheid van kunnen nemen mee te nemen. Ik maakte er foto's van en vroeg ze waarom ze geen afstand van de spullen kunnen doen.

MIKE EN Z'N BADJAS

VICE: Wat is het?
Mike: Het is een badjas. Mijn moeder heeft 'm voor me gekocht, ik denk zo'n 22 of 23 jaar geleden. Misschien nog wel langer.

Waarom heb je hem nog steeds?
Toen ik jong was, kon ik niet slapen als het niet pikdonker was. Alleen denken aan licht hield me al wakker. Om dit op te lossen, sliep ik altijd met iets over m'n hoofd – en dat was dus deze badjas. Het voelt een beetje als een handdoek, maar dan zachter – omdat-ie zo vaak gebruikt is. Als je deze badjas over m'n ogen legt, val ik direct in slaap.

Ik leg nog steeds iets over m'n ogen als ik ga slapen, maar doordat de badjas zo versleten is voelt het niet meer zoals vroeger. Het voelt niet goed meer. Nu gebruik ik gewoon het t-shirt dat ik die dag aan had. Ik schaam me ervoor, echt. Het is toch een beetje triest. Mensen zien het als een babydekentje, en voor een volwassen man wordt dat toch wel onder de categorie "triest" geschaard. Maar ik gebruik het niet als troost of zo – ik wil gewoon iets over m'n ogen hebben als ik slaap. Maar omdat ik 'm al zo lang heb, zal ik hem nooit weggooien. Ik hou hem voor de rest van m'n leven.

Advertentie

OOBAH EN Z'N SLIPKNOTPORTEMONNEE

Wat heb je daar?
Oobah: Een Slipknotportemonnee aan een ketting. Het was een cadeau van m'n tante toen ik 13 was.

Dus hoe lang heb je 'm inmiddels al?
Twaalf jaar. Ik heb ook al twaalf jaar geen vlees gegeten. Je zou de portemonnee dus kunnen zien als een symbool voor alle lammetjes die nu nog in het gras grazen, omdat ik ze niet heb opgegeten.

Waarom heb je hem nog steeds?
Ik wilde hem gewoon niet weggooien. Ik wil dat deel van mezelf gewoon niet loslaten. Ik was enorm fan van Slipknot, en ik heb al m'n bandshirts en -truien al weggegooid – maar dit niet.

En ik gebruik hem nu ook weer. Daar zijn een aantal redenen voor. Zo was ik bijvoorbeeld laatst bij de slijterij, en merkte ik op dat mensen om me moesten lachen. Ik snapte eerst niet waarom, maar toen realiseerde ik me dat ze lachten omdat ik in m'n Slipknotportemonnee aan het rommelen was. Ze lachten me uit, omdat ik, als volwassen man, naar geld aan het zoeken was in m'n Slipknotportemonnee.

Daarnaast is het gewoon een handige portemonnee. Hij zit aan m'n lichaam vast, wat betekent dat ik hem niet kwijt kan raken. Ik ben in één jaar vijf portemonnees kwijtgeraakt, dus daarom heb ik deze maar weer in gebruik genomen.

ELLA EN HAAR ROZENKRANS

Wat heb je meegenomen?
Ella: De rozenkrans die ik kreeg voor m'n communie, toen ik acht was.

Waarom heb je hem nog steeds?
Ik kreeg hem van m'n opa. Ik heb een vreemde relatie met het katholieke geloof. M'n ouders hebben me katholiek opgevoed, ik ben gedoopt, noem maar op – terwijl ik er vanaf het eerste moment dat ik alles begreep niet meer in geloofde. Ik heb de rozenkrans als een herinnering aan m'n familie – die nog steeds streng gelovig is – en de ketting is eigenlijk altijd per ongeluk met me meeverhuisd.

Advertentie

Het gekke van katholiek opgevoed zijn, is dat – ook al geloof ik niet – ik toch altijd in moeilijke situaties denk: hmm, misschien… Dus het geeft me ergens nog wel troost.

IAN EN ZIJN SCHEDEL

Wat voor schedel is dat?
Ian: Het is de schedel van een edelhert.

Hoe kom je aan deze schedel?
Ik vond hem in de bossen. Ik zocht vroeger, toen ik klein was, altijd naar botten en schedels. Ik verzamelde ze. De meeste die ik vond zijn weggegooid door m'n ouders – aangezien ze niet heel erg blij waren met de overblijfselen van dode dieren in huis – maar deze bleef.

De schedel was vrij smerig toen ik hem vond. Ik weet niet wat het precies was, maar er zat nog iets in de holte van de hersens. En je zag aan de tandafdrukken dat een dier erop had gekauwd. Maar dat maakt allemaal geen hol uit als je kind bent.

Hoe lang heb je hem al?
Ik denk dat ik zes of zeven was toen ik hem vond. Zeventien jaar dus, ongeveer.

En waarom heb je hem nooit weggegooid?
Ik wilde graag een paar dingen bewaren van mijn botten- en schedelcollectie. Het is zonde om zoiets weg te gooien. Het is een beetje ziekelijk voor een kind om zulke dingen te verzamelen, maar ik woonde op het platteland – en daar was geen moer te doen. Het is ook een beetje sentiment, iets van de plek waar ik ben opgegroeid.

MARI EN HAAR VIOOL

Je hebt een viool gehouden?
Mari: Ja. Ik zat vroeger op muziekles en nam het vrij serieus. Ik speelde vooral piano, de viool was m'n tweede instrument. De piano staat nog bij m'n familie in Japan, maar de viool is klein – dus die kon ik makkelijk meenemen en bewaren. Ik speel er trouwens niet meer op.

Advertentie

Wanneer begon je met spelen?
Toen ik acht was. Voor een Aziatische opvoeding is dat best laat. De viool is Duits – we hebben veel antiekwinkels moeten afstruinen om 'm te vinden. Volgens mij is-ie gemaakt in 1847. Er zit een labeltje in de viool, maar dat is half weggerot.

Hoe oud was je toen je 'm kreeg?
Elf. Ik speelde er tot m'n achttiende op, maar toen kreeg ik last van m'n pezen. Ik heb 'm nu al negen of tien jaar niet aangeraakt.

Waarom heb je 'm dan nog?
Ik hou nog steeds van het instrument, ook al kan ik er niet meer op spelen. Er zijn veel instrumenten die ik graag zou willen spelen, als het kon. Als ik hem zou verkopen, zou het voelen alsof ik een groot deel van mezelf kwijtraak. Je hebt een fysieke relatie met een instrument. Je groeit ermee op en het wordt een deel van wie je bent. Ik zou niet willen zeggen dat het hetzelfde is als het uitmaken met je vriend, maar het voelt wel alsof ik een belangrijk deel van mijn leven kwijtraak.

MICHAEL EN NIGHT NIGHT

Wat is dat?
Michael: Dit is Night Night, m'n teddybeer. Wanneer heb je 'm gekregen?
De vrienden van m'n vader gaven hem aan me toen ik nog een baby was. De eerste woorden die ik zei waren "night night", en ik bleef het zeggen terwijl ik deze jongen vastpakte, vandaar de naam.

Hoe lang heb je 'm al?
22 jaar, zoiets. En waarom ligt-ie nog niet in de prullenbak?
Hmm, het is eigenlijk wel comfortabel als ik alleen in bed lig. Als mensen blijven overnachten, verstop ik 'm wel even achter m'n bed, want ik wil niet dat mensen 'm zien. Iemand vond 'm een keer, en toen werd het een beetje ongemakkelijk. Ze begonnen 'm over te gooien, en zo, dus vandaar dat ik 'm even verstop. Ik heb niets uit m'n jeugd waar ik echt gehecht aan ben. Toen ik op m'n achttiende op mezelf ging wonen, ben ik ook nooit meer teruggegaan. De teddybeer is m'n enige fysieke connectie met m'n kindertijd, en hij is heel lief en knuffelbaar.

Advertentie

BEKKY EN HAAR KETTING

Wat is dit, Bekky?
Bekky: Het is de gouden ketting van m'n moeder.

Hoe heb je 'm gekregen?
M'n moeder overleed toen ik een tiener was. Ik vond de ketting op haar nachtkastje, en heb hem sindsdien elke dag gedragen.

Hoe lang heb 'm al?
Inmiddels acht jaar.

Is het een fijne herinnering aan je moeder?
Het voelt fijn om elke dag een deel van haar bij me te dragen. Ik voel me – omdat ik hem al draag sinds de dag dat ze overleed – veilig als ik de ketting draag. Ik moet hem altijd dichtbij me hebben. Het voelt alsof we nog met elkaar verbonden zijn, ook al is het maar een ketting. Het is nu een deel van wie ik ben, en zonder zou ik verloren zijn.

KATE EN HAAR HOEFIJZER

Wat is dit? Een hoefijzer?
Kate: Een roestig hoefijzer, gedragen door Birdie, een grijs paard van 122 centimeter. We noemden haar Birdie, want als ze sprong, vloog ze door de lucht. Hoe kom je eraan?
Deze is denk ik van haar hoef gevallen tijdens een rit, of de hoefsmid is hem vergeten bij het verwisselen. Hoe dan ook, het was een oude, dus ik besloot 'm te houden. Hoe lang heb je 'm al?
Sinds m'n negende. Zevenentwintig jaar dus.

Waarom gooi je hem niet gewoon weg?
Birdie was een groot deel van m'n leven. Ik groeide op op het platteland – m'n opa was boer. Hij had ook paarden. Daar kon hij urenlang over praten – ze hadden karakters voor hem, het waren z'n vrienden. We mochten vroeger pas paardrijden als we sterk genoeg waren om een emmer water te dragen. Dat was frustrerend toen ik nog klein was, maar op m'n zevende kon ik er eindelijk één dragen. Birdie werd de daaropvolgende zeven jaar het middelpunt van m'n leven. Op m'n veertiende was ik helaas te groot voor haar.