Uit de gevangenis, maar nog niet thuis
Illustrations by Stavros Pavlides

FYI.

This story is over 5 years old.

Uit de gevangenis, maar nog niet thuis

In de VS moeten veel gevangenen na hun gevangenisstraf rehabiliteren in speciale huizen. Daar is het vaak nog erger dan in de gevangenis.

Door het strenge strafrechtelijke systeem en de war on drugs zitten er nergens meer mensen in de gevangenis dan in de Verenigde staten, waar bij gezegd moet worden dat de getallen van Noord-Korea onbekend zijn. Deze harde aanpak begint nu te veranderen. Er is steeds meer interesse in voorwaardelijke straffen en andere alternatieve oplossingen. Dit opent de markt voor private rehabilitatiecentra, ook wel 'halfway houses' genoemd, waar gevangenen worden klaargestoomd voor hun terugkeer naar de maatschappij. Dit is een verhaal over het leven van een gevangene in zo'n halfwayhuis.

Advertentie

Dit verhaal is in samenwerking met [The Marshall Project](https://www.themarshallproject.org/?utmcampaign=partners&utmsource=Vice&utmmedium=referral&utmterm=Halfway House) tot stand gekomen.

Om tien uur 's ochtends loop ik de poorten van de gevangenis uit. Mijn moeder en zus stormen met tranen in hun ogen op me af. We omhelzen en kussen elkaar, terwijl mijn vader foto's maakt. Nooit meer geschreeuw van bewakers, nooit meer het geluid van stalen deuren. Boven ons wappert een overdreven grote Amerikaanse vlag. Roestkleurige bladeren zweven rond in de kille herfstlucht.

Ik kan me moeilijk de persoon herinneren die ik ooit was: een negentienjarige student die het een goed idee leek om samen met wat vrienden een eerste druk van Charles Darwin's belangrijkste boek, On the Origin of Species, en wat andere zeldzame boeken en manuscripten uit de universiteitsbibliotheek te stelen. In de gevangenis vergeet je op een gegeven moment waarom je er ook al weer zit. Wie je was, wat je wilde – dat vergeet je, door de straf die je elke dag opnieuw moet ondergaan. Jarenlang was het enige dat ik van de buitenwereld zag een klein stukje van een stoep, net achter het prikkeldraad, waar je bezoekers kon zien komen en gaan. Nu sta ik er zelf.

Nog voor we bij de auto aankomen staat er alweer een bewaker naast me, die eist dat mijn vader zijn foto's laat zien. Bezoekers van de Federal Correctional Institution Ashland, een licht beveiligde gevangenis in noordoost Kentucky, mogen geen foto's maken op het terrein. "Om veiligheidsredenen," legt ze uit, terwijl ze de foto's van mijn bleke, ingevallen gezicht verwijderd.

Advertentie

Zodra de auto in beweging komt word ik misselijk. Ik kan me de laatste keer dat ik werd vervoerd door iets anders dan mijn eigen benen niet herinneren. Mijn moeder geeft me een papieren zak aan die naar worst en spek ruikt. Aan het formaat van de zak te zien heeft ze ergens de hele menukaart besteld. Toen ze me een week geleden vroeg wat ik als eerst wilde eten, zei ik simpelweg "ontbijt." Het was toen een fijne gedachte, maar nu krijg ik geen hap door mijn keel. Ik rol het raam naar beneden, sluit mijn ogen, en haal diep adem. Mijn vader vraagt hoe het voelt om vrij te zijn. Het enige waar ik aan kan denken is overgeven.

We stoppen bij een tankstation, en ik sprint naar het toilet. In plaats van te kokhalzen, verstijf ik voor de spiegel. Het is de eerste keer dat ik mezelf buiten de gevangenis zie. Mijn kleren zien er gek uit; er klopt iets niet. Toiletten spoelen, deuren zwaaien open en dicht. Ik voel me verlamd, als een steen op een rivierbodem. De mannen die het tankstation in en uit lopen kijken me aan alsof ik van Mars kom.

Normaal gesproken is mijn vader langzaam, maar vandaag rijdt hij erg hard. De reis van de gevangenis in het oosten van Kentucky naar mijn nieuwe halfwayhuis in Louisville zou een dikke drie uur moeten duren, en het gevangenisbureau heeft me er precies drie uur en een kwartier voor gegeven. Als ik ook maar één minuut te laat ben, kunnen ze me als voortvluchtig classificeren en komt de politie me halen. Sommige gevangenen vermijden deze stress door de bus te nemen, of door te zeggen dat ze de bus nemen. Het gevangenisbureau geeft je meer tijd als je met de bus gaat, dus als iemand je stiekem bij het station oppikt, en je moet naar een andere staat, kan dat je twee of drie dragen aan vrijheid opleveren. Als ik aan andere gevangenen vroeg wat ze met die extra tijd zouden doen, was het antwoord bijna altijd: "bier drinken, pizza eten, en neuken", in wisselende volgorde.

Advertentie

Ik kom net op tijd aan bij het halfwayhuis in Louisville. Het is een gerenoveerde Gothische kerk met bakstenen torens. Alle deuren zitten op slot, maar als ik een paar minuten met mijn armen naar een camera zwaai, gaat er een deur open. Achter het plexiglas van de balie zit een slanke zwarte man van middelbare leeftijd. Hij vraagt me wat ik kom doen, en ik vertel dat ik uit de gevangenis kom voor mijn verlof onder toezicht. Na een lange uitleg, een telefoontje, en veel geklik op zijn computer wil hij me eindelijk toelaten.

Ik wil mijn familie gedag zeggen, maar de deur zit potdicht. "Het intake proces is al begonnen," vertelt de man achter het bureau, dus ik kan vanaf dit moment nergens meer heen zonder officiële toestemming. Voordat ik het weet staat hij met een metaaldetector rond mijn pik te zwaaien. Terwijl hij de regels van het huis uitlegt moet ik een blaastest doen. Vervolgens word ik naar een kamer in de kelder gebracht om in een plastic bekertje te plassen. De man kijkt toe. Terwijl ik op de uitslag van de drugstest wacht wordt mijn tas doorzocht door een andere medewerker – een van de surveillanten.

Deze surveillanten zijn de gevangenisbewakers van het halfwayhuis. Ze houden de bewoners gedeisd en coördineren de dagelijkse taken. Eén surveillant, een bleke, peervormige man van mijn leeftijd, geeft me een rondleiding. Het zweet staat hem op zijn voorhoofd.

Het huis heeft een kantine, een sportruimte, telefooncellen, en aparte televisies voor mannen en vrouwen. Als ik langsloop staren andere inwoners me aan. Het voelt precies als mijn eerste dag in de gevangenis.

Advertentie

De rest van de dag ben ik bezig met papierwerk en het kijken van voorlichtingsvideo's over Dismas Charities, de stichting die het huis beheert. De naam komt van Sint Dismas, de dief die naast jezus aan het kruis hing. In totaal beheren ze dertig rehabilitatiecentra, verspreid over de hele VS. In een van de video's wordt me verzekerd dat Dismas de gedetineerden helpt met "steun, onderwijs, en werk," en dat al hun methoden zijn gebaseerd "op basis van onderzoeksresultaten." Hun motto is: "wij genezen de menselijke geest".

Dagenlang wacht ik op iemand die me vertelt wat ik moet doen, maar iedereen blijft herhalen dat ik gewoon moet wachten. Ik mag slechts op een paar momenten naar buiten, op een klein pleintje dat afgebakend is met hekken. Ik kan de stad zien, horen en zelfs ruiken. Het voelt zo dichtbij, maar ik kan het niet aanraken. De meeste dagen rook ik sigaretten en kijk ik herhalingen van How I Met Your Mother met mijn kamergenoten, een paar onlangs vrijgelaten dealers.

Ik probeer Alles is verlichtvan Jonathan Safran Foer te lezen, maar ik kan me niet concentreren. Mijn gedachten razen door mijn hoofd. Ik kan niet stil zitten. Het enige waar ik aan kan denken is vrijheid. Dat verlangen was veel makkelijker te onderdrukken in de gevangenis, waar de buitenwereld onbereikbaar leek. Daardoor vervaagde alles: vrienden, familie, liefde. Ik herinner me de ochtend dat ik wakker werd, en voelde dat mijn dromen verloren waren gegaan. Ik kon me alleen nog mijn leven in de gevangenis inbeelden. Ik had mezelf beloofd dat ik mijn vrijheid zou waarderen, echt waarderen, op het moment dat ik vrij kwam. Maar in het halfwayhuis droom ik nog steeds over de gevangenis.

Advertentie

Sommige inwoners doden de tijd met drugs; er is keuze genoeg. K2, ook wel bekend als spice, is populair omdat het gewoon in winkels te krijgen is, en naar verluidt niet kan worden gedetecteerd in de plastests. Op een avond vraagt een van mijn kamergenoten of ik het wil proberen. Hij zegt dat het een soort synthetische wiet is, met alleen maar natuurlijke ingrediënten. Uit verveling en nieuwsgierigheid probeer ik het, en rook ik in m'n eentje de hele joint op in een wc-hokje. Als ik terugkom, zie ik de paniek in zijn ogen. Ik had slechts een paar hijsjes moeten nemen.

De volgende tien uur heb ik verschrikkelijk sterke hallucinaties. Gedempte stemmen galmen door de luidsprekers, en het lijkt constant alsof iemand mijn naam roept. Roept mijn begeleidster me dan eindelijk naar haar kantoor? Ik vraag anderen of ze mijn naam hoorden, maar niemand kan me helpen.

De rest van de avond verstop ik me in mijn kamer. Om mezelf te kalmeren pen ik als een bezetene mijn gedachten op in een schrift.

Ik ontwaak uit een droom over de gevangenis, een droom vol lawaai en totale onrust. Naast me ligt een papiertje met mijn handschrift erop. Er staat: "laat de duisternis je niet verzwelgen," iets dat ik waarschijnlijk op de radio gehoord heb. Voor mijn deur wordt er geschreeuwd. Op sommige ochtenden schrik ik gedesoriënteerd wakker met een bonkend hart, denkend dat ik de ochtendtelling van het cellenblok heb gemist. Ik heb een keer in de isoleercel gezeten en dat is iets dat ik nooit meer wil meemaken. Als ik om me heen kijk zie ik mijn kamergenoten van het halfwayhuis in bed liggen. Ze staren me aan alsof ik knettergek ben.

Advertentie

Na het standaardontbijt van rubberige eieren en pap, ga ik naar de badkamer met rubberen handschoenen, schoonmaakmiddel en een dweil. De deuren van het huis gaan pas open als iedereen zijn dagelijkse taak heeft uitgevoerd. Nieuwelingen moeten de badkamer schoonmaken, net als in de gevangenis. Ik begin met de toiletten, omdat er altijd wel iemand is die het niet op kan houden, en daarna doe ik de douches. Iedereen raffelt de taken af, maar ik neem de tijd. Ik moet ik de badkamer ten slotte zelf ook gebruiken, dus dan kan ik het net zo goed grondig doen.

Het duurt langer dan een week voordat ik mijn begeleidster spreek. Ik krijg toestemming om elke doordeweekse dag 's ochtends het huis te verlaten, puur en alleen om werk te zoeken. Ik moet voor elke dag een lijst maken van vijf plekken waar ik ga solliciteren. De truuk is om bedrijven te vinden die dicht bij elkaar liggen, want je hebt maar vier uur. Dismas vereist dat ik elke potentiële werkgever op de hoogte stel van mijn status, en de manager moet een formulier ondertekenen om aan te tonen dat ik daadwerkelijk gesolliciteerd heb. Als ik terugkeer naar het halfwayhuis zonder minstens vijf handtekeningen, bega ik een overtreding.

Veel inwoners zijn zo bang om gestraft te worden dat ze de handtekeningen vervalsen. Alleen, de begeleiders controleren dit, waardoor er veel inwoners worden betrapt en gestraft. Wanneer ik een baan vind krijgt het halfwayhuis vijfentwintig procent van mijn bruto loon. "Voor je bed betalen", noemen ze dat.

Advertentie

's Avonds sport ik in de fitnesskamer, en zoek ik op internet naar werk. Op de computers kun je alleen naar banensites – de rest is geblokkeerd. Op één site vind ik een advertentie voor een functie als surveillant bij Dismas. Surveilleren in het huis waar ik zelf gevangen zit! "Vervul een belangrijke functie, met een positieve invloed op de maatschappij," staat er. "Help mensen genezen, zodat ze weer productieve en verantwoordelijke burgers kunnen worden." Het betaalt acht euro per uur. Ervaring is niet vereist en je hebt alleen een middelbare schooldiploma nodig.

Het is vrij duidelijk dat de surveillanten niet goed genoeg opgeleid zijn. Een tijdje terug stak een inwoner die net in het huis was een vrouw dood met een priem. Zelfs voor de stabielere mensen is het een moeilijke tijd. Toch wordt er elke dag gedreigd dat er mensen terug naar de gevangenis worden gestuurd, als ze niet gehoorzaamen. En dat gebeurt nog ook.


Op een avond is er veel lawaai voorin het huis, en komt iedereen kijken wat er aan de hand is. Een van de inwoners, een enorme man met armen als boomstammen en donkere kringen onder zijn ogen, schreeuwt: "Ik steek de hele boel hier in de fik!" De man staat bekend als iemand die mentaal niet honderd procent stabiel is. Hij smijt allerlei spullen tegen de muur.

"Wil je terug naar de gevangenis?" schreeuwt de peervormige toezichthouder vanachter het plexiglas van de receptie.

Advertentie

"Jullie weten niet wie ik ben!" vervolgt de man. "Jullie weten niet wat ik heb meegemaakt!" Hij stampt door de hallen, en beukt tegen de deuren aan.

De surveillant commandeert over de luidspreker iedereen terug naar hun kamers.

Een van mijn kamergenoten vertelt me dat hij vlakbij stond toen de surveillant de man beschuldigde van wanbetaling. Hij werkt bij Dizzy Whizz, een fastfood tent uit de buurt, en komt elke avond thuis in een uniform onder de vetvlekken, stinkend naar patat. Hij praat niet veel, werkt de hele dag en ziet zijn familie in het weekend. De man hield vol dat hij wel al betaald had, maar de toezichthouder zei van niet en daarom werden zijn bezoekrechten ingetrokken. Hij zou de volgende ochtend visite krijgen.

De rest van de avond horen we hoe de man schreeuwt en tegen de muur slaat in de woonkamer. De surveillant, nog steeds achter het glas van zijn kantoor, schreeuwt nog steeds tegen hem over de luidspreker, en beveelt hem om terug naar zijn kamer te gaan.

Uiteindelijk komt de politie erbij, en wordt het stil.

In de gevangenis vertelden andere gevangenen me dat het halfwayhuis nog moeilijker is dan de gevangenis. Dat leek me sterk, maar bijna elke ervaren gevangene zei hetzelfde. Sommige gasten die bijna weg mochten zochten ruzie, zodat ze hun straf in de gevangenis af moesten maken. Anderen weigerden simpelweg om te gaan, en brachten liever hun laatste maanden door in de isoleercel.

Ik begin het langzaam te begrijpen.

Dit verhaal is gepubliceerd in samenwerking met [The Marshall Project](https://www.themarshallproject.org/?utmcampaign=partners&utmsource=Vice&utmmedium=referral&utmterm=Halfway House), een nonprofit-organisatie die bericht over het strafrechtelijk systeem van de Verenigde Staten.