FYI.

This story is over 5 years old.

nieuws

Het wietbeleid van Ivo Opstelten brengt hem steeds verder in het nauw

Het weerleggen van zijn argumenten is kinderlijk eenvoudig.

Lange tijd waren het alleen activisten die de Minister van Justitie tot rede probeerden te dwingen. Nu heeft zelfs de Eerste Kamer door dat Ivo Opstelten niet begrijpt wat het probleem is het met het Nederlandse gedoogbeleid.

Er is een breed netwerk van criminelen die buiten het oog van de wet wiet verbouwen in huizen en loodsen. Arme gezinnen worden afgeperst, justitie en politie verspillen miljoenen aan opsporing en vervolging, en mensen die vinden dat een overheid niet het recht heeft om een plant te verbieden worden gemarginaliseerd en vervolgd.

Advertentie

Deze week stuurde de commissie voor Veiligheid en Justitie een brief, waarin voorzitter Anne-Wil Duthler stelt dat Opstelten niet goed luistert naar burgemeesters die worstelen met het gedoogbeleid. 35 gemeentes ondertekenden het manifest Joint Regulation, waarin gepleit wordt voor regulering van de teelt en distributie van cannabis. "Het pleidooi dat deze burgemeesters bij u hebben gehouden, heeft niet geleid tot een gewijzigd inzicht bij u," schrijft voorzitter Duthler aan Opstelten. Mevrouw Duthler is, net als Ivo Opstelten, lid van de VVD. Pijnlijk.

Zeggen dat Opstelten geen vrienden meer heeft gaat te ver. ChristenUnie, CDA, SGP, PVV en Opsteltens eigen VVD hebben in de Tweede Kamer een meerderheid en willen allemaal dat de teelt van wiet verboden blijft. Alleen de VVD wil coffeeshops oogluikend blijven toestaan en is tevreden met het huidige systeem. Er kan dus alleen iets aan het beleid veranderd worden als deze partijen geen meerderheid meer hebben, of als de VVD overtuigd kan worden dat hun kruistocht tegen criminaliteit en de betekenis van het woord 'liberaal' in dit geval prima samen kunnen gaan.

Maar Opstelten wil van geen wijken weten. Hij heeft nog niet gereageerd op de brief, maar reageerde in het verleden wel op alle andere pleidooien voor regulering.

"Ik vind het niet de oplossing," zei hij onlangs nog tegen de NOS. "Dat is bekend. We moeten ons gewoon concentreren en focussen op het oprollen van al die boeven en misstanden en daar is men ook in het zuiden in Brabant en Limburg druk mee bezig. Laten we ons daarop focussen, dat is veel belangrijker."

Advertentie

Dat is wat we noemen het 'boeven'-argument. Mensen die wiet kweken zijn crimineel, en die moet je 'aanpakken'. Zolang het kweken en verkopen van wiet illegaal is, zal dit argument blijven bestaan. Het is een cirkelredenatie waar je nooit uitkomt. Dat de zwarte economie ondermijnd kan worden door het spul te legaliseren, wordt als argument niet serieus genomen.

Opstelten gaat door: "Wat zou regulering oplossen? Niks. Omdat tachtig procent bestaat uit ja - ehh - export, en de criminaliteit dus versterkt."

Daar is ie weer. De bekende tachtig procent-mythe, ooit ontstaan door een rapport getiteld De cannabismarkt in Nederland. Raming van aanvoer, productie, consumptie en uitvoeruit 2006. Een geheim rapport dat niemand ooit heeft mogen inzien omdat het gevoelig zou liggen. Sindsdien is keer op keer gebleken dat de politie voor een muur van getallen is gaan staan, een hand voor de ogen deed en ezeltje-prik speelde. Maar sinds het getal ooit is genoemd, is het niet meer weg te slaan uit Den Haag. Hier geeft de KRO in een uitgebreide reportage aan hoe erg die tachtig procent uit de lucht gegrepen is. En hier herhaalt Opstelten in juni 2014 het mantra alsof het nooit weerlegd is.

Dan is er nog het laatste argument dat Opstelten bezigt: "Ik sta voor een beleid en dat is het beleid wat inzet op deze situatie. Wij moeten verdragen respecteren, dat is belangrijk. Daar heb ik onderzoek naar laten doen."

Advertentie

Inderdaad, Opstelten heeft er onderzoek naar laten doen, dit rapport is dat, uit begin 2014. De uitkomst daarvan was dat de internationale verdragen inderdaad géén ruimte bieden voor legalisering.

Maar op pagina 228 staat heel erg duidelijk dat Nederland dat verdrag op dit moment al met voeten treedt en dat de regulering van de teelt slechts een nuance zou zijn. In hun eigen woorden:

"Gelet op de VN-drugsverdragen is moeilijk verdedigbaar dat de bestaande gang van zaken in Nederland toelaatbaar is onder het internationaal recht. Bovendien valt bezwaarlijk vol te houden dat uitbreiding van het gedoogbeleid naar cannabisteelt geen wezenlijke verandering zou behelzen maar slechts een gradueel verschil maakt."

Opstelten zou dan consequent moeten zijn en dus alle coffeeshops moeten verbieden. Maar dat wil Opstelten niet, zo gaf hij onlangs aan in een hoorzitting van de Tweede Kamer. Gelukkig maar, zou ik zeggen, het pleit voor hem. Maar rechtlijnig is het niet. Waarom de ene uitzondering wel maken en de andere niet?

Bovendien zou Opstelten ook kunnen bepleiten dat Nederland zich internationaal hard kan maken voor de aanpassing van de bestaande verdragen. Recent was er namelijk een top in Wenen, waar VICE bij was, en het bleek dat het merendeel van alle landen nog op het punt is waar wij in de jaren vijftig waren.

Maar zich daar druk over maken, dat doet minister Opstelten niet. En dat is wat me zo ongerust maakt. Elk punt dat wordt gemaakt in dit debat is met logica te weerleggen, en soms zelfs met rapporten van mensen die in opdracht van de minister zelf werken. Het enige dat Ivo Opstelten in de weg zit, zijn de opvattingen die hij zijn hele leven al heeft gehad. Hij mist de visie om boven het dossier te zweven en te zien waar hij eigenlijk mee bezig is. En als hij dat bij dit dossier doet, wie zegt dan dat hij dat niet ook op andere beleidsterreinen doet? Gelukkig ziet de Eerste Kamer dat nu ook in.