FYI.

This story is over 5 years old.

Stuff

Iedereen op het NK Pokémonkaarten heeft een klap van de molen gekregen

Althans, dat vinden ze zelf.

Van kaartspelletjes in een buurthuis gaat mijn hart over het algemeen niet echt sneller kloppen. Toen ik las over het NK Pokémonkaarten won mijn nieuwsgierigheid het echter van de gedachten aan bridgende oma’s met potjes vol afgebladderde stuivers. De Pokémongames speelde ik nog in de tijd dat je een kabeltje nodig had om je Wurmple te ruilen voor de Mewtwo van je naïeve neefje. Op het schoolplein vonden zulke transacties vooral in kaartvorm plaats, maar in dat spel had ik me nooit verdiept. Dertien jaar later was dit het uitgelezen moment voor een herkansing.

Advertentie

In buurthuis Op Eigen Wieken te Leiden, vandaag omgedoopt tot ‘Chez Pikachu’, begroet organisator HaPé Wagner me hartelijk. Met zijn wandelstok, witte laboratoriumjas en grote bril lijkt hij een beetje op een Pokémonprofessor. De 52-jarige biologieleraar legt me uit dat verzameldrift en ruilhandel vandaag geen rol spelen en dat het echte kaartspel gespeeld wordt. In het kort komt het erop neer dat je Pokémonkaarten laat aanvallen door middel van energiekaarten. Wie als eerste alle Pokémon van zijn tegenstander heeft weggespeeld, wint. “Al die kaarten hebben aparte eigenschappen, aanvalskrachten en resistenties,” legt HaPé uit. “Je kunt het zien als een schaakspel met meer dan vijfhonderd stukken.”

Terwijl ik een dergelijk schaakbord probeer te visualiseren neemt HaPé me mee naar een klein podium vanwaar hij een zaal vol kaarttafels overziet. Hier spelen de senioren. “Het grootste deel van onze deelnemers bestaat uit volwassenen, de oudste speler vandaag is 58. Normaal spelen we in een landelijke competitie die steeds op een andere locatie wordt afgewerkt. Er zijn zo’n 175 fanatieke spelers die iedere maand naar Leeuwarden, Groningen of Apeldoorn reizen.” Veertien jaar geleden kwam hij zelf voor het eerst in aanraking met de beestjes toen hij na een Pokémonfilm een zeldzame Mew-kaart kreeg. Met zijn zoontjes ging hij langs een spellenwinkel in Leiden en werd toezichthouder bij de kaartmiddagen. Sindsdien zette hij eigenhandig de nationale liga op.

Advertentie

Op HaPé’s kleine bureau ronkt een pc vol spreadsheets en staan bakjes waar in witte jassen gehulde scheidsrechters om de haverklap strookjes papier in leggen. “Op die strookjes staat wie er wint,” zegt HaPé. “Dat zet ik in mijn computer, maar de strookjes bewaren we als schaduwboekhouding.” Waarom dat noodzakelijk is blijkt een paar minuten later als Elsa, mede-organisator en vrouw van HaPé, zich aan het bureau meldt. Een speler uit de juniorendivisie beweert zijn wedstrijd gewonnen te hebben en intimideert zijn tegenspeler. “Het is ook altijd gedonder met Assen,” bromt HaPé, die direct tussen de strookjes duikt. “Gelukkig zijn we volledig gedekt.” De speler blijkt uit zijn nek te kletsen en Elsa keert terug om hem die boodschap te bezorgen.

Dat de speeltechnieken lang niet altijd zo schattig zijn als de Japanse zakmonstertjes zelf blijkt even later opnieuw. Een Groningse dame van eind dertig meldt dat ze uit het toernooi wil ‘droppen’ (vroegtijdig uitschrijven om vergaarde punten veilig te stellen). HaPé verricht de noodzakelijke handelingen. “Onsportief maar legaal. Het wil nog wel eens fanatiek worden. We hebben ook wel eens iemand gediskwalificeerd die kaarten markeerde,” legt hij uit. “Deze dame speelde nu tegen mijn zoon, maar ik vind het niet moeilijk om objectief te blijven. Het interesseert me niets of mijn kinderen winnen. Al mijn handelingen zijn heel bewust, omdat ik het syndroom van Asperger heb.”

Advertentie

HaPé is vandaag niet de enige met een dergelijke stoornis. “Heel veel deelnemers zijn hoogbegaafd, autistisch, hebben ADHD of een andere aandoening,” vertelt Elsa, die lange tijd hoogbegaafde kinderen begeleidde. “Ik zeg altijd: iedereen heeft hier recht op minimaal één afwijking. Er is vandaag bijvoorbeeld een jongetje met een spierziekte. Hij zit sinds kort in een rolstoel, maar we zorgen ervoor dat hij gewoon tussen de andere kinderen kan zitten. Iedereen moet zich hier thuis voelen.”

Voor Elsa is de club Pokémonners “meer familie dan eigen familie”. “HaPé en ik hebben dat aan den lijve ondervonden toen onze oudste zoon overleed. Toen hebben ze speciaal voor ons een een toernooi georganiseerd en hebben we veel steun gekregen.” Elsa krijgt bijval van de kantinedame, die daarvoor nog met luide stem broodjes kroket serveerde in een zaal met opschrikkende spelers. Nu is ze geëmotioneerd. “Drie weken geleden is mijn man overleden. Hij was gymleider in Rotterdam en ging met onze zoon altijd naar deze toernooien. Na afloop speelden ze thuis dan nog een potje. Ik had niets met het spel, maar toen mijn man overleed is er een condoleance georganiseerd en is Elsa langsgekomen om toch met mijn zoontje te kaarten. Ze heeft toen gevraagd of ik meer betrokken wilde worden en sindsdien sta ik achter de bar. Mijn zoontje is er ook, die speelt nu met de mascotte van zijn vader op tafel. Ik ben hier helemaal opgenomen.”

Advertentie

Elsa en HaPé

Volgens Gawein Wagner, zoon van HaPé en Elsa, “speel je geen Pokémon als je geen klap van de molen hebt gekregen”. Hij vertelt: “Ik ben zelf autistisch en iedereen hier heeft wel wat. Maar juist door dat te benoemen kan iedereen zichzelf zijn.” Gawein geldt als nummer één van de plaatsingslijst als toernooifavoriet. Met een Pikachumuts tot vlak boven zijn ogen is zijn favoriete Pokémon niet moeilijk te raden. “Pikachu is mijn handelsmerk. Ik zet ook altijd een knuffel van hem op tafel,” zegt hij terwijl hij een versleten pluche stroomrat laat zien. “Het is een manier om je te onderscheiden, net als een voetballer die zijn haar blauw verft. Ik speel om diezelfde reden ook met Spaanstalige kaarten.”

Gaweins vriendin Dominique doet ook mee aan het toernooi. “Ik heb haar met hulp van Pikachu versierd. Toen ze na een toernooi kwam logeren heb ik een hele grote Pikachu als verrassing klaargelegd. Sindsdien zijn we samen. Ik vind haar zo leuk dat ik zelfs mijn kaarten aan haar heb uitgeleend. Dat doe ik anders nooit.”

Gawein en Dominique

De winnaar van het NK krijgt een ticket voor het WK Pokémonkaarten in Toronto. De uiteindelijke wereldkampioen wint daar een complete studiebeurs. HaPé vindt het als leraar mooi dat er een educatieve prijs wordt uitgereikt. “Pokémon leert je strategisch, probleemoplossend en rekenkundig denken.” Voor zijn jongste zoon Tristan van negentien werkt het spel ook therapeutisch. “Ik heb problemen met mijn kortetermijngeheugen. De dag nadat ik naar school ben geweest weet ik niet meer wat ik heb geleerd. Dit spel dwingt me hele snelle beslissingen te maken en vooruit te denken. Dat legt de nadruk op mijn sterke in plaats van zwakke punten.” De Haagse Bauke is een ander voorbeeld van iemand die welvaart bij het spel. HaPé: “Het is een superlieve jongen die zwaar autistisch is. We hebben hem nu de leiding over een liga in Den Haag gegeven. Dat is goed voor zijn verantwoordelijkheidsgevoel en zelfvertrouwen, want hij is er helemaal in thuis.”

Bauke

Tijdens de gesprekken wordt HaPé om de haverklap aan zijn mouw getrokken door kinderen die willen weten hoe laat de loterij begint. Uiteindelijk gunt hij mij de eer de loting te voltrekken. Uit een Etos-tasje graai ik een aantal nummers die de organisator direct strak op volgorde legt. De corresponderende winnaars juichen wanneer ze een multomap, petje of stickerboek mogen ophalen.

De cadeautjes zijn beschikbaar gesteld door The Pokémon Company, het bedrijf achter de franchise. HaPé en Elsa zijn in Europa hun allertrouwste afgevaardigden en vliegen met regelmaat de wereld over om te overleggen of om als scheidsrechter te fungeren. “Een paar weken geleden was ik in Manchester, twee weken terug in Italië en ik ben ook op Hawaï geweest,” vertelt HaPé. “Ik betaal dat altijd uit eigen zak. Ik voel het als mijn plicht als ik word opgeroepen.” Onbaatzuchtigheid is dan ook zijn voornaamste drijfveer. “Ik kom uit de hippietijd. Toen hoefde niet iedereen direct een tegenprestatie als ze iets voor een ander deden. Ik wil gewoon dat iedereen die hier komt een leuke dag heeft.”