FYI.

This story is over 5 years old.

Stuff

Ik deed mee aan het Nederlands kampioenschap knikkeren

Dit is geen grap. Het NK knikkeren bestaat echt. We deden mee en werden vernederd door een zestien-jarige.

Van alle spellen die we in de pauzes op de basisschool speelden was knikkeren degene met de meest belachelijke terminologie. Je had miniknikkers en gewone knikkers en dat kon ik accepteren, maar toen iemand me uitlegde hoe de grotere knikkers heetten moest ik eerst hard lachen en daarna werd ik een beetje boos. De grotere knikkers heetten bij ons op het dorp bonken. Maar omdat er ook onder de bonken nog grotere maten waren, heetten die reuzebonken, megabonken, megareuzebonken en de allergrootste waren bonkebonken. Zo noemde ze die bij mij op het Zeeuwse dorp Tholen: bonkebonken. Wat een belachelijke naam.

Advertentie

Een paar weken terug werd ik uitgenodigd om naar het 35e Nederlands Knikkerkampioenschap in Noordeloos te komen. De reden dat ik er bij wilde zijn was dat het een knikkerkampioenschap was en dat het de vijfendertigste keer was dat het werd georganiseerd. Hoe kon het iets anders zijn dan fantastisch? En over hoge verwachtingen gesproken: ik was ook benieuwd of ik iets van mijn verloren jeugd in een knikkerkuiltje zou terugvinden. Dat laatste is helaas niet gebeurd (tenzij je beneveld in een sloot vallen onder je verloren jeugd terugvinden schaart), maar ik heb wel iets anders geleerd: dat dronken plannen soms echt ten uitvoer worden gebracht.

Hier is een fotoverslag van het NK-knikkeren.

Zoals je ziet wordt het knikkerkampioenschap vrij groots aangepakt in Noordeloos. Er is een podium voor de winnaars en de fanfare ondersteunt het geheel met liedjes. Een overkapping is niet nodig, want geen van de mensen die ik spreek kan zich heugen dat het ooit heeft geregend tijdens het knikkerkampioenschap.

Er is zelfs een lied geschreven voor het NK kuiltjesschieten, dat het Ovale Stuiterlied heet. Niemand scheen echt te weten hoe de melodie luidde of wat de maat was waarin men moest meezingen, maar er werd in ieder geval wel geneuried dat het een lieve lust was. Gemeenschapszin!

Na het zingen begonnen de burgemeester (die vrouw hierboven) en de wethouder (die man die half achter haar staat) de eerste der potjes knikkeren. Hier werden de regels me uitgelegd: iedere knikkeraar krijgt twee knikkers in de knuisten geduwd. Deze knikkers worden op de baan gegooid, richting het kuiltje. Degene die zijn knikkers het dichtst bij het kuiltje werpt, mag beginnen. Doel is dan om alle knikkers in het kuiltje te knikkeren, maar er is een maar, want de winnaar is de persoon die de laatste knikker in het kuiltje rolt. Als je de eerste drie knikkers erin hebt geschoven, maar de laatste mist, en je tegenstander rolt die er vervolgens in, dan heeft die gewonnen.

Advertentie

Terwijl ik dat allemaal probeerde te bevatten werd ik al naar de baan geroepen, waar deze knaap van een jaar of zestien me binnen een minuut afmaakte.

Dit was mijn blik van ongeloof. Ik was ook best wel moe, maar dat was geen excuus. Ik had anderhalf uur naar Noordeloos gereisd om me binnen anderhalve minuut te laten verslaan. Wat een deceptie. Het deed me denken aan vroeger, op het schoolplein, toen alle Marokkanen van het dorp en de oudere zus van Joost me keer op keer vernederden in het knikkerspel en ik mijn moeder maar knikkers liet bijkopen omdat ik ze steeds kwijtspeelde aan de Marokkanen en de oudere zus van Joost. Ik mag in de loop der jaren misschien iets wijzer zijn geworden (hoewel dat nog niet met absolute zekerheid te zeggen is), maar knikkeren kan ik nog steeds niet, blijkt.

Verslagen richtte ik me toen maar op de verslaggeving van het evenement. Hier zie je het publiek.

En hier zie je de aanstichter van het evenement, Henk Bovekerk senior (links), met zijn zoon en tevens een van mijn beste vrienden, Henk Bovekerk junior (rechts). “Het idee voor het knikkerkampioenschap bedachten we 36 jaar geleden toen we met een aantal mensen in de kroeg zaten”, zei Senior. “Maar hoe kwam u dan op het idee om te gaan knikkeren?”, vroeg ik. “Nou ja, zo gaat dat dan soms he, iemand roept ‘we moeten knikkeren!’ en een ander zegt: ‘Dat moesten we dan maar eens doen.’”

Het verhaal van Bovekerk senior vulde me met hoop: het was dus toch mogelijk om dronken, in de kroeg gesmede plannen te verwerkelijken! Dit knikkerkampioenschap was het bewijs.

Advertentie

Toen hij het knikkerkampioenschap bedacht was Senior de journalist van het dorp. Toen was het beroep van journalist nog iets eerbiedwaardigs en had het enige status. Senior was de brenger van waarheid en de man die het dorp informeerde over alles van belang wat speelde. Hij hield met zijn woorden de gemeenschap bij elkaar, en was een serieuze gesprekspartner voor de plaatselijke politiek. Ik keek tijdens het praten even om en werd benaderd door deze man:

Hij vroeg me waar ik vandaan kwam en wat ik van het evenement vond en of hij me mocht citeren. Ik vertelde hem dat ik het het best georganiseerde knikkerkampioenschap was waar ik ooit was geweest, en dat het ook het enige knikkerkampioenschap was waar ik ooit ben geweest, en nog wat andere zaken. Hij schreef er dit over:

Toen keerde ik me terug naar Senior. Die drukte me op het hart dat het organiseren van het NK knikkeren geen lichte taak is, omdat het wel allemaal goed geregeld moet zijn. “De trofee voor de winnaar moet worden gemaakt (een gouden ring, ontworpen door een edelsmid), de fanfare moet spelen, vrijwilligers moeten jureren en de banen moeten uit de opslag worden opgehaald. Het lijkt allemaal lollig, maar ook ludieke evenementen moet je met ernst organiseren. We hebben een speciale baantjesveger”, zei Senior.

Dit was de baantjesveger. “Doet u dit nu al lang?”, vroeg ik. “Al vijfendertig jaar”, sprak de baantjesveger met een Noordeloos accent. “Het is een baantje waar je nooit vanaf komt”, zei hij met oprechte onwetendheid over zijn eigen woordgrapje.

Advertentie

Senior vertelde verder nog dat bij dit soort evenementen de helft van Noordeloos uitloopt om het bij te wonen. De andere helft is zo zwaar van de kerk dat ze die frivoliteit niet kunnen waarderen. “Het is leven en laten leven hoor”, zegt Bovekerk. “Al adviseer ik nieuwkomers in het dorp altijd wel om zich op zondag een beetje te drukken en niet al te veel activiteiten te ondernemen.”

Ik richtte me hierna op de wedstrijden die Henk speelde tegen zijn opponenten. Hij versloeg een man of vier en kwam uiteindelijk bij de laatste acht terecht.

Zijn pa gaf nog wat advies.

We dronken er nog een paar op…

Spraken de knikkerkoningin nog (haar functie was niet louter ceremonieel, ze moest ook prijzen uitreiken bij de loterij)…

Maar helaas werd Henk verslagen en was het afgelopen. We dronken meer bier dan strikt genomen noodzakelijk was, vielen in een sloot omdat we een korte weg terug naar huis wilden nemen en zagen de volgende dag een man met een 3d-camera: