FYI.

This story is over 5 years old.

Drugs

Ik moet leren leven met de zelfmoord van mijn zoon

John nam op zijn 26e een overdosis drugs. Zijn moeder wilde hem wel helpen, maar kon dat niet.
A
door Angie

Illustraties door

[Marta Parszeniew ](http://cargocollective.com/martaparszeniew)Verteld aan Milly McHanon

Toen John 14 maanden oud was, werd er bij hem een leveraandoening geconstateerd. Na een tijdje stabiliseerde de aandoening, maar op z'n twaalfde kreeg hij een enorme terugslag, en werd hij volgepompt met steroïden. Sindsdien was hij nooit meer hetzelfde jongetje. De steroïden maakten hem groter en groter, en dat vond hij verschrikkelijk. Toen had hij al een negatief zelfbeeld. Hij stopte met eten, en begon zichzelf uit te hongeren.

Advertentie

Toen hij ouder werd, werd hij koppig en rebels. Op de middelbare school was hij heel goed in sporten; hij deed mee aan een Ironman, deed aan parachutespringen en liep regelmatig marathons. Ik denk dat hij afleiding vond in sporten en de adrenaline die daarbij kwam kijken. Hij was een van de populairste jongens op school. Hij was aantrekkelijk en had altijd vriendinnetjes, maar als je John niet eerlijk behandelde, had je een probleem. Hij droeg altijd de last van z'n ziekte op z'n schouders. Hij vond dat hij alles mocht doen wat hij wilde. Hij wilde zich niet aan de regels houden.

Hij begon te experimenteren met drugs – vooral cannabis. Al z'n vrienden deden het. Hij mocht niet drinken, vanwege z'n lever, maar dat deed hij toch. Hij ging naar raves om z'n hoofd leeg te maken. Hij wilde altijd marinier worden, en na school meldde hij zich ook aan bij het leger – maar hij was niet gezond genoeg en werd geweigerd. John erkende zijn depressie niet. Ik denk dat hij er niet over wilde praten met mensen, omdat hij zichzelf als een mislukkeling zag. Ik denk dat de leveraandoening, de afwijzingen die hij moest verwerken en de drugs een slechte combinatie vormden. Je kan mensen niet dwingen om hulp te accepteren en te praten. Dat was een belangrijk punt; John accepteerde geen hulp – hij vond dat-ie dat niet nodig had.

Z'n gedrag werd steeds donkerder en destructiever. Als hij langsging bij zijn zus op de universiteit, kon hij zomaar verdwijnen en om vier uur 's nachts pas terugkomen. Soms stapte hij uit het niets in de auto en reed hij naar Londen. Dan nam hij foto's van de metrohaltes of van zichzelf in het donker. Ik vroeg hem waarom z'n foto's zo somber waren, en dan zei hij dat hij de wereld zo zag.

Advertentie

Hij was altijd boos, en nam mij zijn geboorte kwalijk. Soms schold-ie me helemaal verrot, en schreeuwde hij de hele buurt bij elkaar. "Wat is er mis met je, wat de fuck ben je aan het doen!" schreeuwde hij. Uiteindelijk moesten we politie inschakelen. Ik kon er niet meer mee omgaan.

Iedereen wilde ons helpen. Hij was twintig toen hij werd opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis. De artsen konden nooit precies hun vinger leggen op wat er mis met hem was; ze dachten dat het misschien een bipolaire stoornis was, en een beetje asperger. Hij werd zo depressief dat hij in zijn medische dossier liet opnemen dat hij niet gereanimeerd moest worden als dat nodig zou zijn. Hij nam contact op met Dignitas [een Zwitserse organisatie voor vrijwillige levensbeëindiging] en vroeg de hele familie naar Zwitserland te gaan, zodat hij daar zelfmoord kon plegen. Als hij zoiets zei, was de empathie over hoe ik me zou voelen ver te zoeken. Ik zei tegen hem: "Als je kinderen zou hebben, zou je begrijpen dat ik dat nooit zou kunnen doen." Maar ik kon hem niet meer op andere gedachte brengen – het ging om hem, niet om mij. De laatste keer dat hij gearresteerd werd, moesten twee agenten hem taseren. Hij was doorgeslagen en kwam het huis uit met een honkbalknuppel om zichzelf te verdedigen. Toen de zaak voor de rechtbank werd gebracht, schreef de dokter een brief naar de jury om te laten weten dat hij mentale problemen had, en dat ze daar bij zijn veroordeling rekening mee moesten houden. John kwam niet opdagen en werd schuldig bevonden. Hij kreeg zes weken gevangenisstraf. Na zijn evaluatie in de gevangenis werd hij direct naar de psychiatrische afdeling gestuurd.

Advertentie

De laatste jaren maakten we alleen nog maar ruzie, terwijl ik eigenlijk m'n armen om hem heen wilde slaan.

Als ik de wereld door de ogen van John bekeek, focuste ik me alleen op het beschermen van m'n zoon. Maar hij had weinig respect voor ons. Dat doet me pijn, omdat ik me afgewezen voelde als moeder. Op het laatst kon ik alleen met hem communiceren zoals hij met mij communiceerde, want dat was de enige taal die hij begreep. De laatste jaren maakten we alleen nog maar ruzie, terwijl ik eigenlijk m'n armen om hem heen wilde slaan. Ik was zo trots dat hij mijn zoon was; hij kon het alleen niet accepteren. Toen hij naar huis mocht, kreeg hij een appartement van de psychiatrische hulpverleners, zodat hij iets onafhankelijker werd. Hij wilde eigenlijk niet naar huis, maar hij moest wel; er stond een doktersafspraak gepland voor zijn leverziekte. Ik maakte lamsvlees voor hem, voordat ik naar mijn werk ging – ik was schoonmaakster op een school. Hij zat de hele ochtend stilletjes achter z'n computer. Ik keek wat hij aan het doen was, en zag dat-ie opzocht hoe je het best dood kunt gaan. Ik smeekte hem om het te laten gaan, en pakte de computer af. Ik gaf hem geen afscheidskus. Ik probeerde hem te knuffelen, maar hij was in z'n eigen wereld.

Ik kon John niet helpen, maar ik hoop dat ik op een dag ooit iemand anders kan helpen. Ik zal ze vertellen dat het normaal is dat je je soms depressief voelt, soms vrolijk, en meestal is het leven akelig gewoontjes.

De volgende dag zei ik, voordat ik naar werk ging, tegen m'n partner Andy: "Ik heb een naar gevoel, kan jij even bij John langsgaan om te kijken of alles goed gaat?" Andy ging naar de flat en hoorde dat de radio aanstond, maar niemand deed open. Hij had een reservesleutel, dus liet hij zichzelf binnen. John lag in de slaapkamer. Andy voelde aan z'n pols, maar hij was koud. Hij had een overdosis genomen. Hij was pas 26 jaar oud. Dat is nu twee jaar geleden.

Het had nooit zover mogen komen. We realiseerden ons niet hoe kwetsbaar jongens op die leeftijd zijn voor zelfmoord. Iemand had er altijd voor hem moeten zijn. Ik kreeg geen steun van de overheid. Na de zelfmoord van m'n zoon heb ik de coördinator van de psychiatrie-afdeling nooit meer gezien. Ze had niet het fatsoen om op bezoek te komen. Ze kwam naar de begrafenis, en daarna sprak heb ik haar nooit meer gesproken. John heeft geen afscheidsbrief achtergelaten. Hij heeft zijn rust gevonden. Ik voel me nog steeds schuldig. Ik kon John niet helpen, maar ik hoop dat ik op een dag ooit iemand anders kan helpen. Ik zal ze vertellen dat het normaal is dat je je soms depressief voelt, soms vrolijk, en meestal is het leven akelig gewoontjes. Je moet het verleden achter je laten en niet te veel over de toekomst nadenken, want niemand weet wat er gaat gebeuren. Het heeft geen zin om je zorgen te maken. Leef in het nu, probeer ervan te genieten. Dat is wat ik tegen John probeerde te zeggen. Ik denk dat hij nu vrede heeft. Ik zal wel moeten.