FYI.

This story is over 5 years old.

Stuff

Je wil op dit moment geen lijkschouwer in Liberia zijn

Ebola teistert Liberia, en de doden moeten zo snel mogelijk geborgen worden. De Liberiaanse cultuur zit een snelle en efficiënte berging helaas in de weg.

Lijkschouwer in het door ebola geteisterde Liberia – dat is op dit moment misschien wel het gevaarlijkste en minst populaire beroep ter wereld. Sinds maart zijn er bij schrijven 1768 Liberianen aan het ebolavirus gestorven, en dat worden er dagelijks meer. Ebola is het besmettelijkst als het virus het lichaam van een patiënt al heeft uitgeschakeld: het stoffelijk overschot van een ebolaslachtoffer is een gevaarlijke ziektebron. Daarom moeten de lijken op speciale manier geborgen worden.

Advertentie

Die gevaarlijke en gruwelijke taak is de begrafenisteams van het Rode Kruis en het Ministerie van Gezondheid en Sociale Welvaart toebedeeld. Het Ministerie van Gezondheid heeft noodgedwongen een crematiecentrum opgezet en het Rode Kruis is verantwoordelijk voor het ophalen van de lichamen. Samen dragen ze de lugubere titel 'Dead Body Management Unit'. Gemiddeld ruimt het Rode Kruis per dag 35 tot 40 lichamen op, en in dat cijfer worden de lichamen uit het door Artsen zonder Grenzen opgezette ziekenhuis ELWA Ebola Treatment Unit nog niet eens meegeteld.

Omdat het Rode Kruis het enige instituut is dat de eboladoden mag ophalen, heeft het de handen vol: er zijn niet voldoende ambulances of medewerkers beschikbaar. Ik sprak met Fayiah Tamba (de secretaris-generaal) en Alfred (lid van een van de zes begrafenisteams) van de Liberiaanse afdeling van het Rode Kruis in Monrovia. Tamba legde me het proces uit: als een patiënt is overleden wordt er naar het noodnummer 4455 gebeld. Iemand van die hotline moet binnen 24 uur een team van het Rode Kruis sturen. Een team van negen man wordt naar de plek des onheils uitgezonden: vier mannen of vrouwen die van top tot teen in beschermende kleding verpakt zijn, twee zusters, een sprayer, een teamleider en een chauffeur. De sprayer desinfecteert de hele omgeving voordat het lijk in de ambulance mag worden getild.

Een team heeft zes auto's nodig om het werk goed uit te voeren. Het Liberiaanse Rode Kruis heeft maar achttien wagens beschikbaar voor haar zes teams.

Advertentie

Volgens Tamba wordt de familie vervolgens de keuze gegeven of het lichaam gecremeerd of begraven wordt – hoewel de familie in beide gevallen niet aanwezig mag zijn. Als de nabestaanden kiezen voor crematie wordt het lichaam naar het overheidscrematorium in Marshall gebracht. Lijkenschouwers van de Dead Body Management Unit in Marshall werken lange uren: de ovens branden de hele nacht door. Traditioneel worden de doden in Liberia begraven, en het verbranden van de lijken ligt gevoelig. Liberianen zijn huiverig om hun overleden familieleden mee te geven en eisen dat het Rode Kruis eerst bewijst dat het slachtoffer echt aan ebola is overleden. Hoewel het begrafenisteam het lijk officieel moet testen op ebola voordat het meegenomen kan worden, komen die testresultaten vaak pas weken later binnen. Er kan op het moment dat de familie afscheid moet nemen dus niet met zekerheid gezegd worden of de dode aan ebola is gestorven. Maar het team neemt het zekere voor het onzekere: alle waarschijnlijke gevallen worden als een ebola-gevalbehandeld – wat tot veel ontevredenheid, angst en verdriet bij de lokale bevolking leidt.

Lijkschouwers doen in deze crisis levensgevaarlijk, mentaal en fysiek zwaar werk. Toch zijn er ook Liberianen die zich zelf aanmelden. Wat motiveert de medewerkers van de begrafenisteams en de lijkenopruimers om dit werk te doen? Er gaan geruchten dat lijkschouwers in Marshall 15 dollar (ongeveer 12 euro) per lichaam verdienen. Voor een arme Liberiaan is dat een hoop geld. Alfred van het Rode Kruis stelt echter dat hij vooral werkt uit plichtsgevoel. Het geld is voor hem niet de motivatie. Al is zijn familie natuurlijk wel blij met de 1000 dollar (ongeveer 780 euro) die hij per maand van het Rode Kruis ontvangt. Hoewel het geld helpt, kan hij er voorlopig niet van genieten.

Advertentie

De begrafenisteams worden gediscrimineerd om het feit dat ze met ebolaslachtoffers werken. Marktkoopmannen en -vrouwen die eten langs de weg verkopen weigeren voedsel aan ze te verkopen. Sommige medewerkers van het Rode Kruis kunnen zelfs niet meer thuis slapen: hun families vinden het te riskant nu ze met ebolaslachtoffers in aanraking komen. Soms wordt er met krijt een lijn getrokken in het huis: die geeft aan waar de Rode Kruis-medewerker mag komen en waar niet. Dit soort voorzorgsmaatregelen kan levens redden, maar helaas is het voor veel al te laat: de eerste leden van de begrafenisteams zijn in quarantaine geplaatst of zelfs gestorven.

Als ik Alfred en Fayiah Tamba vraag waarom de teams vaak met zoveel tegenstand van de bevolking te maken krijgen, krijg ik een les in Liberiaanse cultuur. Traditioneel gezien wordt er niet gecremeerd in Liberia, en het feit dat de overheid een crematorium runt, is voor veel Liberianen ongewoon en angstaanjagend. De overheid wordt ervan verdacht om de lijken voor zichzelf te houden en illegale orgaanhandel te drijven. Er woedt een lugubere rage door Monrovia: de bloeiende handel in nagemaakte overlijdensaktes waarop staat dat een dode niet aan ebola is overleden – zo kan crematie voorkomen worden. De aktes zijn al gauw 40 tot 50 dollar waard.

Ook zweert de lokale bevolking dat ebola te genezen is met de juiste geneesmiddelen. Zo is het bloed van mensen die ebola overleefd hebbennu zeer gewild. En op de populaire facebookpagina Liberians against Ebola kunnen ingewikkelde recepten tegen ebola gedownload worden. Meng bijvoorbeeldgarcinia kola, medische marihuana en jodium met aluminiumvrij bakpoeder. En voilà: de ebola is nergens meer te bekennen.

Advertentie

Gelukkig stelt Fayiah Tamba dat het tij begint te keren: de bevolking lijkt eindelijk te geloven dat ebola echt is en dat een patiënt in een speciaal medisch centrum behandeld moet worden. Mensen bellen vaker naar de ebolahotline en de wachtrijen bij het ELWA worden steeds langer.

Hoewel het positief is dat Liberia lijkt te accepteren dat ebola een feit is, is het maar een kleine stap in de goede richting. Ebolaklinieken zitten vol en begrafenisteams kunnen het enorme dodenaantal niet meer bolwerken. Waar ze voorheen nogal moesten aandringen voordat families bereid waren om lijken over te dragen, worden ze nu dag en nacht gebeld om slachtoffers op te halen. Mensen zijn bang dat met ebola besmette lichamen met het drinkwater in aanraking komen en smeken het Rode Kruis om snel te komen. Tamba heeft de radio op zijn bureau tegenwoordig altijd aan staan: als de ebolalijn in gesprek is, bellen veel Liberianen naar het nieuws op de radio om slachtoffers door te geven. "Het is hartverscheurend, deze situatie," zegt hij. "De dood houdt me bezig. Dag en nacht."

Meer over Ebola:

Lijkenroof in Liberia

Apenvlees en de verspreiding van Ebola

De lab-apen van Liberia