FYI.

This story is over 5 years old.

Drugs

Mijn verspilde jaren als jonge alcoholist

Jarenlang werd ik elke maandagochtend wakker in een plas van mijn eigen pis, kots, en wodka.

Toen ik een jaar of 25 was, zag een typische maandagochtend er voor mij ongeveer zo uit: ik lig op de vloer van mijn woonkamer in mijn kleine kutflatje in Nordvest, aan de rand van Kopenhagen. Mijn handen trillen, mijn hart bonkt als een gek, en mijn gezicht zit onder het zweet. Ik voel me hol en beschaamd, maar de enige manier waarop ik me kan voorstellen dat ik me ooit nog beter ga voelen is door zes biertjes en een fles goedkope wijn achterover te tikken. Ik ben nu 34, en heb bijna twintig jaar aan drankmisbruik achter de rug, die mijn puberteit en twintiger jaren volledig heeft verwoest.

Advertentie

Ik dronk mijn eerste slokje alcohol toen ik een jaar of twaalf of dertien was, en wist gelijk dat het echt iets voor mij was. Het smaakte sowieso wel prima, maar vooral het effect dat het had op mijn brein was iets waar ik wel aan kon wennen. Het bleek dat mijn vrienden daar hetzelfde over dachten. We rookten de hele dag wiet, gingen veel skaten, gebruikten weleens paddo's, en dronken veel te veel. We groeiden samen op in een klein dorpje waar verder niet veel te doen was, behalve voetballen of rommelen aan brommers. We hielden niet van voetbal of brommers.

Ik woonde van mijn negende tot mijn zeventiende alleen met mijn vader. Onze relatie was er meer eentje van vrienden die samen feestten dan van een vader en zoon. Dus in plaats van dat ik een gedegen vaderfiguur in mijn leven had, had ik een vriend die me liet drinken wat ik wilde en doen wat ik wilde, en die me ook nog kennis liet maken met de wonderlijke wereld van wiet. Toen ik vijftien was en naar een nieuwe school ging, pakte hij een lunch voor me in voor de treinreis en stopte hij er een grammetje wiet bij als verrassing.

Jakob (links) met vrienden

Het duurde nog een paar jaar voordat iemand voor het eerst tegen me zei dat ik een drankprobleem had. Ik was ongeveer achttien toen mijn toenmalige vriendinnetje voorzichtig zei dat ik hulp moest zoeken. Ik vond dat niet nodig, ondanks dat ik de dag regelmatig begon met vier blikken Tuborg als ontbijt, en al van een paar scholen was getrapt. Een voor een waren de vrienden die ik vroeger had zich gaan focussen op hun school en werk. Ze verdwenen langzaam uit mijn leven, en ik begon me te omringen met mensen die meer waren zoals ik, en er geen probleem mee hadden om op een gewone dinsdagavond een fles wodka soldaat te maken. Maar ik deed dat ook met liefde als ik geen vrienden over de vloer had en in mijn eentje voor de buis zat.

Advertentie

Toen ik zeventien was, verhuisde ik naar Kopenhagen om een nieuwe start te maken, maar natuurlijk gebeurde er precies het tegenovergestelde. Ik begon aan de ene studie na de andere, vooral zodat ik studiefinanciering zou krijgen – die ik uitgaf aan drank en drugs. Mijn moeder gaf me af en toe ook wat geld, en ik loog tegen haar over waar ik dat aan uitgaf. Ze wist precies waar ik mee bezig was, maar voelde zich zo schuldig dat ze me bij mijn vader had laten wonen toen ik jonger was, dat ze me toch geld bleef geven.

Mijn vader is inmiddels overleden, maar ik ben jarenlang verschrikkelijk boos op hem geweest. Hoe ouder ik werd, hoe meer ik zag wat een slechte invloed hij op mijn leven had. Mijn gevoel van zelfmedelijden ging altijd prima samen met mijn drankmisbruik.

Drinken was iets dat ik deed omdat ik me klote voelde.

Toen ik begin twintig was, dronk ik vijftig tot zestig drankjes op een gemiddelde weekenddag. Doordeweeks was dat ongeveer de helft, zodat ik nog enigszins kon functioneren. Het was op dat punt wel duidelijk dat ik een alcoholist was, en ik begon aan een behandeling met Antabuse – een medicijn waardoor je behoorlijk nare bijwerkingen krijgt als je alcohol drinkt. Om te compenseren voor het feit dat ik niet mocht drinken, leefde ik me uit met hasj en pillen. Maar als het echt wil, kan je nog steeds drinken als je aan de Antabuse zit – en ik wilde het echt. Je hoofd zwelt op, je hart begint te bonken, je wordt misselijk, je krijgt moeite met ademhalen en je krijgt rode vlekken en een prikkend gevoel op je huid. Maar uiteindelijk verdooft de alcohol het zenuwstelsel genoeg dat je de allergische reactie niet meer voelt.

Advertentie

Ik dacht altijd dat ik na een paar maanden op Antabuse wel weer verantwoord zou kunnen drinken. Maar elke keer als ik klaar was met een behandeling, werd het alleen maar erger. De moeilijkste stap was om te realiseren en toe te geven dat ik geen grip had op mijn drankgebruik. Ik had het idee dat ik op een dag wel zou leren om mijn alcoholinname in bedwang te houden, maar dat was alleen maar omdat ik niet dapper genoeg was om het echte probleem onder ogen te zien: drinken was iets dat ik deed omdat ik me klote voelde. Als je voor eens en altijd stopt met drinken, moet je de demonen onder ogen zien die de onderliggende oorzaak van het probleem zijn – en dat moet je dan nog nuchter doen ook.

Ik had de kracht niet om te stoppen, ook al eiste mijn drankmisbruik een hoge tol op allerlei vlakken. Ik had drie lange relaties die allemaal op de klippen liepen door de drank. Bij mijn tweede vriendinnetje nam ik antidepressiva in combinatie met alcohol, wat resulteerde in een rare vorm van zelfbeschadigend gedrag waarbij ik flessen kapotsloeg op mijn eigen schedel, en mezelf een blauw oog sloeg in haar bijzijn. En dan waren er nog alle keren dat zij thuiskwam en me vond op de vloer in een plas van mijn eigen pis, kots en wodka.

Ik ben twee keer bijna doodgegaan. Een keertje was op een technofestival waar ik in elkaar stortte en wakker werd in het ziekenhuis. De andere keer was tijdens een set van Jeff Mills in een club in Kopenhagen, waarbij ik een overdosis ghb en een belachelijke hoeveelheid alcohol achter m'n kiezen had. Mijn hart stopte ermee, en ik werd gereanimeerd in de regen naast een rij van mensen die te wachten stonden om naar binnen te gaan. Ik werd de volgende dag wakker in het universiteitsziekenhuis van Kopenhagen met elektrodes over mijn hele lichaam. Ik weet nog dat ik een plastic zak zag hangen waar mijn broek in zat – blijkbaar had ik in mijn broek gepist toen ik bewusteloos op de stoep lag. De dokters waarschuwden me, maar dat haalde niet veel uit: ik werd diezelfde nacht weer stomdronken. Op minder spannende avonden zat ik gewoon thuis met de gordijnen dicht, in mijn eentje te drinken, een snotterend wrak met een glas wodka in z'n hand.

Advertentie

Toen ik 31 was, werd ik toegelaten tot een opleiding voor bordschilders. Ik was weer een poging aan het doen om af te kicken met Antabuse, maar toen mijn vriendin het uitmaakte, had ik een terugval. Dat zorgde voor problemen met mijn stage, omdat mijn ontwenningsverschijnselen zo erg waren dat ik mijn kwast niet stil kon houden. Ik merkte dat ik het oprecht leuk vond om borden te schilderen en wilde de opleiding echt afmaken, waardoor ik me langzamerhand begon te realiseren dat ik wel degelijk de wil had om te leven. Ik wist, diep vanbinnen, dat ik er een streep onder moest zetten en volledig moest stoppen met drinken. In het eerste jaar had ik regelmatig nog terugvallen tussen de behandelingen met Antabuse door, en rookte ik nog steeds elke dag een joint of twee, maar in augustus 2013 zocht ik hulp bij verschillende supportgroepen om helemaal te stoppen met alcohol, roken en harddrugs. Tegenwoordig is de sterkste drug die ik gebruik cafeïne.

Jacob nu. Foto door Sarah Buthmann

Dat was op z'n zachts gezegd een keerpunt. De meeste mensen zagen me als een enorme loser die regelmatig bewusteloos in de goot lag, en ik heb wel het gevoel dat de mensen die hebben gezien hoe ik er toen aan toe was enig respect hebben voor het feit dat ik mijn leven radicaal heb veranderd. Al zijn dit natuurlijk wel de mensen waar ik weinig tot geen contact meer heb – en ik heb sindsdien nieuwe vrienden gevonden die op een veel gematigdere manier drinken en drugs gebruiken. Ik kan makkelijk met hen uitgaan zonder dat ik in de verleiding kom om te drinken. En ik heb nu net zoveel plezier als ik uitga, en ben vaak de vrolijkste en meest energieke persoon in de kroeg. Maar het kostte me veel tijd en moeite om op dat punt te komen. Een goede vriend van me is ook gestopt met drinken, en hij heeft me erg geholpen om langzaam weer het uitgaansleven in te duiken.

Ik mis het niet om dronken te zijn. Ik voel me beter – spiritueel, fysiek en sociaal. Helder zijn is voor mij nu het beste gevoel dat er is. Ik kan niet beloven dat er niet een dag zal komen – nadat ik wat kinderen op de wereld heb gezet en een flinke baard heb gekweekt – waarop ik stiekem weer eens een jointje zal roken in mijn schuurtje. Maar ik ben er vrij zeker van dat ik nooit meer zal drinken.

Jakob Engberg Petersen is onlangs zijn eigen bordschilderbedrijf begonnen, dat Copenhagen Signs heet.