Nederland heeft gestemd, en nu de uitslagen binnen zijn kunnen we bijvoorbeeld concluderen dat natuurliefhebbers in de stad wonen en het CDA een feestje viert op zijn sterfbed.
Sinds de Provinciale Statenverkiezingen van gisteren is de versnippering in Nederland totaal. De grootste partij van Nederland is nog nooit zo klein geweest. Hele gebieden die vroeger gewoon naar de PVDA gingen zijn SP-bolwerken geworden, linkse steden stemmen opeens op progressieve liberalen, en de partij die opkomt voor dieren is een samenwerking tussen twijfelende PVV'ers en afvallige GroenLinksers.
Advertentie
Het feit dat een groot gedeelte van de Nederlanders besloot om niet te komen stemmen, maakt tegelijkertijd dat er weinig gaat veranderen. Met een opkomst van 49% hebben de thuisblijvers er deels voor gezorgd dat het nog lang niet voorbij is met de spookoorlog tegen terrorisme, dat er geen actie wordt ondernomen tegen klimaatverandering en dat de criminelen in de wiethandel er de komende tijd alleen maar rijker op worden. Het hoogste doel blijft economische groei.Gelukkig kunnen we ook leuke conclusies trekken uit de berg data die de verkiezingen hebben opgeleverd. Hier de opvallendste dingen die te zeggen zijn over het stemgedrag van de mensen die wel zijn komen opdagen.
Het CDA heeft - ondanks de winst - een enorm probleem
Zoals PvdA-stemmers naar de SP vluchten, zo rennen bejaarden richting het CDA. Maar twee procent (!!) van de 18- tot 24-jarigen heeft voor de partij gestemd, de groep daarboven trekt de steun van relatief jonge mensen naar vijftien procent. De partij heeft ontzettend geluk gehad dat vooral jongeren niet hebben gestemd (en zo actief meehelpen om een partijalshetCDA de macht te geven) want anders was het huilen geblazen geweest, bij het CDA.Jonge christenen stemmen namelijk massaal op de ChristenUnie. 39% van hun kiezers was jonger dan 35. Er is overtuigend onderzoek waaruit blijkt dat stemgedrag vroeg geleerd is. Wie op jonge leeftijd op een bepaalde partij stemt, verschuift later maar beperkt. Het CDA heeft dus een enorm probleem, want hun kiezers gaan op dit moment stuk voor stuk richting het crematorium of richting de concurrent. Gezien de vrolijke gezichten lijkt de partij dat totaal niet door te hebben.
Advertentie
Almere is - net als alle andere steden - links in een rechts land
De kaart van Nederland lijkt overgenomen door het CDA en de VVD, maar de steden zijn duidelijk zichtbaar als bolwerken van D66, SP en de PvdA.En zelfs in de steden waar de PVV de grootste is geworden komt de concurrentie van links. In Almere halen de VVD, CDA en PVV samen maar 41,9%. In Rotterdam begon Pim Fortuyn ooit zijn volksrevolutie, maar de drie conservatieve partijen blijven steken op 38,8%.Deze drie partijen hebben samen met de christenen een meerderheid in de Eerste Kamer gekregen omdat de opkomst onder stedelingen zo laag was.
Natuurliefhebbers wonen in de stad
De partijen die zich sterk maken voor planeet aarde hebben vooral steun gekregen van de mensen die een huis hebben gekozen tussen beton en scooters: Groningen, Utrecht, Amsterdam en Arnhem. Hoe groener de velden, hoe lager de steun voor GroenLinks en de Partij voor de Dieren. (Wageningen telt ook mee, maar dat is niet echt een stad)Vooral de uitslagenkaart van de Partij voor de Dieren ziet eruit als een stedenatlas, hoewel de steun voor de partij in het hele land is gegroeid. Misschien is dat omdat meer mensen het beginnen te zien als de Partij van de Duurzaamheid in plaats van dieren alleen.
Utrecht en Nijmegen strijden om het predicaat 'meest linkse stad'
De linkse kiezers in Utrecht zijn in een nek-aan-nekrace beland met Nijmegen als het gaat om hoe zeer ze geloven in biologische broodjes en een gereguleerde wietteelt. (D66, SP, PVDA, GroenLinks, PvdD, 50PLUS.)Nijmegen gaat nog altijd aan kop, met 68.6%. Utrecht staat op 66,8%. De schilderachtige provinciesteden Zutphen en Deventer volgen trouwens op de voet, misschien omdat er daar zoveel antroposofen wonen.
PVV-haters kunnen verhuizen naar Rozendaal, Gelderland
Er zijn een paar hele vreemde PVV-bolwerken
In het plaatsje Rucphen in Brabant stemt één op de drie kiezers op de PVV. De plaatsjes Aerdt, Herwen en Spijk verbazen niet alleen om het feit dat ze bestaan, maar ook omdat ook daar de PVV de grootste is geworden, met 18,3%. De grootste steun voor de PVV komt nog altijd uit Zuid-Limburg, de omgeving van Rotterdam en oorden als Den Helder – maar in Overijssel moet Wilders om stemmen bedelen. (Behalve in Almelo, het bejaardencentrum van die provincie.)
Door je in te schrijven voor de VICE nieuwsbrief ga je ermee akkoord dat je elektronische communicatie van VICE ontvangt die soms advertenties of gesponsorde content kan bevatten.
De kaart van Nederland lijkt overgenomen door het CDA en de VVD, maar de steden zijn duidelijk zichtbaar als bolwerken van D66, SP en de PvdA.En zelfs in de steden waar de PVV de grootste is geworden komt de concurrentie van links. In Almere halen de VVD, CDA en PVV samen maar 41,9%. In Rotterdam begon Pim Fortuyn ooit zijn volksrevolutie, maar de drie conservatieve partijen blijven steken op 38,8%.Deze drie partijen hebben samen met de christenen een meerderheid in de Eerste Kamer gekregen omdat de opkomst onder stedelingen zo laag was.
De partijen die zich sterk maken voor planeet aarde hebben vooral steun gekregen van de mensen die een huis hebben gekozen tussen beton en scooters: Groningen, Utrecht, Amsterdam en Arnhem. Hoe groener de velden, hoe lager de steun voor GroenLinks en de Partij voor de Dieren. (Wageningen telt ook mee, maar dat is niet echt een stad)Vooral de uitslagenkaart van de Partij voor de Dieren ziet eruit als een stedenatlas, hoewel de steun voor de partij in het hele land is gegroeid. Misschien is dat omdat meer mensen het beginnen te zien als de Partij van de Duurzaamheid in plaats van dieren alleen.De linkse kiezers in Utrecht zijn in een nek-aan-nekrace beland met Nijmegen als het gaat om hoe zeer ze geloven in biologische broodjes en een gereguleerde wietteelt. (D66, SP, PVDA, GroenLinks, PvdD, 50PLUS.)Nijmegen gaat nog altijd aan kop, met 68.6%. Utrecht staat op 66,8%. De schilderachtige provinciesteden Zutphen en Deventer volgen trouwens op de voet, misschien omdat er daar zoveel antroposofen wonen.
