FYI.

This story is over 5 years old.

nieuws

Op de Noordpool zijn ijsberen begonnen met dolfijnen te eten

Het goede nieuws is dat ijsberen een nieuw voedsel hebben gevonden om zich in leven te houden. Het slechte nieuws: het zijn dolfijnen.

Wat betreft de dagelijkse berichtgeving over klimaatverandering hebben we vandaag goed nieuws en slecht nieuws. Het goede nieuws: het ziet er naar uit dat ijsberen, wiens voortbestaan wordt geteisterd door klimaatverandering, iets nieuws hebben gevonden om hun maag mee te vullen.

Het slechte nieuws: het zijn dolfijnen.

Wetenschappers die onderzoek doen naar de beesten, hebben bij de poolkust van Noorwegen meerdere ijsberen aangetroffen die compleet los gingen op de karkassen van een aantal witsnuitdolfijnen. Naar verluidt zaten de dolfijnen gevangen onder het ijs van een fjord, en daar maakten de beren dankbaar gebruik van. "Dit is de eerste keer dat is waargenomen dat deze dolfijnensoort als prooi voor ijsberen dient," aldus de wetenschappers in een wetenschappelijke publicatie in het blad Polar Research. "Witnsnuitdolfijnen zijn in de zomer veel geziene gasten in de dit gebied [de wateren nabij Svalbard], maar in de vroege lente hebben we ze nog nooit zo noordelijk aangetroffen."

Advertentie

Een mannetjesijsbeer naast het karkas van een witsnuitdolfijn. Meteen links van de dolfijn is een gat in het ijs te zien, waarschijnlijk opengehouden door de dolfijnen om te kunnen blijven ademen terwijl ze in het fjord zaten opgesloten

De onderzoekers deden de ontdekking in april 2014, in een gebied op iets minder dan tachtig graden noorderbreedte. Uit de meerdere foto's die wetenschappers genomen hebben, valt op te maken dat één van de beren aanzienlijk vermagerd was. Zijn ribben waren goed zichtbaar ondanks zijn dikke vacht. Het eerste karkas was net achter de kiezen, en de beer had een tweede begraven onder de sneeuw voor later, dat vertelt Jon Aars, bioloog aan het Noorse poolinstituut en de voornaamste auteur van de publicatie. En dus iemand die Aars van zijn achternaam heet. Toen de onderzoekers in juli dat jaar nogmaals kwamen kijken, werden er opnieuw zeven dolfijnen aangetroffen.

Volgens meneer Aars kunnen de dolfijnen uitkomst bieden aan een paar hongerige beren, maar het is niet waarschijnlijk dat ze de zeehonden gaan vervangen als voornaamste onderdeel van het ijsberendieet. "Er is een zeer grote berenpopulatie in dat gebied, en het is niet zo alsof die zich allemaal kunnen gaan voeden met dolfijnen," zei hij in gesprek met VICE News. "Maar voor sommige beren is er zeker een optie bijgekomen zo."

De beren hebben last van hetzelfde probleem dat deze dolfijnen naar het gebied heeft gedreven waar de onderzoekers hun onderzoek doen: klimaatopwarming. Door de stijgende temperaturen wordt het steeds lastiger voor de beesten, die vaak wel een halve ton wegen, om zich fatsoenlijk te kunnen voeden. Aars: "Toen we hier aankwamen was er nog amper ijs. Door een plotselinge daling van de temperatuur vormde zich echter nieuw ijs, wat vervolgens in dat fjord terecht kwam. De dolfijnen hadden maar een klein gat in het oppervlakte om door te ademen. Daar konden de beren handig van profiteren."

Advertentie

De witsnuitdolfijnen, die normaal gesproken voorkomen in de Atlantische wateren tussen Europa en Canada, begeven zich ondertussen steeds vaker in noordelijker gelegen gebieden. Dat geldt ook voor potvissen: om en nabij Svalbard worden ook die steeds vaker gespot, en ook daar weten de ijsberen wel raad mee. Andrew Derocher, een bioloog die al meer dan dertig jaar ijsberen bestudeert, vertelde dat hij al meerdere malen heeft gezien dat de beren zich tegoed deden aan overblijfselen van de gigantische beesten. "We zien het steeds vaker dat diersoorten die normaal alleen in zuidelijke gebieden voorkomen naar het noorden afdrijven," aldus Derocher, die doceert aan de University of Alberta in Canada. Dat is "aan de orde van de dag" nu de temperaturen wereldwijd toenemen: al jarenlang worden noordwaartse trekken in de leefomgevingen van vogels, vlinders, en andere diersoorten waargenomen.

Op de Noordpool, die meer dan twee keer zo snel opwarmt als de rest van de planeet, heeft het verdwijnen van zee-ijs er volgens Derocher voor gezorgd dat andere diersoorten er een nieuwe leefomgeving bij hebben gekregen. "Het is niet hun normale gebied, maar uiteraard gaan ze waar het voedsel gaat. Dat geldt dus ook voor het noordpoolgebied nu daar steeds minder ijs is, maar de weeromstandigheden kunnen daar zeer plotseling omslaan. Daardoor kunnen ze vast komen te zitten in het ijs."

Een volwassen ijsbeer smikkelt een witsnuitdolfijn weg bij Raudfjorden in Noorwegen. De dolfijn hoorde waarschijnlijk bij dezelfde school als de dolfijnen die in april dat jaar het slachtoffer werden van ijsbeerhonger

Volgens Derocher gaan de ijsberen het lekkerst als de Noordpool voor meer dan de helft met ijs is bedekt, omdat ze vanaf daar zeehonden kunnen opvissen. Sinds de jaren zeventig zijn de oceaantemperaturen bij Svalbard echter drastisch gestegen, met als logische consequentie dat er minder en minder ijs is. De zeehonden zijn voor hun voortbestaan afhankelijk van dit ijs, waardoor hun populatie nu ernstig onder druk komt te staan.

"Je zou kunnen zeggen: oké, de witsnuitdolfijnen trekken naar het noorden, waarom doen de ijsberen niet hetzelfde? Het probleem is dat als je veel hoger dan Svalbard komt, je in de diepe wateren van de Noordelijke IJszee terecht komt," aldus Derocher. "Die zijn twee á drie kilometer diep, absoluut geen gebied voor zeehonden om te leven. En als het niet goed is voor de zeehonden, dan kunnen de ijsberen er ook niet goed rondkomen."