FYI.

This story is over 5 years old.

VICE Is 10

Oud-hoofdredacteur Jan van Tienen vertelt over zijn favoriete stuk

"Ik had een donkerbruin vermoeden dat het leven in asielzoekerscentra ruk was, maar vroeg me af hoe ruk het precies zou zijn."

VICE Nederland bestaat tien jaar. Om dat te vieren geven we aanstaande vrijdag een gortig feest, én vroegen we een paar van onze voormalige hoofdredacteuren om ons te vertellen over hun favoriete stuk. Jan van Tienen was vier jaar lang onze hoofdredacteur, en schreef pas het boek Er is niets wat hier nog blijft.

Veel mensen hebben het tegenwoordig over vluchtelingen, maar in 2011 was het ook een probleem. Ik had een donkerbruin vermoeden dat het leven in asielzoekerscentra ruk was, maar vroeg me af hoe ruk het precies zou zijn, en dan specifiek voor jongeren die er al jaren woonden, maar die maar geen verblijfsvergunning kregen. Ik vind het mooi dat we ruimte maakten om drie jongeren gewoon hun verhaal te laten vertellen, hoe ellendig ook. Was het nieuws? Niet echt. Maar sommige verhalen verdienen het eigenlijk altijd om verteld en gehoord te worden. (Wel jammer dat we het woord 'rochel' verkeerd hadden geschreven in het artikel, maar dat soort dingen blijf je houden). Ik denk dat het vandaag de dag nog belangrijker is dat individuele verhalen van mensen van elders verteld en gehoord worden.

Advertentie

Er waren verder gevolgen van dit verhaal die de moeite van het vertellen waard zijn:

- Mensen belden de redactie om te vragen of ze ergens konden doneren, of zo.
- Alejandro Tauber was zo gedeprimeerd van het levensverhaal van Sunny dat hij inzag dat hij eigenlijk een ander soort journalist wilde zijn. Gelukkig is hij goed terechtgekomen en lijkt hij op zijn plek te zijn.
- Koos Breukel (die voor dit verhaal kosteloos meewerkte, bedankt!) gebruikte de foto van Mozdeh in een overzichtstentoonstelling van zijn beste werk.
- Dankzij Mozdeh leerde ik Arash kennen, een Iraanse schrijver met een positieve levenshouding en een prettige instagramaccount. Hij heeft inmiddels een verblijfsvergunning en het gaat goed met hem.

- Jan van Tienen

Lees hieronder het favoriete stuk van Jan van Tienen.


Slapen met een tafel voor je deur

17 oktober 2011

Asielzoeker zijn in Nederland lijkt geen sinecure. Dit jaar stak een 36-jarige Iraanse man die Nederland zou worden uitgezet zichzelf in brand op de Dam. Hij stierf in het ziekenhuis. Dezelfde maand vermoordde een 25-jarige asielzoeker zijn vriendin en schoot hij een politieagent dood. Hij was psychotisch, maar ook hij was uitgeprocedeerd. In juni stak een Somalische man in een asielzoekerscentrum een andere Somalische asielzoeker dood. De marechaussee, belast met het daadwerkelijk uitzetten van asielzoekers, draagt rubberen pakken om zich te beschermen tegen beten en roggels.

Advertentie

En dan zijn er nog de duizenden jongeren die hier al jaren op de uitkomst van hun asielprocedure wachten, en dan te horen krijgen dat ze het land uit worden gezet. De bekendste van hen is Sahar, het Afghaanse meisje dat al tien jaar in Friesland woont. Zij mag dus blijven, maar veel anderen wachten nog op het oordeel van de IND en, uiteindelijk, minister Gerd Leers. Die moet zich in dit rechtse kabinet straf opstellen ten opzichte van immigranten. Hij ziet er in deze rol nogal dom uit omdat hij zich tijdens zijn burgemeesterschap van Maastricht vaak kritisch uitliet over het harde immigratiebeleid van het toenmalige kabinet, maar dat terzijde. Op dit moment wordt door de Christen Unie en de Partij van de Arbeid gewerkt aan een wetsvoorstel dat ervoor pleit dat jonge asielzoekers die al jaren in Nederland verblijven een verblijfsvergunning zouden moeten krijgen. Dit wetsvoorstel wordt deze herfst aanhangig gemaakt bij de Tweede Kamer, wat betekent dat het wordt ingediend, maar aanhangig is het officiële en beetje rare woord. Wij pleiten daar ook voor, want de traag- en hardheid van de asielprocedures in Nederland is iets om ons kapot voor te schamen. Het lot van het wetsvoorstel van de CU en de PvdA is ons op het moment van drukken nog niet bekend. Omdat wat ons betreft de aandacht voor deze zaak niet met de sprookjesachtige "Affaire Sahar" moet eindigen, zochten we drie jongeren op die hier volwassen geworden en geworteld zijn. We interviewden ze over wat ze meegemaakt hebben en Koos Breukel was zo vriendelijk om ze te portretteren. Alledrie hebben ze vreselijke dingen meegemaakt en voor alledrie is teruggaan geen optie. Met dank aan UAF. Op www.uaf.nl kun je meer informatie vinden over deze problematiek en ook jongeren die hier asiel aanvragen helpen studeren. MOZHDEH BAHMANI FIROUZI
Mozhdeh Bahmani Firouzi had een relatief fantastische jeugd in Iran. Toen ze achttien was zag ze zich genoodzaakt om in haar eentje naar Nederland te vluchten. Ze woont nu in een asielzoekerscentrum, en heeft al meer dan een jaar geen contact meer gehad met haar familie. Ze leert Nederlands en hoopt in het nieuwe schooljaar Farmacie te gaan studeren. VICE: Waarom moest je Iran ontvluchten?
Mozhdeh Bahmani Firouzi: Ik woonde met mijn familie in Shiraz, en studeerde Informatica aan een universiteit in de buurt. Ik had een bijbaantje als kapster, en hielp mijn vader in zijn zaak—gewoon, omdat ik dat leuk vond. Op Iraanse universiteiten hebben we de Herasat, een soort disciplinaire afdeling die controleert of iedereen de regels van het regime volgt. De vrouwen moeten lange rokken en hoofddoeken dragen. Ik moest een keer bij de Herasat langskomen omdat ze vonden dat ik mijn hoofddoek te ver achter op mijn hoofd droeg. Dat gebeurde drie keer, en bij een vierde keer zou ik van school gestuurd worden. En dat gebeurde?
Ja. Maar toen ik me inschreef bij de universiteit, had een vriend van mijn oom gezegd dat als ik ooit problemen met de Herasat zou hebben, ik hem kon bellen. Hij heeft enorm veel macht in Iran. Toen de Herasat me dus voor een vierde keer opriep, belde ik hem. Hij zei dat hij het op zou lossen. Ik kende hem niet zo goed, maar vond hem wel aardig. Hij kwam naar de universiteit en verzocht de Herasat me op dat moment nog niet van school te sturen, maar daar tot nader order mee te wachten. Dat deden ze. Toen we het kantoortje uitkwamen, vroeg ik hem waarom hij dat gezegd had. Hij maakte direct duidelijk dat ik seks met hem moest hebben als ik wilde blijven studeren. Ik weigerde. Was weigeren een optie?
Nee, want op dat moment ging het niet meer om wel of niet studeren. Ik had me nooit erg bezig gehouden met de politieke situatie in Iran, omdat ik gewoon mijn leven wilde leiden en naar school wilde. Maar ik weet natuurlijk goed wat er gaande is, en machtige mannen als hij kunnen doen wat ze willen. Ik had geen keus, omdat hij dreigde mijn familie en mij te vermoorden—en hij zou ermee weggekomen zijn. Dus hij had seks met me. Ik heb het gedaan, maar wilde niet. Het was mijn eerste keer. Die ene keer was niet genoeg voor hem. Het is in totaal vier keer gebeurd, tot ik brak. Heb je het toen je familie verteld?
Toen wel ja. Ik vertelde het aan mijn oom, en die diende een aanklacht in. Kort daarna was ik op bezoek bij een vriendin toen een buurvrouw belde en vertelde dat ik niet naar huis moest komen. De politie was langs geweest om me te arresteren voor 'iets politieks' dat ik gedaan zou hebben. Ik bleef een paar dagen bij die vriendin, en daarna schuilde ik in een dorpje in de buurt van Shiraz. In de tussentijd had mijn vader een visum voor Nederland voor me geregeld. Waarom ben je eigenlijk specifiek naar Nederland gekomen?
Ik heb een tante hier aan mijn moeders kant, en ik heb vijf of zes maanden bij haar gelogeerd. Dat was een vergissing. Hoezo?
Toen ik hier kwam was ik negentien, naïef en depressief. Mijn tante, haar man en vrienden woonden hier allemaal al heel lang, dus ik vertrouwde erop dat zij wisten hoe ik hier alles moest regelen. Ze zeiden dat ik me niet bij het IND moest aangeven als vluchte-ling, omdat ik met mijn visum direct weggestuurd zou worden. Ik was heel bang om teruggestuurd te worden, maar ik wist natuurlijk dat ik me wel ergens moest laten registreren. Ik was eenzaam en dacht niet voor mezelf na. Uiteindelijk ben ik na vijf maanden naar Ter Apel gegaan om mezelf aan te geven. Maar op aanraden van mijn tante loog ik dat ik hier met een vals paspoort was gekomen, in plaats van met een visum. Ik wou dat ik het over mocht doen, want dan zou ik natuurlijk nooit gelogen hebben. Hoe zijn ze erachter gekomen dat je niet eerlijk was geweest over je visum?
Mijn tante had mijn paspoort en mijn visum. Toen ze geld nodig had, gaf ze mijn paspoort als onderpand aan een vriendin die haar een paar duizend euro wilde lenen. Toen mijn tante die lening niet terugbetaalde, gaf die lenende vriendin mijn paspoort aan de politie. En wat was het gevolg?
De IND gaf me een voornemen, wat betekent dat ze van plan zijn mijn asielaanvraag af te wijzen. Ik heb bezwaar aangetekend, en die procedure loopt nog. Ze twijfelen aan mijn verhaal nu ik gelogen heb over mijn paspoort. Dat doet veel pijn. Voordat ik uit Iran weg moest, had ik een prima leven. Ik studeerde, ik was close met mijn familie en vrienden, ik woonde in een prachtig huis. Als ik had kunnen blijven, was ik nooit weggegaan. Je woont in een AZC?
Klopt. Ik vind het heel eng om daar te wonen. Wat is er eng?
Het is er niet veilig. Mijn vorige kamergenote heeft me ooit met een gietijzeren rooster van een fornuis geslagen toen ik haar vroeg om de afwas te doen. Ze werd helemaal gek en maakte al mijn spullen kapot. In juni heeft een Somaliër een andere Somaliër doodgestoken. Dat was afschuwelijk. Het is zo makkelijk om iemand te vermoorden. Als ik ga slapen schuif ik altijd een tafel voor de deur. Hoe ga je om met wat er gebeurd is als je je thuis niet veilig voelt? Ben je in therapie?
Ik ben naar een psycholoog geweest, maar het is niks voor mij. Als ik studeer denk ik nergens anders aan, dus ik vind studeren heel fijn. Maar het is moeilijk om je te concentreren in het AZC, omdat iedereen er boos en gefrustreerd is. Ik heb hevige hartkloppingen en nachtmerries. Als ik wakker word heb ik overal krassen zitten, omdat ik mezelf krab in mijn slaap. Ik wil vergeten wat er gebeurd is, maar dat is moeilijk. Wat als ze je bezwaar afwijzen?
Dan moet ik weg uit Europa. Ik kan niet terug naar Iran, ik kan mijn familie niet opzoeken en ik heb geen geld. Ik kan eigenlijk nergens heen. SUNNY ABDOLLAH
Seyed Mehdi Abdollahi Hosseini Doust heeft liever dat je hem Sunny noemt. Hij vluchtte in 2002 met zijn moeder en zusje uit Iran, leerde in zes maanden Nederlands, maakte zijn VMBO af en studeert nu voor mondhygiënist. Het liefst zou hij op vakantie gaan naar Spanje, maar tot hij zijn verblijfsvergunning krijgt is dat geen optie. VICE: Wanneer ben je naar Nederland gekomen?
Sunny Abdollahi: Ik kwam in 2002 met mijn moeder en mijn zusje hier aan. Mijn vader was hier twee jaar eerder aangekomen. Hij vluchtte in 2000 voor de Iraanse overheid. Hij was tegen het regime, en mensen begonnen vragen te stellen. We moesten vaak verhuizen. Op een gegeven moment werd het echt te gevaarlijk voor hem, waardoor hij het land uit moest vluchten. Hij ging naar Nederland om geld te verdienen zodat mijn moeder, mijn zusje en ik daar ook naartoe zouden kunnen. Hoe oud was je toen?
Ik was net dertien. En hoe ben je naar Nederland gereisd?
Na een paar maanden had mijn vader genoeg geld verdiend om naar ons op te sturen, zodat wij ook konden komen. Maar het was niet genoeg om met het vliegtuig te gaan. We moesten naar Nederland lopen. Lopen? Echt?
Ja. We moesten uit Iran door Turkije, Bulgarije, Tsjechië, Oostenrijk en Duitsland om hier te komen. We hebben er meer dan een jaar over gedaan. Onderweg ben ik mijn zusje verloren. Mag ik vragen wat er met je zusje is gebeurd?
[Sunny twijfelt, slikt] Als je het er niet over wilt hebben, dan hoeft dat niet.
Nee, het gaat wel. Ik moet er alleen even over nadenken. Van Turkije naar Bulgarije vluchtten we samen met 25 anderen. Het was donker en winter. Buiten was het heel erg koud. Het sneeuwde en alles was bedekt met sneeuw. Als je illegaal van het ene land naar het andere gaat, moet je dat heel voorzichtig doen. Verstopt. Niemand mag je zien. We gingen door een bos dat we niet kenden, maar de mensen die ons meenamen zouden het weten. Waren die mensen Bulgaars?
Ze kwamen uit Turkije en ze wisten de illegale manier om Bulgarije in te komen. Maar er lag sneeuw en ze raakten de weg kwijt. We hadden geen eten mee en we hadden ook niet de goede kleren aan om in de kou te zijn. Mijn zusje is doodgevroren. De reis duurde in totaal achttien uur doordat we verdwaald waren. We moesten ook een tien meter brede rivier oversteken. Het was het water waardoor we het zo koud kregen. Door het water is mijn zus bevroren en doodgegaan. Ze was twaalf. Jezus. Wat deed je toen?
Toen ze stierf lagen we gewoon in de sneeuw, en de andere mannen liepen door zonder ons te helpen. Na uren trok mijn moeder me weg van m'n zusje. Ze huilde en schreeuwde, maar we moesten doorlopen. Mijn zusje lag daar gewoon, maar we wisten niet waar ze lag. De Bulgaarse politie vond ons toen bij de grens, en nam ons mee naar een kamp. Na twee dagen vonden ze mijn zusje. Mijn vader kreeg speciale toestemming om Nederland een week te verlaten om bij de begrafenis in Bulgarije te zijn. Toen moest hij terug. Mijn moeder en ik bleven daar acht maanden voor we verder gingen. Wat een heftig verhaal. Dus toen gingen jullie door naar Nederland?
Ja. Toen we de Nederlandse grens over waren, werden we opgepakt en naar een kamp bij de grens gebracht om een advocaat te vinden die ons kon helpen met het aanvragen van een vluchtelingenstatus. Mijn moeder en ik bleven twee weken in dat kamp, en mijn vader kwam ons daar opzoeken. Daarna kregen we het voor elkaar om allemaal bij elkaar gezet te worden. Kon je toen naar school?
Ja, we bleven een jaar in dat kamp. Ik werd in het laatste jaar van de basisschool geplaatst om Nederlands te leren. Maar toen ik veertien werd mocht ik niet meer naar de basisschool, dus toen ben ik zes maanden naar een zogenaamde taalschool geweest. Heb je in zes maanden Nederlands geleerd? Wow.
Ik was jong en leerde snel. Na de taalschool werd ik in de tweede klas van het VMBO geplaatst. En ging je over?
Met moeite, maar ja, ik ging over. Hoe ging het daarna met jullie verblijfsprocedure?
Na drie jaar waren alle procedures die mijn vader had aangespannen afgewezen. Hij kon niet bewijzen dat zijn leven gevaar liep als hij terug naar Iran zou gaan, omdat het onmogelijk is om bewijs uit Iran opgestuurd te krijgen. We moesten binnen 28 dagen Nederland uit, dus we vluchtten naar België. Daar mochten we echter ook niet blijven, dus we werden na twee maanden weer naar Ne-derland gebracht, waar we voor straf zes maanden in een detentiecentrum door moesten brengen. We werden van elkaar gescheiden. Ik heb er drie weken over gedaan om de bewakers ervan te overtuigen dat ik ouders had die in Nederland waren. Ik was doodsbang dat ze gedeporteerd zouden worden en ik ze nooit meer zou zien. Ook werd ik toen net zeventien, en was het ook nog oud en nieuw. Maar jullie kwamen gelukkig weer samen.
Gelukkig wel. Ik maakte toen ook mijn school af en studeer nu voor mondhygiënist. En hoe gaat het daarmee?
Best goed. Ik ben hoopvol over ons verblijf hier. Maar de overheid maakt het ons wel moeilijk. Wil je in Nederland blijven als je een verblijfsvergunning krijgt?
Nee, ik heb hier slechte herinneringen. Ik heb wat Spaanse mensen ontmoet op school, en denk dat ze veel gemeen hebben met Iraanse mensen. Daar zou ik wel graag op vakantie willen. Of naar Australië. Maar voor nu moet ik hier blijven vechten. NICKY SADYHOVA
Nicky Sadyhova is twintig en geboren in Azerbeidzjan. Ze is knap, speelt piano en studeert biologie, maar wil uiteindelijk dokter worden. Ze is wat de mensen 'een bikkelharde' noemen. Vice: Wanneer ben je naar Nederland gekomen?
Nicky Sadyhova: In oktober 2003. Waarom kwam je hierheen?
Mijn ouders steunden de oppositie in Azerbeidzjan. We woonden in de hoofdstad, Baku. Ik denk dat mijn vader de oppositie financieel ondersteunde. Het regime zorgde ervoor dat alle oppositie verwijderd werd, dus er gebeurde iets met mijn ouders en toen moesten we het land verlaten. Ik weet niet precies wat er gebeurde, mijn ouders willen het me niet vertellen. Daar hebben ze het liever niet over?
Het is een gevoelig onderwerp voor ze. Ze willen niet dat ik en mijn zusje ons rot voelen, dus vertellen ze het niet. Ik wil het eerlijk gezegd ook niet weten, de details van wat ze is aangedaan. Ik heb zoiets van: oké, ik woon nu in Nederland en ik ga er het beste van maken. Ik kwam hier toen ik twaalf was en had het gevoel dat ik gemakkelijk een nieuw leven kon beginnen. En dat deed ik. Ik heb een persoonlijkheid gevormd, mezelf losgemaakt van mijn geschiedenis om niet getraumatiseerd te zijn. Ik wil gewoon gelukkig zijn. Dwingt de situatie waarin je nu zit je daar niet over na te denken?
Jawel. Maar erover nadenken verandert er niets aan. Ik wil gewoon dat we een verblijfsvergunning krijgen zodat ik door kan met mijn leven. Mijn ouders willen het verleden achter zich laten en mijn zus, die hier kwam toen ze anderhalf jaar oud was, heeft er niet eens iets van meegekregen. Het zou absurd zijn als zij terug moest gaan. Wat voor herinneringen heb jij aan Azerbeidzjan?
Ik speelde veel piano. Mijn cijfers op school waren goed. Dus je had een fijne jeugd?
Ja, daar zorgden mijn ouders voor. En nu willen ze hetzelfde voor mijn zusje doen. Hoe ging je immigratieprocedure?
We kwamen hier in 2003. Toen begon de aanvraagprocedure voor een verblijfsvergunning. Het duurde even, maar in 2006 kregen we een afwijzing. De mensen van de IND geloofden ons niet. Waarom niet?
Het is moeilijk te bewijzen. De Azerbeidzjaanse regering zou ons zulke papieren nooit geven, dat zou alleen maar slecht voor hen zijn. Mijn oma stuurde echter papieren waarop het indirect werd aangetoond. Dagvaardingen, geloof ik. Via mijn oma probeerden ze ons toen terug te laten keren naar het land, zodat ze ons zouden kunnen oppakken. En toen?
Met die papieren vochten we de procedure aan, maar het kostte tijd en in 2008 was de procedure opnieuw afgelopen. Weer werden we geweigerd, maar die keer hebben ze niet eens naar onze papieren gekeken. Dat omdat we ze kopieën hadden gegeven in plaats van de originelen. Ook claimden ze dat de bron niet genoeg autoriteit bezat om aan te tonen dat we echt problemen hadden. Ze gaven duizenden redenen om niet naar die papieren te hoeven kijken. Dus probeerden we een andere procedure te starten, maar in maart dit jaar kregen we een negatieve uitslag van de rechtbank, wat ging over onze tweede asielaanvraag. Maar in 2006 was je vijftien. Betrokken je ouders je toen bij het invullen van al dat papierwerk voor die procedures?
Ja. Mijn ouders spreken niet erg goed Nederlands. Ze kregen maar een paar maanden les in het AZC. Als je het na een paar maanden nog niet spreekt, heb je pech. Ik leerde de taal echter vrij snel, dus ik hielp ze met de papieren. Dat is behoorlijk veel verantwoordelijkheid voor een vijftienjarig meisje.
Het was erg deprimerend. Ik was bang dat als ik iets verkeerds deed of zei, ze ons allemaal terug zouden sturen. Praatte je daarover met je vrienden op school?
Ik probeerde dat niet te doen. Ik zag school als afleiding. Ik wilde dat mijn klasgenoten me als een normaal meisje zouden zien, Nederlands misschien, of anders geadopteerd. Een meisje zonder problemen. Ik wilde niet 'die vluchteling' zijn. Dus praatte ik er niet over. Op mijn eerste school had ik die fout wel gemaakt. Ik had mensen verteld dat mijn echte naam Nigar was, maar iedereen behandelde me daarna anders. Dus toen we naar een ander asielzoekerscentrum moesten verhuizen en ik naar een andere school ging, besloot ik er niks over te zeggen en me Nicky te noemen. Waar heb je al die jaren in Nederland gewoond?
We verhuisden van asielzoekerscentrum naar asielzoekerscentrum. Vorig jaar hebben we nog wel een paar maanden ondergedoken gezeten in Rotterdam, omdat al onze opties om uitzetting te voorkomen uitgeput waren en we met onmiddellijke uitzetting bedreigd werden. De ouders van mijn ex-vriendje regelden toen een adres voor ons. Dat was wel een moeilijke tijd voor me. Ik studeerde, dus ik moest vaak het huis uit. Maar dan moest ik wel zorgen dat het licht op mijn fiets het deed, zodat de politie me niet om mijn ID zou vragen en me vervolgens het land uit zou zetten. Nu hebben mijn ouders een tijdelijke woning van de gemeente Rotterdam gekregen. Dus nu is je laatste aanvraag voor een verblijfsvergunning geweigerd. Wat nu?
Nu proberen we nog een procedure aan te gaan, een zogenaamde procedure van schrijnendheid. Het is voor mensen die hier al een lange tijd zijn. Mijn pa en ma hebben problemen met hun gezondheid, stressgerelateerd. Dus ik denk dat we een kans maken. Maar wat er ook gebeurt, ik blijf hier en ik word dokter.

Tekst door Wiegertje Postma, Alejandro Tauber en Jan van Tienen