Afgelopen mei vloog ik vanuit Toronto naar Ierland om als fotograaf bij een bedrijfsevenement aanwezig te zijn, dat in Limerick en in Dublin gehouden werd. Limerick was onze eerste bestemming, en meteen een interessante kennismaking met het frisse, vriendelijke land. Ik was een verdwaalde zwarte dude uit een achterstandswijk in Canada, en wilde, direct nadat ik mijn koffer op bed had gegooid, naar het landelijke dorpje. Helaas was Mustafa The Poet (mijn reisgenoot) te moe om mee op avontuur te gaan. Hij wilde zijn krachten sparen voor zijn performance die een dag later zou plaatsvinden, en ging niet mee. Ik twijfelde of ik in m'n eentje moest gaan, maar hield me voor dat alles een reden heeft, en dat het misschien wel meant to be was dat ik alleen zou gaan.
Advertentie
Terwijl ik door de straten van Limerick liep, lachten de mensen, en ze zeiden "hallo"– zoals je zou verwachten. Ik ben niet alleen zwart, maar ook moslim, en vergat bijna hoeveel spanning dat met zich meebrengt in Noord-Amerika. Ik voelde me als herboren. Maar toen ik verder liep, werd het steeds grimmiger. Het werd plotseling ook kouder, en mijn instinct zei dat ik beter terug kon gaan. Ik zag een klein meisje op een fiets met twee van haar vrienden en, nadat ik snel een foto schoot, vroeg ik waar hun familie was. Ze lachten en wezen naar een huis. Ik vroeg me af waarom ik me mee naar hun huis liet voeren, en realiseerde me ineens dat ze eruitzagen alsof ze rechtstreeks uit The Shining waren gewandeld. Nog geen minuut later stond ik met de hele familie te praten – de moeder van de kinderen vertelde dat er nog nooit iemand een foto van ze had genomen met een echte camera. Ik zat uren met ze rond de tafel. Langzaamaan werd ik minder angstig, ook omdat ik me herinnerde dat bijna niemand in Ierland wapens heeft. Daarom bleef ik zitten.Het werd een leuk gesprek en nadat ik foto's nam van de familie, adviseerde de moeder me om mijn camera en mobiel verborgen te houden na zonsondergang. Ik vroeg waarom, en ze zei dat sommige jongeren gewelddadig zijn, en ze wilde niet dat ik neergestoken zou worden. Een van de jongens zei lachend: "Wist je dat niet? Limericks bijnaam is 'Stab City.'" Ik dacht: "Damn, is dit Ierland?"
Advertentie
Ik raakte verdwaald toen ik terugliep naar m'n hotel, en was gedwongen een tiener op een fiets te vragen hoe ik terugkwam bij mijn hotel. Terwijl ik met mijn hotelkaart stond te zwaaien, realiseerde ik me ineens dat ik eruit zag als een rijke buitenlander op zoek naar een penibele situatie. De jongen keek op z'n mobiel en zei: "Je hebt vijf minuten om naar huis te gaan," terwijl hij z'n shirt omhoogtrok en me een verborgen mes liet zien. Toen ik de hoek om was, sprintte ik op volle snelheid weg. Het voelde als een droom. Gelukkig kwam ik veilig thuis dankzij een Ierse vrouw die me de goede richting opstuurde.Er ging veel door mijn hoofd. Ik dacht terug aan de moeder die zei dat ik met haar zoon Jordan moest praten over z'n marihuanagebruik. Ik realiseerde me ineens dat het gesprek best natuurlijk verliep, doordat ik de familie begreep; ze leefden in net zo'n achtergestelde gemeenschap als mijn eigen familie. Ze nodigden me uit in hun huis en de leegheid kwam me bekend voor: ze waren arm. De branie van het zoontje, dochter, Aileen, die bang was dat haar dansambities nooit een kans zouden krijgen – ik kende die verhalen, heb dezelfde pijn gehad, en voelde hun pijn natrillen na mijn sprint naar huis.