FYI.

This story is over 5 years old.

reizen

Sotsji was ook vóór de Spelen een bizar winterwonderland

Zeven jaar geleden beleefde ik er avonturen vol ijs, wodka, strippers, ingelegde eieren, bizarre hotels en maffia.

De Spelen zijn voorbij maar och, wat hebben we gelachen om de dystopische hel die Rusland ons voorschotelde. Door mijn eerdere ervaring met Sotsji was ik totaal niet verrast door al die flops en pr-rampjes. Zeven jaar geleden werd ik naar de stad gestuurd om het allerdomste te doen waar je als mens elfduizend kilometer voor kan reizen: ik kreeg geld betaald om een internationale schoonheidswedstrijd voor getrouwde vrouwen te produceren. Zoals te verwachten was mijn tripje een aaneenschakeling van gestoorde en ongelukkige mislukkingen. We hebben de afgelopen weken allemaal de verhalen gehoord van de Olympiër die met een karatetrap de deur van zijn badkamer moest openen, de gebrekkige hotels, de hapering met de Olympische ringen tijdens de openingceremonie en de talloze andere problemen waar deze Winterspelen door geplaagd werden. Het mag dan zeven jaar geleden geweest zijn (ik was er in het jaar dat de Spelen aan Sotsji toegekend werden), en ik was grofweg 99 procent van de tijd daar dronken, maar ik zal de spaarzame momenten die ik mij helder kan herinneren met jullie delen.

Advertentie

Dr. Wodka

Ze maken in Rusland dus echt geen grapje met wodka. Het is er altijd, overal, en het is onwijs respectloos om een drankje te weigeren. (Tenminste, dat is mij verteld door mijn tolk/mijzelf om goed te praten hoeveel wodka ik verdomme geconsumeerd heb). Vóór mijn trip – ik was begin twintig – was ik goed bekend met wodka, maar had ik mijzelf nog niet ondergedompeld in het bittere cynisme dat nodig is om de hele dag door wodka te kunnen drinken. Ik was een beetje blijven hangen in de gewoonte om shotjes te nemen bij een of ander drankspel op een stom huisfeest, of een veel te zoet drankje erdoorheen te mixen. Maar om zeven uur ’s ochtends een – warme – fles onder mijn neus gedrukt krijgen, was een vrolijk nieuw hoofdstuk in mijn leververwoestende levensstijl.

Eén van deze dagen begon met wodka en eindigde met bloed – en wodka. De hele stad was extatisch van de Olympische koorts. Althans, dat was wat de overheidsfunctionaris die ons begeleidde ons wilde doen geloven. Het kwam op mij over alsof de hele stad meer in een soort laten-we-vooral-niet-lachen-en-we-duwen-iedereen-die-ook-maar-een-beetje-in-onze-weg-loopt-aan-de-kant-sfeer verkeerde. Mijn crew en ik werden een supermarkt binnengeloodst, waar klanten net aan een door een lokaal radiostation georganiseerd wedstrijdje armpjedrukken begonnen waren.

Na een sneu potje armpjedrukken werden we naar de basis gestuurd van wat tijdens de Spelen de skipistes waren. Ook toen was er nauwelijks sneeuw – alleen wat ijs. De deelnemende vrouwen streden in een serie wedstrijdjes op een opblaasslee, en wij filmden het. Het was vrij saai. Op een paar vrouwen na dan, die weigerden hun hakken uit te trekken en massaal uitgleden over het ijs. Vallende mensen zijn gewoon grappig.

Advertentie

Toen we klaar waren met filmen kregen de crew en ik wodka van onze Russische cameraman. Misschien om de opname te vieren? Of misschien omdat het wodka was. Wie kan het ook iets schelen? We dronken. Met onze aders vol vloeibare moed dachten we dat het wel een goed idee zou zijn om zelf ook de heuvel af te gaan. Ik ging, en het was top. God, wat vinden wij, mensen, het toch leuk om voor ons plezier de zwaartekracht te tarten.

Onze productiechef Eric – die de gewoonte heeft om te feesten alsof hij nog student is maar dat nooit in de weg laat komen van zijn werk – klom op de slee en vloog van de heuvel af. Hij raakte een bobbel, vloog door de lucht en landde op het ijs. Wij lachten vrolijk door en verwachtten dat hij elk moment op zou staan om een blije buiging te maken, maar hij stond niet op.

Terwijl ik naar Eric ging, ging een Rus op een holletje een arts zoeken. Erics hoofd bloedde best wel heftig. Toen de medische hulp eindelijk gearriveerd was, vroeg ik naar de hoofdwond. De arts zei dat hij zich daar wel even over zou ontfermen. Hij pakte er een halfvolle fles wodka bij en doopte mijn productiechef met gutsend gefermenteerd aardappelwater, gewoon daar, op het ijs. Daarna haalde hij een flesje met een mysterieuze blauwe vloeistof uit zijn zak en goot ook dat leeg over Erics hoofd.

Het klinkt gestoord en het was heftig om te zien hoe normaal dit voor de Russen was, maar het werkte. De plek verdween al na een paar dagen van zijn gezicht, zonder dat er ook maar enig spoor van een litteken te bekennen was. We hebben nog steeds echt geen idee wat voor spul het magische wondermiddel was, maar we leerden maar weer eens hoe veelzijdig wodka is. We hoopten ook dat we die kennis nooit weer nodig zouden hebben.

Advertentie

De kleine apostrof die een groot verschil maakte

Na een IOC-gerelateerde omweg door Tsjetsjenië ging we op weg naar ons hotel in Sotsji. In de bus droomden we van hete douches en warme bedden. Op het moment dat we de parkeerplaats opreden barstte een crewlid in lachen uit. Hij wees naar ons hotel. Meteen lagen we allemaal in een deuk. Met hetzelfde lettertype, dezelfde kleuren, zelfde alles, noemde de gevel van het gebouw waar we de komende week zouden doorbrengen zichzelf Caesar Palace. Niet Caesars Palace – nee, nee, dat zou het copyright schenden. Caesar Palace. Dit paleis behoorde niet toe aan Caesar – het was fucking Caesar.

We aten ons ontbijt elke ochtend in een restaurant dat Café USA heette. We hadden nog heel even de stille hoop dat er mogelijk een eind zou komen aan onze aanhoudende maaltijden van saaie aardappels zwemmend in de dille, maar helaas. Ze noemden het alleen Café USA omdat er binnen een paar keramieken cowboys stonden te chillen. Bieten, borsjt en vooral dille. Zoveel dille. En ik wil nooit van mijn leven nog iets op zuur eten, tenzij het verdomme een zure bom is.

Café USA was ingericht als een normale diner met achterin een eetzaal die een beetje typisch was. Het had rare, chromen palen die uit de grond in het plafond staken op wat naar het leek wat willekeurige plaatsen. Er was maar één bank. Onze uitvoerend producent eiste de bank voor zichzelf op, waardoor de rest van ons aan kleine tafeltjes tussen de palen moest eten. Werd deze tent nu al verbouwd voor de Olympische Spelen? Dit was allemaal helemaal niet logisch. Ik besteedde er maar geen verdere aandacht aan, want je hoeft niet met luxe of logica omringd te zijn om ingelegde eieren te eten.

Advertentie

Het enige deel van Caesar Palace dat ook maar iets op zijn tegenhanger in Las Vegas leek was het casino in de kelder. Binnen een paar uur na aankomst in het hotel had ik mijn toegewezen zakgeld al weggespeeld. Dat was als ik het me goed herinner zo’n tweehonderd dollar. Ik beloofde mezelf dat ik hierna geen geld meer zou verspillen in deze waarschijnlijk corrupte Russische gokhal. Een paar dagen verstreken en ik hield me er netjes aan. Ik werd omringd met ondeugd – gokken, drinken, seks, pillen, noem het maar op. Zo dronken te worden als ik was en alsnog niet mijn rekening te plunderen voor de blackjacktafels, was echt een overwinning voor me.

Als je filmt in een intens corrupt land als Rusland moet je sowieso een fixer inhuren – iemand die je omkoopt om te zorgen dat je niet nog veel meer andere mensen hoeft om te kopen. Iemand om afpersers af te persen. Die van ons was een man van staal. Hij was ex-KGB en één grote homp ijs en marmer. Het gerucht ging in ieder geval dat hij ex-KGB was. Ik heb het nooit gevraagd.

Onze fixer had twee handlangers die eruitzagen en zich gedroegen alsof ze van mijn leeftijd waren. De handlangers werden al snel mijn drinkmaatjes. Ik maakte ze aan het lachen en ik vond het leuk om naar hun verhalen te luisteren. Ze moesten wel van de Russische maffia zijn en ik ben opgegroeid in een soort vinexwijk, dus dit was allemaal vreselijk opwindend.

Op één van de laatste avonden dronken we er nog eentje in de hotelbar. Mijn nieuwe vrienden smeekten me om met hen mee naar het casino te komen. Ik vertelde ze over mijn matige geluk en ze lachten. “Wij maken hier geluk,” schaterde de grotere. “Maak je geen zorgen, ik denk dat je geluk vanavond wel terugkomt.” Ik nam honderd dollar op en ik ging met ze mee naar beneden. We dronken en we speelden blackjack. Mijn geld ging dit keer veel langer mee, zelfs lang genoeg dat ik out ging.

Advertentie

Ik werd wakker aan een klein tafeltje dat me bekend voorkwam, maar er toch gek uitzag. Toen ik bij zinnen kwam, besefte ik me dat ik in de eetzaal van Café USA was. Het was alleen geen ochtend en er waren nergens ingelegde eieren. Binnen een paar seconden wist ik precies waar die chromen palen voor waren.

’s Avonds was Café USA een stripclub zonder enig taboe.

Eric, twee andere producenten en de handlangers zaten bij mij aan het tafeltje. Ze hadden door dat ik weer bij zinnen kwam en juichten. Eén van hen wenkte een danseres, die me naar de bank begeleidde waar Howard elke ochtend zijn verdomde eieren at. Aha, daarom was dit dus de privébank.

Op weg naar de bank haastte een van de handlangers zich nog even om een fles wodka in mijn handen te duwen. Ik nam een teug. Manieren, toch? Ik liet de fles op de grond vallen en zakte meteen weer in elkaar. Dat was dan mijn allereerste ervaring ooit met een stripclub. En de eerste keer dat ik middenin een lapdance in slaap viel. Eric heeft een foto van mij gemaakt terwijl ik bewusteloos onder een Russische stripper lig om de avond te vereeuwigen.

Ik werd de volgende ochtend wakker met de grootste kater ooit in mijn leven. Misschien was het wel mijn eerste kater. Twintigers krijgen geen katers tenzij ze hem hebben verdiend. Ik had mijn broek aan, een schoen, geen sokken en geen shirt. De paniek sloeg toe zodra herinneringen van de vorige avond boven kwamen drijven.

Advertentie

Ik schoot rechtop uit bed en ik voelde wat om te checken of ik niet over mijzelf of iemand anders heen had gezeken. Gelukkig werd ik alleen gezelschap gehouden door twee lege flessen wodka. Mijn piemel was droog en nergens om mijn lichaam rook het naar kutten – van strippers of anderszins.

Ik wist nog dat ik op een zeker moment naar de pinautomaat ben gegaan, maar wanneer? Hoeveel geld had ik in godsnaam opgenomen? Ik had nog maar iets van vijfhonderd dollar op mijn rekening, en dat had ik nog nodig voor mijn huur. Als ik alles opgegokt had of naar een Russische stripper had gegooid, was ik de lul. Ik graaide woest in mijn zak en zocht mijn portemonnee. Die zat er niet eens in.

Panisch viel ik uit bed en greep om me heen op het vieze tapijt. Eindelijk voelde ik met mijn hand iets van leer – alleen voelde het niet als mijn portemonnee. Het lag op z’n kop, open maar stevig. Terwijl ik het vasthield voelde ik onontkoombare braakneigingen opkomen. Ik rende naar de badkamer met de portemonnee in mijn hand en produceerde een stroom zure brokken boven het toilet. Ik veegde mijn mond af, draaide in het licht en staarde naar mijn handen.

In mijn portemonnee zat vierduizend dollar.

Ik had geen tijd om te analyseren waar dit geld vandaan kwam, waarom ik het had of wat ik had gedaan om het te verdienen. Ik was al een half uur te laat voor het ontbijt. Ik gorgelde wat mondwater, trok een schoon shirt aan en holde terug naar Café USA. Daar ontmoette ik mijn coproducenten en de handlangers. Ze barstten in lachen uit en applaudisseerden toen ik de stripclub/ontbijtzaal binnenkwam.

Een van de handlangers sloeg zijn armen om me heen en fluisterde in mijn oor: “Zie je wel, ik zei toch dat je geluk zou omslaan.” En daarmee barstten we allemaal in lachen uit. Vanaf de bank aan de andere kant van de kamer gaf Howard ons een vuile blik terwijl hij zijn ingelegde ei naar binnen werkte.