FYI.

This story is over 5 years old.

reizen

Het vervallen Flintstone-pretpark is fantastisch

Om het achtste wereldwonder te kunnen aanschouwen heb je maar vijf dollar nodig.

Foto's gemaakt door Megan Koester en Jamie Lee Curtis Taete

Stel, je plant een tochtje naar de Grand Canyon, maar helaas is het enorm kloteweer: het is koud, het regent, het waait. Je hebt net 25 dollar betaald om vijf minuten te mogen kijken naar een groot, koud, winderig, regenachtig, gigantisch gat, waarna je snel terugrent naar je auto, om je vervolgens kapot te ergeren aan dat irritante familiebusje voor je op de weg terug naar de beschaving. Als dit zou gebeuren zou je daar best wel van balen.

Advertentie

Maar laat me je vertellen dat er betere tijden aankomen. Er bestaat namelijk een nog veel mooiere trekpleister, een plek waar de zon altijd schijnt, waar alles straalt. Het enige wat je ervoor nodig hebt is 5 dollar, geen 25. Het is het achtste wereldwonder. Een paar kilometer naast de Grand Canyon ligt namelijk Bedrock City.

Bedrock City opende haar deuren in 1972; het is nu zeker geen 1972 meer. Het pretpark raakte al in verval vanaf het moment dat het openging. De bedompte souvenirwinkel, tevens entree van het park, is gevuld met een combinatie van gloednieuwe, onethisch vervaardigde beeldjes van een zeearend, en antieke prullaria. Allemaal bedekt onder een laag stof. Plakkerige plastictasjes die uiteen vallen als je ze aanraakt, vol met magneetjes van de verschillende staten.

Ook is er een restaurantje dat wordt gerund door een extreem aardige maar ook extreem harige serveerster. Je kan er koffie kopen voor de prehistorische prijs van vijf cent. En ondanks deze extreem lage prijzen is ze nogal gul met bijvullen.

Je kan er Bronto Burgers en Vissuarus sandwiches kopen voor onethisch lage prijzen. Ook de salades, ruim overgoten met een soort karnemelkdressing, kosten bijna niks. Zij is allang blij dat je er bent, en iets koopt. Het maakt niet uit wat.

Aan een tafeltje zit een agressief uitziende man die duidelijk de broek aan heeft; zijn vrouw zit stilletjes naast hem en de man wappert met een briefje van honderd om duidelijk te maken dat hij wil betalen. De serveerster heeft haar wisselgeld blijkbaar laten liggen in het stenen tijdperk, want ze verdwijnt voor lange tijd naar achter en komt na lang zoeken buitenadem teruggerend.

Advertentie

Zoveel geld, in de vorm van één enkel briefje, wordt al decennia niet meer gebruikt in dit restaurant. Er zijn ook helemaal geen richtlijnen over wat men moet doen met zo'n briefje—dit leidde ertoe dat de serveerster naar een compleet ander deel van het park moest rennen om het wisselgeld te verzamelen. Ze hijgt en perst zuchtend en steunend een verontschuldiging over haar lippen. Noch de man, zijn vrouw of zijn kinderen hebben medelijden met haar.

De 5 dollar entree betaal je aan een tienermeisje dat levenloos op haar telefoon zit te tikken in dit internetloze gebied; haar facebookapp doet er vast eeuwen over om iets te laden. Je hebt medelijden met haar. Maar als je vervolgens de poort opent naar Bedrock City verdwijnt dit direct. Je hebt geen medelijden meer met haar, je bent jaloers. Zij is de kauwgomkauwende bewaker van dit magische land.

Je bent nu buiten. Je wordt omringd door schreeuwerig gekleurd stucwerk. Stucwerk heeft van zichzelf sowieso al iets middelmatigs. Maar als je er dan ook nog jaren van erosie en de herinneringen van verloren geluk tegenaan gooit, dan wordt het nogal griezelig. Het is alsof je het gelach en de stemmetjes van de kinderen die hier hebben rondgelopen nog hoort: niks angstaanjagender dan dat.

We maken niet voor niets winstgevende films over dat soort shit. Maar ook is het er vredig, een soort comfortabele gruwelijkheid. In het vergaan van de tijd. In deze onontkoombare weg naar het graf.

Advertentie

Alle gebouwen, hoewel met ander namen (Fred's House, Barney's House, the Barbershop, en nog wat andere), zijn precies hetzelfde. Allemaal met aan flarden gerukte raamversiering, houten meubels en een betonnen televisieset. Rariteitenkabinetje met goedkoop speelgoed, stukjes papier en hoofden van mannequins erin. Allemaal bedekt met een dikke laag stof.

Je bent helemaal alleen in Bedrock City, en dat voel je ook. Het is een prehistorische, postapocalyptische stilte vermengd met het geluid van eindeloos herhaalde tekenfilms. In het Bedrock Theater draaien shows alleen voor jou, en jou alleen. De hele stad, wat ervan over is tenminste, bestaat enkel en alleen voor jou.

Overal zit graffiti op, en dat is onmogelijk om te voorkomen. Want het spuiten van graffiti in Bedrock City is de perfecte misdaad. Het is bijna onmogelijk om gepakt te worden. Je zou je vrouw hier kunnen vermoorden. Met je maîtresse kunnen neuken. Uranium kunnen begraven. Je bent vrij om te doen wat je maar wilt.

Bedrock City staat symbool voor het einde der tijden. Maar het zal er niet voor eeuwig zijn. Hoewel het pretpark ondanks alles nog steeds blijft draaien met de volledige steun van Hanna-Barbera, zal het niet nog veel langer op deze aarde kunnen bestaan- niet in het verleden, het heden of de toekomst. En dat is waarom het zo prachtig is. Je moet het gewoon een keer gezien hebben. Dat moet.