FYI.

This story is over 5 years old.

reizen

Er is een onofficieel Jurassic Park-restaurant in Los Angeles

Neonverlichting, serveersters verkleed als indianen, Chris Brown op repeat en een nogal vrije en ongetwijfeld illegale interpretatie van het Jurassic Park-thema.

Echt rare dingen zijn tegenwoordig nog maar lastig te vinden. Wel dingen die een beetje mal zijn, of ‘lekker gek’, maar niet iets dat oprecht en onvervalst krankzinnig is. Ik was dan ook extreem blij toen ik hoorde over Jurassic Restaurant, een Taiwanees restaurant met een (vermoedelijk) onofficieel Jurassic Park-thema in Industry in Californië.

Vroeger was er overal wel rare shit te vinden. Als we Tod Brownings’ Freaks mogen geloven, kon je geen stap buiten de deur doen zonder over een leipo te struikelen. Maar de laatste jaren zijn rariteiten zo verheerlijkt en is het hebben van een eigenaardigheidje (mede dankzij Phoebe uit Friends en truckerspetjes met een lollig printje) zo’n basisvoorwaarde binnen de populaire cultuur geworden dat gekkigheid ronduit mainstream te noemen is.

Advertentie

Raarheid is nu iets dat bestudeerd wordt – er wordt een merk opgedrukt. Zo vertelde een aantal mensen in Los Angeles me over een “superrare” stripclub met een clownsthema en een saladebar. Blijkbaar moest ik daarheen. Maar toen ik er ook echt was, bleek iedere bezoeker onder de dertig te zijn en gehuld in een skinny en een geruit shirt. De strippers dansten op muziek van Radiohead en hadden tatoeages zoals de ontwerpen die normaal op mokken van Urban Outfitters staan. Iedereen leek heel erg tevreden met zichzelf, omdat iedereen zo ‘anders’ was.

Het is ook belangrijk om sceptisch tegenover zogenaamd vreemde dingen te staan. Niks kan meteen voor waar aangenomen worden. Als je iets tegenkomt zoals Dumb Starbucks, is de eerste vraag niet meer “De fuck is dit?” maar “Waar de fuck is dit een marketingstunt voor?” Het mag duidelijk zijn: er is weinig in deze wereld meer zo puur excentriek als Jurassic Restaurant.

Het restaurant bevindt zich in een winkelcentrum omringd door andere winkelcentra. De volledige naam van het restaurant is Jurassic Restaurant Full Line Tin, wat voor zover ik weet niet echt iets betekent.

Wat het Jurassic Restaurant zo bizar maakt (naast het feit dat het nog nooit is aangeklaagd voor iets auteursrechtschendingsachtigs in de acht jaar dat het open is) is de nogal vrije interpretatie van het Jurassic Park-thema. Het is net alsof de eigenaars hebben opgeschreven wat ze wilden hebben voor het interieur van het restaurant, dit in Google Translate hebben vertaald naar het Mandarijn, en toen weer hebben terugvertaald.

Advertentie

Je gaat het restaurant binnen door een grote houten poort, en overal om je heen staan gigantische nepdinosauriërs. Dat is inderdaad nog net zoals in de films. Maar daar houdt de overeenkomst dan ook wel op. Door de hele tent heen staat een allegaartje aan speeltjes uit de kindermenu’s van de Burger King, halloweenversieringen, miniatuurpompoenen, neonlampen en een podium met een onbegrijpelijk woord erop geklad. (Ik denk dat er LHESNOW stond)

Als achtergrondmuziek was er niet gekozen voor de filmmuziek, maar wel voor vijf hiphopnummers op repeat. Alleen al tijdens het eten van mijn maaltijd klaagde Chris Brown ongeveer vijftig keer dat “these hos ain’t loyal”.

Nergens was een touw aan vast te knopen. Het was perfect.

De serveersters droegen natuurlijk een indianenoutfit, chokers om hun nek met hun namen erop, Uggs en een werkriem met daarop een roze driehoek – allicht was dat laatste een verwijzing naar de badges die homoseksuelen kregen in de naziconcentratiekampen, want waarom niet?

Volgens de slideshow die werd afgespeeld op een aan de muur bevestigde grote fop-iPhone, waren de serveersters soms ook verkleed als een sexy versie van Rainbow Brite.

Ik vroeg aan mijn serveerster of ze ook iets veganistisch hadden. Ze had nog nooit van zoiets gehoord.

Ik bedoel niet dat ze het woord nog nooit gehoord had. Het was voor haar gewoon echt onmogelijk om te beseffen dat je ook iets kon eten zonder vlees of zuivel. Toen ik het concept van veganisme aan haar uitlegde, keek ze zo geschokt dat ik net zo goed een bak water over haar heen had kunnen gooien. Na wat voelde als een uur leek ze eindelijk te begrijpen waar ik het over had, en ze verzekerde me dat de kok iets veganistisch zou maken.

Advertentie

Toen ze me mijn eten bracht was het bedolven onder een berg gebakken ei. “De kok zegt dat er of varkensvlees of eieren in moeten zitten voor de smaak,” vertelde ze. Dat ik in Los Angeles een zeldzame parel had gevonden waar ze niet alleen geen veganistische maaltijden hadden, maar waar ze gewoon nog nooit te maken hebben gehad met het fenomeen veganisme was een ervaring voor het leven.

Bij de tweede poging bracht ze me iets dat enigszins veganistisch was. Het was helemaal oké. Ik heb nog nooit iets gegeten dat zo ontzettend helemaal oké was.

Maar wie maakt het nou echt uit hoe het eten smaakt? Je gaat niet naar een Taiwanees Jurassic Park-restaurant om lekker te eten. Je gaat erheen om facebookfoto’s te maken van jezelf met gigantische plastic dino’s en serveersters verkleed als indianen.

Mocht je in de buurt zijn: ga erheen. Geniet van de onvervalste oase van bizarriteit in een grote wereldstad. Tenminste, totdat een of andere lul van een website er een stukje over schrijft en het restaurant volstroomt met eikels.