FYI.

This story is over 5 years old.

Stuff

Wat ik leerde als kapper in de gevangenis

Je moet begrijpen dat een knipbeurt hier een stuk meer betekent dan buiten — vooral als je in de isoleercel zit, en je je eigen hoofd een maand niet gezien hebt.
Illustratie door Dola Sun

Andre Lyons (40) wordt binnenkort overgeplaatst van de Correctional Treatment Facility in Washington, DC, naar een federale gevangenis. Hij heeft schuld bekend in een zaak over drugshandel, en is veroordeeld tot zeven jaar gevangenisstraf.

Ik word continu naar de isoleercel gestuurd. Niet omdat ik iets verkeerd doe, maar omdat ik de kapper ben – en daarmee ook meteen iedereens beste vriend. Ik knip iedereen, van moordenaars en verkrachters tot groentjes die na een biertje teveel een paar klappen hebben uitgedeeld.

Advertentie

Zodra je de isoleerafdeling binnenstapt, beland je in een andere wereld – een wereld waar het naar stront en de dood ruikt. Overal klinkt geschreeuw, mensen smeken met al hun macht om vrijgelaten te worden. Je hebt er één keer per maand recht op een knipbeurt, met een extra mogelijkheid als je voor moeten komen. Aangezien de interactie met andere mensen verder minimaal is, is het een bijzonder contact voor de geïsoleerden. Zodra ze de deur van hun eenheid open horen klappen en mij binnen zien komen, beginnen ze te juichen en te schreeuwen: "DRE, WIE IS ER AAN DE BEURT? IK WIL EERST! LAAT MIJ HIERNA!!" Ik kalmeer de boel door te vertellen dat ik nergens heenga totdat iedereen aan de beurt is geweest. Dan rits ik mijn tas open en ga ik aan het werk.

Ik leg mijn spullen op het bureau van de bewaker, mijn tondeuses en borstels in de aanslag, en ik stapel plastic stoelen op elkaar voor iets meer hoogte (ik heb helaas geen verstelbare kappersstoel). Dan laten de bewakers de gevangenen een voor een binnen.

Als je in de isoleercel zit, worden je armen en benen geboeid zodra je je cel uit komt – ook als je geknipt wordt dus. Als de gedetineerden eenmaal zitten, geef ik ze m'n spiegel. Voor de meeste gevangenen is dat de eerste keer in een maand dat ze hun eigen hoofd zien, en eigenlijk schrikken ze er altijd van. Ze zien er afgepeigerd uit, ongezonder en vermoeider dan ze hadden verwacht. Vaak zeggen ze iets in de trant van "ik lijk wel een zombie, breng me alsjeblieft weer tot leven." Volgens de gevangenisregelementen moet ik hun haar op één lengte afscheren, maar ik vraag ze hoe ze hun haar zelf het liefst zien. Ondertussen praten we over van alles en nog wat, net als in een normale kapperszaak. Het grote verschil is dat de mensen in mijn stoel niet mee kunnen praten over het nieuws; ze willen maar al te graag weten wat er speelt in de buitenwereld. Of hun favoriete team heeft gewonnen, hoe het op hun oude eenheid gaat. Ze praten veel over hoe erg ze hun kinderen missen. Iets meer dan een jaar geleden zag ik op het journaal dat er een agent uit Washington, DC was veroordeeld voor verkrachting. Aangezien het een grote zaak was met veel media-aandacht, en hij als agent veel risico liep, dacht ik dat hij weleens hier in de isoleercel terecht zou kunnen komen.

Advertentie

Ik probeerde me voor te stellen hoe het zou zijn om zijn haar te knippen. Tijdens mijn eigen tijd in deze gevangenis is mijn jongste dochter verkracht. Ik kon er toen niet voor haar zijn, en het vooruitzicht van contact met een verkrachter, ook al was het een andere, deed mijn bloed koken.

Toen het moment eenmaal daar was, was ik zenuwachtig. Alle andere gevangenen zeiden dat ik de agent moest laten zitten, en moest weigeren om zijn haar te knippen. Toen hij naar binnen werd geëscorteerd begonnen ze van alle kanten te schreeuwen. Ik beeldde me in hoe het zou voelen om zijn schedel te splijten.

Ik begon hardhandig. Het was duidelijk dat hij wilde praten, maar ik kapte hem af. Toen hij door kreeg dat ik er geen zin in had, begon hij te vertellen dat hij het niet gedaan heeft, en dat hij zich wel voor kon stellen hoe ik me voelde.

Ik stopte, keek hem aan, en zei dat de kans klein was dat hij wist wat er door me heen ging. Ik vertelde het verhaal van mijn dochter. Hij begon te huilen, het snot liep hem over zijn lippen. De rest van zijn sessie bleef het stil. Achteraf was zijn kapsel gek genoeg het best gelukt van iedereen die ik die dag geknipt heb.

Ongeacht wie er in mijn stoel zit, zodra ik klaar ben en ze de spiegel voorhoud, willen ze hem nooit loslaten. Ze blijven naar hun reflectie staren, en vertellen dat ze zich eindelijk weer zichzelf voelen. Ze bieden vaak aan om me een beetje te betalen, maar ik neem niets aan. "Wedden dat ik meteen vrijgelaten word zodra de rechter deze coupe ziet?" zei een van de gevangenen laatst.

Heel soms laten de bewakers me eerder terugkomen, om de vrede op de afdeling te bewaren – als de gevangenen lange tijd niet naar de kapper mogen, gaan ze met uitwerpselen naar bewaarders gooien of slopen ze het sprinklersysteem. Je moet begrijpen dat een knipbeurt binnen veel meer betekent dan buiten, en al helemaal in de isoleercel. Deze mannen krijgen geen bezoek, kunnen geen contact opnemen met hun familie, en zitten 23 uur per dag in een veel te kleine kooi. Als ze al naar buiten mogen, moeten ze daar ook in een kooi zitten.

Na drie jaar in voorarrest te zitten werd ik eindelijk veroordeeld, en momenteel is het nog afwachten waar ik heen gestuurd zal worden. Waar ik ook heen moet, ik hoop dat ik mijn tondeuse mee mag nemen. Elke gevangenis barst van de mannen die zich graag weer een beetje menselijk willen voelen.