FYI.

This story is over 5 years old.

Stuff

We bespraken vooroordelen over kampers met een kamper

“Ik zou alleen de politie bellen als ik met open slagaders langs de kant van de weg lig.”

De wildgroei aan Be Like-pagina’s op Facebook deed me weinig, tot ik afgelopen week op WKE Kampers Be Like verzeild raakte – de Be Like-pagina van Emmense kampers. Lokale helden Hendrik, Hermando, Pietje, Marinus en Pim verschijnen in de vorm van memes met hun “pensie”, “benz” of “pilsje”. Met die memes gaat de maker aan de haal met vooroordelen over kampers die ik er zelf, zo merkte ik bij het zien van de pagina, ook op na bleek te houden. Ik besefte dat ik nooit een kamper had gesproken, dus dat mijn beeld van de bevolkingsgroep zomaar ongegrond kon zijn.

Advertentie

Ik besloot de oprichter van de pagina op te bellen om de vooroordelen waar kampers dagelijks mee te kampen hebben door te spreken. Ik legde de beheerder, die liever anoniem wil blijven, een paar van de grootste clichés voor die hij zelf op de Facebook-pagina ook aanhaalt.

1. Kampers zijn crimineel

Alle foto's via WKE-kampers be like

Veel mensen denken dat de woonwagengemeenschap een crimineel zooitje is, maar ik kan wel tien criminelen opnoemen die niet in een woonwagenkamp wonen. Daarmee wil ik niet zeggen dat ze er niet tussen zitten, maar criminelen heb je overal. Ik heb nog nooit in de gevangenis gezeten, maar als er iemand aan mijn vrouw of kinderen komt, dan ben ik niet bang om in de gevangenis te belanden. Daar komen ze niet mee weg. Je hebt soms van die gevallen zoals die kamper die met pijl en boog op de politie ging schieten. Dat komt dan overal in de media. En er zijn wel eens wapens ingenomen op kamp, maar later bleek het gewoon te gaan om jachtwapens op vergunning. Zelf heb ik geen wapens, hoor. Ik vind het leuk op de schietbaan maar niet in huis.

2. Kampers zijn trots op hun woonwagenkamp

Ja, heel trots. Er zijn nooit problemen en we hebben veel lol. Mijn telefoon staat altijd aan en mijn deur is altijd open. Dat is bij ons een bepaalde manier van leven.

Waar weinig mensen bij stilstaan, is dat de woonwagengemeenschap veel heeft meegemaakt in de Tweede Wereldoorlog. Kampers werden net als de Joden in concentratiekampen gestopt. Om die reden hebben we ons altijd een beetje afgezet van de regering en de politie. Ons vertrouwen is door de geschiedenis erg aangetast, en ons leed in de oorlog wordt nooit herdacht. Niemand houdt zich bezig met ons.

Advertentie

Vroeger bestonden er nog geen vaste standplaatsen – we reisden gewoon rond. Mijn grootouders waren vrij om te gaan en staan waar ze wilden. Sinds de jaren zeventig worden we op één plek vastgezet op kamp. Langzaam bouwen ze ook daar meer huizen, zodat we uit de wagens trekken. Straks bestaat het kampersprincipe niet meer. 3. Kampers zijn agressief 

Niet waar. In werkelijkheid is een woonwagengemeenschap een heel hechte groep mensen. Zelf heb ik 27 jaar in een wagen gewoond. Ik woon liever op wielen vanwege de vrijheid, maar sinds enkele jaren heb ik een huis. Die staat natuurlijk wel op kamp.

Toen ik in een wagen woonde, hoefde ik hem nooit op slot te doen. Het was allemaal eigen en bekend en alles draaide op vertrouwen. In Emmen staan iets van honderd woningen en iedereen kent elkaar. Ook heeft WKE een eigen voetbalclub, echt een ziek mooie club die al veel heeft bereikt. En als Nederland speelt, gaan we samen voetbal kijken, en is alles oranje.

4. Kampers hebben schijt aan de regering

Ja, dat is grotendeels wel zo. We zijn een doelgroep die behoorlijk verstoten is, dus echte medewerking van ons uit hoef je niet te verwachten. Alle culturen worden serieus genomen behalve die van ons. Zo worden er geen nieuwe standplaatsen meer gemaakt voor woonwagens. De overheid wil ons langzaam laten doodbloeden. Uiteindelijk zullen onze kinderen allemaal in huizen wonen en niet meer in wagens. Dat is het uitstervingsbeleid.

Advertentie

Ik heb trouwens ook nog nooit gestemd. Eigenlijk stemt helemaal niemand hier op kamp, want het heeft toch geen zin. 5. Kampers hebben schijt aan politie

Zeker, ik hoef ze ook niet. Ik zou nooit de politie bellen, tenzij ik misschien met mijn slagaders open langs de weg lig. Wij worden in een hokje gestopt, en de afkeer naar de politie toe is in de afgelopen jaren alleen maar gegroeid.

In oktober heeft de politie een inval gedaan in Den Bosch omdat ze zogenaamd witwaspraktijken op wilden rollen. Wat er toen is gebeurd, dat was gewoon nazistisch. Ik was er zelf niet bij, maar heb foto’s gezien en verhalen gelezen op Facebook. De politie heeft kinderen en vrouwen geblinddoekt, ze hebben over matrassen gepist, en ga zo maar door. Dat was ronduit mensonterend.

6. Kampers verbouwen allemaal wiet

Ja. Ik kan er wel honderd opnoemen die dat doen, maar ik vind dat niet typisch voor ons. Weet je, ik lees elke dag de Telegraaf, en als er een wietplantage op kamp wordt ontdekt, is het gelijk voorpaginanieuws. Daardoor ontstaat dat beeld.

Ik ben wel eens gecontroleerd – gewoon door buurtbewoners, niet eens door iemand van de politie. Die mensen kwamen zomaar vragen of ze even in mijn schuur mochten kijken, alleen omdat ik op een woonwagenkamp woon. Ik doe dat toch ook niet bij hen? Het mocht van mij wel, ik had niks staan. 7. Alle kampers zitten in de bijstand

Dit klopt niet echt. De meerderheid van de woonwagenbewoners werkt gewoon. Ik denk dat vooral mensen van een vroegere generatie bijstand trekken. Toen ik zelf jong was, kreeg ik het ook omdat ik geen werk kon vinden. Nu heb ik een eigen autobedrijf. En ik betaal altijd netjes mijn belasting. 8. Kampers zijn vaak tienermoeders

Advertentie

We gaan heel vroeg het huis uit. Ik ben nu 29 en mijn moeder was 16 toen ze mij kreeg. Ik werd zelf op mijn 21e vader, dus kampers krijgen wel vaak op jonge leeftijd kinderen. Ik denk dat het komt omdat we snel volwassen en eerder zelfstandig zijn. Vroeger begonnen we ook heel jong met werken, maar dat verandert wel. Zo heb ik mijn school nooit afgemaakt, maar mijn kinderen gaan dat wel doen.

Het beeld van vrouwelijke kampers wordt erg opgeblazen in programma’s op televisie. Het is een bepaald type vrouw dat zich schaars kleedt, maar zo mag mijn vrouw echt niet over straat. Jonge meisjes trekken wel korte rokjes aan als ze naar de stad gaan en met communiefeesten pakken we ook uit. Ik ben zelf niet echt katholiek, maar volgens mij ben ik wel gedoopt, en mijn kinderen zijn dat ook. Het geloof is gewoon traditie.

9. Kampers hebben poenerige auto’s

Dure auto’s zijn wel typisch. Als mijn zoon achttien wordt, krijgt hij als het financieel op dat moment lukt van mij een mooie auto. Ik heb ook een auto gekregen van mijn ouders. Op zich heeft dat niet met aanzien te maken. Uiteindelijk maakt het natuurlijk geen verschil in welke auto je rijdt. Het gaat om de persoon.