FYI.

This story is over 5 years old.

reizen

We probeerden de Dag van de Arbeid in Liberland te vieren

We trokken naar 's werelds nieuwste land voor wat libertarische festiviteiten.

De vlag van Liberland. Afbeelding via de Liberland-facebookpagina.

Het idee achter de Vrije Republiek Liberland – 's werelds nieuwste zelf uitgeroepen land – is vrij simpel: vind een stuk land zonder eigenaar, claim het en verspreid het woord dat je je eigen land bent begonnen.

Het is een fantasie van velen, maar de werkelijkheid voor weinigen. De laatste persoon die een micronatie startte is de Tsjechische politicus Vit Jedlička, die recentelijk Liberland, zijn eigen libertarische paradijs, oprichtte in een gebied ergens tussen Servië en Kroatië in.

Advertentie

In de eerste week ontving Liberland 220 duizend registraties, bezochten 1,2 miljoen bezoekers de website, werd de facebookpagina 100 duizend keer geliked en werd het land 1,8 miljoen keer ingetypt bij Google. Het vijf vierkante kilometer grote gebied Gornja Siga – gelegen aan de westoever van de Donau, zonder inwoners en alleen toegankelijk per auto via kilometers aan onverharde wegen – veranderde van een obscure uithoek in Europa in een van de meest besproken plekken op aarde. Dit moest gevierd worden, en wel op 1 mei, de Dag van de Arbeid.

Dit klonk als iets wat we mee moesten maken, dus vertrokken we kort na zonsopgang uit Belgrado – onze woonplaats. Rond twaalf uur kwamen we aan in Zmajevac, een Kroatisch stadje ongeveer drie kilometer van de Kroatisch-Servische grens; de enige plek waar je Liberland over land kan bereiken.

De Kroatische douaniers waarschuwden ons dat "Liberland niet bestaat", en dat het "eigenlijk gewoon één groot bos is." We waren goed voorbereid op allerlei ontberingen, met bergschoenen en dat soort dingen, dus we vroegen wat locals de weg en begonnen onze tocht.

We stuitten al snel op een tweede groep Kroatische agenten. Ze hadden de weg gebarricadeerd naar aanleiding van het aangekondigde festijn en wilden feestgangers tegenhouden. "Het is verboden om dit gebied te betreden en we kunnen je hiervoor arresteren. "Dat willen wij niet, en dat willen jullie niet, want je riskeert een boete van 1500 euro of een gevangenisstraf van maximaal drie jaar," vertelde een van de mannen.

Advertentie

Ze bleven beleefd, maar snapten totaal niet waarom iemand naar Liberland zou willen verhuizen. "Het is belachelijk; het is niets meer dan een groot bos vol insecten." We besloten terug te keren richting het Servische dorpje Bački Monoštor, waar die dag naar verluidt een boot zou vertrekken richting de Vrije Republiek. Eenmaal aangekomen was nergens een boot te bekennen. Wel troffen we Jedlička en ongeveer dertig anderen in een restaurant. "De boot werd tegengehouden aan de grens. We gaan nog een uur wachten, en dan zien we wel wat er gebeurt," zei Jedlička.

Een uur later was de boot eindelijk langs de douane, maar de Kroatische politie deed alles wat ze kon om te zorgen dat ze ons niet bereikten.

"Als ze hem weer tegenhouden, kopen we gewoon een nieuwe boot," zei hij. Aangezien het een nationale feestdag was in zowel Servië als Kroatië, was ik benieuwd hoe hij dit voor zich zag. Toen we ernaar vroegen, zei hij ervan uit te gaan dat "er vast wel iemand gul genoeg is om een boot te doneren aan de toekomstige burgers van Liberland."

Om de tijd te doden spraken we wat toekomstige burgers van Liberland, waarvan sommigen helemaal vanuit Irak, Libanon en Syrië waren gekomen en tijdelijk in Belgrado woonden.

Fahad Kubba, half Irakees half Servisch, stond de hele dag al te springen om Liberland voor het eerst te betreden. Na enkele uren wachten was hij wat minder enthousiast. "Ik heb geen idee meer wat er aan de hand is," zei Fahad.

Advertentie

Zijn vriend Bilal zei dat hij eigenlijk dacht dat Liberland helemaal niet bestaat. "Ik dacht dat het allemaal een grap was, maar Fahad bleef aandringen en vroeg me mee. Toen dacht ik: waarom ook niet?"

De tijd tikte, en er was nog steeds geen boot te bekennen. Om de stemming wat te verlichten begon Jedlička mensen tot officiële burgers uit te roepen. "Ben je het eens met de grondwet van Liberland en beloof je de wetten na te leven?" vroeg Jedlička aan een man. Hij stemde in, begeleid door een luid applaus en veel gejuich. Zo simpel ging het; Siniša Matić was de eerste officiële burger van Liberland.

"Ik ben erg blij met deze ontwikkelingen. We hebben meer dan 300 duizend aanmeldingen ontvangen, en het is geweldig dat er nu al meer dan tien officiële Liberlanders zijn." Terwijl hij de papieren ondertekende, legde de president uit dat Liberland "geen geld zou stelen van haar burgers". Belasting is en blijft optioneel in Liberland.

Het eerdere enthousiasme keerde terug dankzij deze acties, maar dat had waarschijnlijk wel ook te maken met het feit dat iedereen ondertussen aardig lam begon te worden. Het was esthetisch gezien een mooi plaatje, met de Servische zonsondergang op de achtergrond, toen de president het slechte nieuws moest brengen: de boot zou vandaag niet meer komen.

Net toen het allemaal afgelopen leek, verscheen er opeens een gast met een klein rubberen bootje, en werden de plannen wederom omgegooid: we zouden naar de Donau rijden met het bootje. Jedlička en zijn kompanen gingen met hem mee, en wij besloten in onze avontuurlijke bui ook maar door te zetten. We propten ons in een paar auto's – Jedlička zat bij ons in de auto – en vertrokken naar de Servische zijde van de rivier.

Advertentie

Toen we de oever bereikten stond de Kroatische douane ons alweer op te wachten. Voor de meesten van ons was dit een kat-en-muisspelletje, maar niet voor Vit Jedlička – hij leek heilig te geloven dat we het beloofde land gingen bereiken.

"Jullie moeten mee, het wordt echt een knalfuif,"bleef hij volhouden, terwijl we naar het gammele rubberen bootje staarden. Alle eerdere plannen waren al in de soep gelopen, dus we waren ietwat sceptisch over dit avontuur.

Dat bleek terecht te zijn.

Vervolgens was het de Servische politie die onze pelgrimstocht dwarsboomde. Na een half uur lang in allerlei talen te kibbelen met een vertaler erbij, verzocht de politie Jedlička om verder te praten op het bureau. Hij bedankte vriendelijk, en wilde weten welke wet hem er nou precies van weerhield om uit te varen met het rubberen bootje.

Wij hadden wel genoeg Liberland gehad voor één dag en namen afscheid van de president, de burgers en de fans. Toen we wegliepen hoorden we Jedlička de politie uitnodigen naar het restaurant om het toch verder uit te praten. Ze stemden in, maar alleen als het publiek vertrok. Uiteindelijk bracht dus geen enkele ziel zijn feestdag door in Liberland, en droop iedereen af naar huis. Volgend jaar dan maar.