FYI.

This story is over 5 years old.

Drugs

Een gesprek met de professor die het effect van LSD op katten testte

Gaan katten lekker op LSD?

Foto van een vermoedelijk nuchtere kat via Flickr-gebruiker ​Elvissa

Tegenwoordig is LSD gewoon één van de vele, vele soorten drugs die je kunt nemen omdat je geen zin hebt om nuchter te zijn. Mensen nemen het bij de Kentuck​y Derby om het er allemaal nog raarder te maken, ze gebruiken het om te stoppen met r​oken, of verzamelen het omdat ze het al​s een kunstvorm zien. Maar in de jaren zestig en zeventig werd LSD als chemische verbinding serieus bestudeerd door wetenschappers en filosofen – en Dr. Barry Jacobs gaf LSD het aan katten.

Advertentie

Jacobs – een professor op het neurowetenschappelijk instituut van Princeton – onderzocht in 1976 samen met de afdeling psychologie van de universiteit het effect van LSD op katachtigen. Dat lijkt een beetje een raar onderwerp voor een onderzoek, maar het was 1976 en ze hadden katten én LSD. Dus waarom niet?

In een r​eeks gepubliceerde artikel​en in verschillende farmaceutische tijdschriften praat Jacobs in detail over zijn experimenten. Bij veel van die onderzoeken werd bij een groep katten in de loop van enkele maanden tien tot vijftig microgram LSD toegediend, waarna hij hun reacties werden geobserveerd. Het toedienen van psychedelische middelen bij dieren was geen nieuw concept: in het verleden zijn apen, dolfijnen en één zieke olifant genaamd Tusko ook al ten prooi gevallen aan LSD-gerelate​erd onderzoek. Maar het kattenonderzoek had in tegenstelling tot de andere onderzoeken wel effect. De onderzoeken ondersteunden bestaande theorieën over drugtolerantie. Maar belangrijker voor Jacobs: het onderzoek onderzocht de functie van een cruciale serotoninereceptor.

Ethisch gezien valt niet te ontkennen dat drugs in het waterbakje van Poekie stoppen nogal klinkt als iets dat een of andere kwaadaardige loser in een Judd Apatow-film zou doen. Maar Jacobs houdt vol dat de dieren met zorg zijn behandeld door een groep experts in een gecontroleerde omgeving. Om beter inzicht te krijgen in de bevindingen, belde ik met Jacobs om te vragen wat hij heeft geleerd van het jarenlang observeren van trippende katten.

Advertentie

VICE: Hoe zien katten eruit als ze aan de LSD zitten? Hadden ze goede trips?
Dr. Barry Jacobs: Als het experiment met een hond was geweest dan had ik je dat kunnen vertellen, omdat die hond dan had gekwispeld en een lach op zijn snuit had gehad. Ik kan je alleen vertellen dat geen enkele kat er bang uitzag – en na jarenlang katten te hebben bestudeerd weet ik hoe ze reageren als ze bang zijn: ze kruipen terug in hun kooi. De onderzoeken zijn uitgevoerd in grote kooien waar ze vrij konden rondbewegen en waar het fijn en schoon was. Ze kregen goed te eten en te drinken. Geen van de katten is tijdens deze onderzoeken ooit achter in de kooi gekropen. Een enkeling rende als een gestoorde rondjes door de kooi, dat wel. Kan ik zeggen dat ze een fijne, blije trip hadden? Nee, niet met zekerheid. Maar het leek wel alsof ze ervan genoten. Ze waren vooral bezig met rondstuiteren en niks wees erop dat ze bang waren. Wat opvallend was, was dat veel katten gewoon een tijdlang voor zich uit staarden.

Waarom heb je katten voor deze experimenten gebruikt? 
Het reactie- en gedragspatroon van een muis of zelfs een rat te bestuderen lijkt me bijna onmogelijk. Maar bij katten is dat makkelijker omdat het vrij expressieve dieren zijn – zowel in hun gedrag als in hun emoties.

In het verslag schrijf je over katten die stuiptrekkingen kregen en over hun drang om zichzelf obsessief te verzorgen. Wat maakte die gedragskenmerken zo belangrijk?
Het zijn normale gedragskenmerken voor katten, maar door de drugs kwam dat gedrag in golven. Als je een kat twaalf uur lang zou observeren dan zou hij dat gedrag misschien één of twee keer vertonen. Maar tijdens het onderzoek waren er katten die het wel honderd keer per uur deden, waarbij de drugs de oorzaak van het fenomeen waren.

Waarom likten ze dan bijvoorbeeld hun poten zo obsessief?Dat kan iets te maken gehad hebben met de gevoeligheid van hun poten. Dat ze bijvoorbeeld iets op hun poten voelden kruipen – dat is een veelvoorkomend effect van hallucinerende drugs.

Heb je na de publicatie nog kritiek gekregen over je aanpak – van dierenrechtenactivisten, bijvoorbeeld?
Nee. Het onderzoek is al zo lang geleden uitgevoerd. En toen we er eenmaal van overtuigd waren dat we de oorzaak van de werking van de drugs hadden gevonden, verloren we eigenlijk onze interesse en stopten we de onderzoeken. Bovendien was het heel duur. Dus we hebben het onderzoek uit eigen beweging stopgezet.

Ben je een kattenmens?
Niet bepaald. Ik ben niet eens echt een dierenmens. Ik doe liever geen extra moeite voor welk dier dan ook. Ik heb geen zin om een hond uit te laten – zeker niet in de winter. Ik wil geen kat hebben die mijn huis vernielt. Ik kan me voorstellen dat het leuk is om een dier in huis te hebben, maar het is niks voor mij. Als ik bij iemand op bezoek ben die een hond heeft, dan vind ik het wel heel leuk om met zo'n beestje te spelen en hem te aaien. Als ik later eenzaam weg lig te rotten, wil ik misschien wel een hondje om me gezelschap te houden.