studenten demonstreren tegen woningnood op de dam, 9 september 1966
Studenten demonstreren tegen de woningnood op de Dam in Amsterdam in 1966.  Foto: Hans Steinmeier, Nationaal Archief / Anefo
Studenten

Ook studenten pikken de woningnood niet meer en dat werd hoog tijd

“Het feit dat we nu allemaal op 12 september de straat op gaan laat volgens mij zien dat het nu wel eens een keertje klaar is.”
Algemeen
Van katers tot kamernood en studieschuld tot soa's: VICE sleept je door je studententijd heen.

Je kan veel over studenten zeggen, maar meestal zijn ze best snel tevreden. Ze drinken lauwe Mooi Kaap uit een koffiemok, zitten hele avonden in kleermakerszit op een plakkerige vloer, ze delen hun smoezelige badkamer met tien anderen en accepteren dat er altijd fruitvliegjes zullen zijn. Een beetje afzien hoort bij de romantiek van het studentenleven.

Zo’n toegeeflijke levenshouding is fijn, maar het kan er ook toe leiden dat problemen waar studenten mee te maken krijgen minder serieus genomen worden. Voor studenten zorgt de woningnood bijvoorbeeld al behoorlijk lange tijd voor ellendige situaties: ploertige huisbazen die een ‘voor jou tien anderen’-filosofie aanhangen, hospiteeravonden waar meer dan honderd mensen zich verdringen voor een kamer waar net een eenpersoonsbed en een PAX-opbergsysteem in past en studentenwoningen waarvoor de wachtlijst zo lang is dat je er eigenlijk alleen als achtejaarsstudent een op kans maakt. Nogmaals: de meeste studenten kunnen wel tegen een beetje woonellende. Maar als je een bloedstollende studieschuld aan moet gaan om ergens een rotkamertje te kunnen betalen, of überhaupt nooit verder komt dat je ouderlijk huis, dan kan dat voor de rest van je leven gevolgen hebben. 

Advertentie

Het lijkt erop dat studenten zich dit najaar realiseren dat het allemaal niet zo kut hoeft te zijn. Studentenbonden uit heel Nederland ondersteunen het landelijke Woonprotest en beginnen acties en initiatieven om het kamertekort aan te kaarten. In Groningen hebben studenten het grondig aangepakt door het Academiegebouw te bezetten. Op die manier kregen ze onder andere voor elkaar dat de universiteit enigszins betaalbare noodopvang zal regelen voor dakloze internationals. 

“Het is al een heel oud probleem, heel veel studenten weten niet beter dan dat het heel moeilijk is om een kamer te vinden, en dat je er heel veel geld voor moet betalen,” zegt Ama Boahene, voorzitter van de Landelijke Studentenvakbond (LSVb), die ook aanwezig zal zijn op het Woonprotest. Ze ziet dat de kamernood net als de woningnood gestaag erger wordt, maar dat er bij oplossingen vaak niet aan studenten wordt gedacht.  “Veel woonruimte die nu wordt gebouwd zijn studio’s of starterswoningen, niet de onzelfstandige woonruimtes waar studenten behoefte aan hebben. Studenten willen gewoon een kamer, waar ze dichtbij studiegenoten en vrienden zijn. Daaraan is een groot tekort.” 

De bouw van meer studentenwoningen is daarom hard nodig, zegt Boahene. Daarnaast zou het makkelijker moeten worden om kamers te creëren in bestaande woningen, om zo op de korte termijn meer plek voor studenten te maken. “Nu zijn er in veel gemeentes regels tegen verkamering,” zegt ze. Die regels zijn vaak ingesteld om te voorkomen dat verhuurders een maximale huuropbrengst uit een appartement proberen te persen door het in verschillende kamers op te delen. De LSVb pleit daarom ook al een paar jaar voor een huisjesmelkersboete. “In veel steden zijn namelijk verhuurders actief die voor een kamer veel meer huur vragen dan het puntensysteem toestaat, maar daar wordt niet tegen opgetreden. Deze twee maatregelen, de boete en het toestaan van verkamering, gaan echt samen. Er moet meer ruimte worden gemaakt door verkamering, maar tegelijkertijd wordt er met een boete voorkomen dat huisjesmelkers daar misbruik van kunnen maken.”

Marinus Jongman van de Groninger Studentenbond ziet net als Boahene dat de kamernood dit jaar nog erger is dan gebruikelijk. “De boel is onderschat, de woningmarkt zit op slot waardoor er geen doorstroming plaats vindt, en door die samenloop van omstandigheden zitten we diep in de shit,” zei hij afgelopen dinsdag tegen VICE. Met de actiegroep Shelter Our Students (SOS) heeft Jongman zich de afgelopen tijd ingespannen om logeerplekjes te vinden voor internationale studenten die naar Groningen zijn gekomen om te studeren, maar daar vervolgens geen woning konden vinden. “Als ik die studenten spreek, komen er een paar dingen terug. Ze wisten niet dat het zo erg was, ze zijn vrij wanhopig, want velen van hen hebben echt al honderden keren gereageerd op kameradvertenties, en ten derde: ze voelen zich niet welkom. Veel van hen vragen zich af of ze niet terug moeten gaan.”

SOS eist onder andere dat de Rijksuniversiteit Groningen buitenlandse studenten beter voorlicht over de huisvestingsproblematiek die ze in Nederland kunnen verwachten, en dat ze meer noodopvang bieden. Die laatste eis is in ieder geval ingewilligd, dankzij de bezetting van het Academiegebouw. 

De kamernoodproblemen in Groningen zijn niet nieuw, maar het moest volgens Jongman kennelijk echt goed mis gaan voordat er iets aan gedaan werd. “In voorgaande jaren kwam het uiteindelijk wel goed, na twee maanden had iedereen een kamer gevonden en dan waren ze wel weer blij. Maar wat we vergeten is dat mensen alsnog twee maanden lang dakloos zijn geweest. Ze hebben dan twee maanden lang op een slaapzaal gelegen met honderd anderen, of hebben al hun spaargeld opgemaakt in een hostel. Dat heeft gevolgen voor die mensen, dat is gewoon heel kut,” zegt Jongman.  “Het is ook maar net wat je ziet als het probleem. Is het een probleem als er niet genoeg noodopvang is voor alle studenten? Of is het feit dat er überhaupt noodopvang nodig is al een probleem?”

Wellicht heeft de extra golf aan studenten, die het uit huis gaan vanwege corona een jaartje hadden uitgesteld, de kamernood dit jaar zo nijpend gemaakt dat de emmer eindelijk overloopt. Boahene ziet het in ieder geval positief in. “Ik ben blij dat studenten die urgentie nu ook voelen en opkomen voor hun rechten. Want ik denk dat het vaker zou mogen gebeuren. Het feit dat we 12 september met z’n allen de straat opgaan, en volgens mij komen er echt heel veel mensen, dat geeft wel aan dat het ook een keer klaar is.”