Ik ben tegen het bashen van festivals. Ik vind het idee om tegen elkaar aan geplakt te zweten op grote festivals met een goed georganiseerd programma niet helemaal onaangenaam. Maar bij artiesten en festivalgangers komen steeds meer stemmen omhoog die dit model in vraag stellen. Vandaag is de kwestie van sustainability en ecologie enorm belangrijk voor de organisatie, met eco-cups en greenwashing. Is het misschien niet eens hoog tijd om aan hun ambities te twijfelen?
Advertentie
Ondanks mijn FOMO, en in plaats van Dour of Werchter, belandde ik deze zomer op Freaks Pop Festival - hun laatste editie. Een open-air indie muziek weekend georganiseerd in het hol van pluto in het westen van Frankrijk, in Sceaux-d’Anjou, waar je eigen drank mag meenemen en het veld in 10 minuten hebt gezien. Hier hoef je je geen zorgen maken als je batterij plat is: dit is een klein, lokaal en gratis feest dat misschien wel de toekomst van live muziek kan zijn, ver weg van grote vervuilende machines.
De Easy-Jet naar Tomorrowland
Advertentie
Freaks, antikapitalisten en compost-toiletten
Advertentie
Een andere groep festivalgangers, al goed diep in hun glas, hebben geen tekort aan aanvullende argumenten over het geluk in de velden. “We hebben geen stress want we hebben geen batterij. Idereen is een beetje closer”, zegt een van hen. Zijn vriend voegt toe: “Je mag kleine blikjes meenemen bij de ingang, dat is nice.” Thibault bevestigt dat ook voor drugs: “Het is een lawless zone, waar mensen naartoe kunnen. Daarna werd het publiek samen ouder met het festival. Je had Freaks Pop 3 moeten zien: de mensen waren weg van de wereld.” Een festivalganger voegt daaraan toe, “Het voelt hier ook veilig. Als een vrouw voel ik me hier goed.” Enkele dagen eerder, een duizendtal kilometers verwijderd van dit meisje, rapporteerde het Rode Kruis ongeveer 20 potentiële gevallen van ‘spiking’ tijdens Les Ardentes. De politie van Luik deelde mee dat nog geen enkele van de voorvallen kon bevestigd worden, maar in de onveilige context van festivals zoals voor vrouwen en andere gender-minderheden, klopt het wel dat de omgeving angst kan opwekken. Hier lijkt het publiek overtuigd te zijn. En dat heeft misschien ook wel te maken met opgroeien, denk ik. Het gaat om die FOMO - dank u sociale media - te vergeten en verder te kijken dan die supergepolijste marketing van de grootste festivals zoals Coachella waar je uiteindelijk 10 euro betaalt voor je heilige zakje zachte friet en warme pint, dromend van maar één ding: een beetje stilte, ver weg van de disproportionele en vormloze massa festivalgangers die - bij de minste beweging van het publiek - de zwaarste agorafobie in ons naar boven haalt.
Advertentie
Prog’alternatief
Advertentie
Een beetje later spreek ik af met Garance, die vind ik terug in het midden van een micro-siësta in een sofa in de festivalyurt - dit is niet verzonnen, for real. “Het is echt nice, ik ben hier voor de eerste keer,” vertelt ze me, voor ze verder uitlegt. “Op het einde heb ik maar een klein puntje van kritiek en dat is mijn gevoel dat het programma wat vrouwelijke acts tekort komt.” Terwijl ik door de sociale media van het festival browse, merk ik dat het festival wel al veel verbeterd is op dat vlak in vergelijking met vorige jaren en dat het nu ongeveer gelijk is. Uiteindelijk bestaan er initiatieven zoals Les Femmes s’en mêlent net om dat gebrek aan voorkomen van vrouwelijke stemmen op indiemuziek festivals in Frankrijk aan te kaarten. In België, of toch op z’n minst in Wallonië en Brussel, is er Scivias die hetzelfde doen.