boze studenten
Boze studenten, die in 2018 protesteerden tegen nieuwe bezuinigheden in het onderwijs. Foto door Chris Pugmire. 
Identiteit

Dit is misschien wel de beste tijd voor de terugkeer van de basisbeurs

Het SER-Jongerenplatform presenteert vandaag een plan waarin staat hoe we het leenstelsel zo snel mogelijk bij het grofvuil kunnen zetten.
Wouter van Dijk
Amsterdam, NL

Wie, behalve iedereen met een hartslag, had ooit kunnen vermoeden dat het afschaffen van de basisbeurs een slecht idee zou zijn? Kenniscentrum Nibud publiceerde vorige week een rapport waarin dat nog maar eens pijnlijk duidelijk werd: uit hun onderzoek blijkt dat studenten sinds het invoeren van het leenstelsel steeds afhankelijker zijn geworden van hun ouders, terwijl lang niet alle ouders in een positie zijn om deze steun ook daadwerkelijk te bieden. Hierdoor wordt het risico op toenemende kansenongelijkheid steeds groter. Bijna de helft van alle studenten heeft inmiddels een studieschuld hoger dan 10.000 euro, en 56 procent van die studenten maakt zich zorgen over de financiële gevolgen die een studieschuld met zich meebrengt. 

Advertentie

Het SER-Jongerenplatform – een overkoepelende organisatie van onder meer LAKS, de Nationale Jeugdraad en de Landelijke Studentenvakbond – heeft de afgelopen maanden op basis van de cijfers van Nibud een voorstel ontworpen, waarin het leenstelsel in de prullenbak verdwijnt en daar een nieuw vormgegeven basisbeurs voor terugkomt. Dit plan wordt vandaag gepresenteerd. We belden met Maurice Knijnenburg, voorzitter van het SER-Jongerenplatform, om hem te vragen naar dit voorstel.  

VICE: Hoi Maurice. Wat staat er concreet in jullie plan?
Maurice Knijnenburg:
We willen terug naar een basisbeurs voor iedereen, en een verruiming van de aanvullende beurs. Natuurlijk wordt daarbij wel onderscheid gemaakt, bijvoorbeeld tussen thuiswonende studenten en studenten die uitwonend zijn. Het is logisch dat je meer kosten maakt als je niet thuis woont, en omdat we zelfstandigheid willen kunnen garanderen moeten we uitwonende studenten meer kunnen geven. 

We moeten ook de generatie die te maken heeft gehad met alle problemen van het leenstelsel niet vergeten. Zij zijn de pineut geweest, dus voor hen proberen we een goede compensatie te vinden. Hoe we dat willen doen is nog niet helemaal duidelijk, ook omdat er veel verschillende soorten studenten zijn, die hier op verschillende manieren last van hebben gehad. Maar we willen wel dat er voor hen een fatsoenlijke oplossing komt.

Wat we met dit stelsel bijvoorbeeld ook willen doen is heel goed kijken naar andere regelingen, zoals huurtoeslag. Ik geloof dat maar 28 procent van de studenten die uitwonend is daar gebruik van maakt, terwijl eigenlijk iedereen dit steuntje in de rug wel kan gebruiken – dat gaan wij proberen te regelen.

Wat was voor jou het grootste pijnpunt in dat Nibud-rapport?
Het fijne aan dat rapport is dat het duidelijk maakt waar de kosten van studenten precies in gaan zitten. De woningmarkt is gewoon veranderd, het is veel lastiger om een woning te vinden en het levensonderhoud is ook duurder geworden. Het rapport laat pijnlijk duidelijk zien hoe belangrijk ondersteuning is, want er zijn nu hele groepen die niet alles uit hun studententijd kunnen halen. Die kans moet er wel zijn. Wat ik nu doe, in deze functie, is echt niet toegankelijk voor iedereen. Ik heb het geluk gehad dat mijn ouders kunnen bijdragen, want ik ga hier hopelijk vet veel uithalen. Maar voor heel veel mensen is het niet mogelijk. En dat is best pijnlijk om te zien, ik heb hier niet meer recht op dan iemand anders. 

Advertentie

Toen in 2015 de basisbeurs werd ingeruild voor leningen was de belofte dat het geld dat daardoor vrijkwam zou worden geïnvesteerd in het onderwijs. Nu studeert een hele generatie studenten af zonder daar de vruchten van te hebben geplukt, maar met een hogere schuld. De gemiddelde student leent nu 700 euro per maand, wat staat voor 42.000 euro na vijf jaar studeren. 

Dit zorgt voor problemen. Schulden zorgen ervoor dat jongeren een stuk minder zelfstandig worden, er zijn meer problemen met mentale gezondheid en weerbaarheid. Want hoge kosten zijn ook deels gelinkt aan een toegenomen prestatiedruk. We zien dat jongeren niet de keuze maken om zich extra te ontwikkelen, bijvoorbeeld door een bestuursjaar te doen of door extra vakken te kiezen, omdat dat gewoon te duur is. Hierdoor stijgt de kansenongelijkheid. Iedereen moet de kansen krijgen die we in Nederland pretenderen te geven.

Het is al een tijdje duidelijk dat het leenstelsel niet echt een werkbare situatie is. Waarom willen jullie dit nu gaan doen? We hebben niet eens een kabinet. 
Er is nog geen kabinet, maar dat is juist het beste moment om met zo’n grote groep jongeren duidelijk aan te geven hoe het volgens ons zou moeten zijn. Wij weten wat de problemen zijn onder jongeren, en wij weten hoe die opgelost kunnen worden. Een kabinetsformatie is het moment om dit te doen. Er is al een ruime meerderheid in de Kamer die ervoor open staat om een ander stelsel in te voeren. Het is een heel belangrijke eerste stap naar het te formeren kabinet om aan te geven dat het menens is met deze nieuwe generatie. 

Even als advocaat van de duivel: waarom is het leenstelsel nu hetgene wat moet worden aangepakt? Als er bijvoorbeeld wordt gezorgd voor een hele hoop nieuwe, betaalbare studentenwoningen hebben studenten toch ook minder geld nodig?
Nee, dat ben ik niet met je eens. Er moeten sowieso meer woningen gebouwd worden, maar als je alleen daarvoor kiest ben je symptomen aan het bestrijden. De kern van het probleem – de toegankelijkheid van het studeren en de kwetsbare financiële positie van jongeren – los je daar niet mee op. Dat kan alleen door het invoeren van een nieuwe vorm van studiefinanciering. 

Hoe schat je jullie kansen in, op dit moment?
Ik geloof hier voor 100 procent in. We staan sterk omdat we dit met z’n allen doen, niet als een losstaande organisatie. Dat is een krachtig signaal naar het te vormen kabinet, want je kunt wel roepen dat er geïnvesteerd moet worden in het onderwijs, maar dit is volgens ons de kans en de manier om dat goed te doen. Investeren in de toekomst en in een nieuwe generatie moet geld kosten, maar als het goed wordt gedaan gaat het altijd meer geld opleveren. 

Ik kan me voorstellen dat het in de huidige situatie demotiveert om te gaan studeren als je net je examens hebt gehaald. Er wordt geroepen dat ons economisch een aantal zeer zware jaren te wachten staan, je moet je in de schulden steken om te kunnen studeren, en de kans op een baan is klein. Wat zou je willen zeggen tegen de mensen die nu twijfelen of het wel het juiste is om te doen?
Ik snap ze heel goed en ik denk dat er inderdaad een hele groep jonge mensen is die hier intens mee worstelt. Dat zag je ook in de aanloop naar de verkiezingen: jonge mensen zeiden dat het meer moest gaan over de toekomst van Nederland. Hoe gaan we dit allemaal betalen, en hoe zorgen we ervoor dat wij niet de generatie zijn die het moet gaan oplossen? Dat is een reële zorg, en een grote reden waarom we ons zo hard maken voor de basisbeurs, maar ook voor een stabielere en veiligere arbeidsmarkt voor jonge mensen. Dit is heus niet binnen vijf jaar opgelost, maar als we niet duidelijk maken hoe belangrijk dit voor ons is, gaat er sowieso niets gebeuren. Het lijkt erop dat wij de eerste generatie in tijden zijn die het niet automatisch beter heeft dan onze ouders, en die uitdaging moeten we onder ogen komen. En de invoering van een basisbeurs is daarvan een goed begin.