slapen met nachtlampje
Afbeelding door Djanlissa Pringels
angststoornis

Ik slaap nog met een nachtlampje, omdat ik bang ben om vermoord te worden

“Ik woon op de vijfde verdieping in een appartement, dus ik besef op dat moment dat deze scenario’s enorm onwaarschijnlijk zijn. Toch neemt de angst het over.”
Untitled_Artwork 3 kopie
In ‘Vraag het VICE’ beantwoorden we, met de hulp van psychologen, experts en ervaringsdeskundigen, jullie levensvragen.

In Vraag het VICE beantwoorden we, met de hulp van psychologen, experts en ervaringsdeskundigen, jullie levensvragen. Of die nu gaan over onbeantwoorde liefdes, irritante huisgenoten of het gevoel van verlammende onzekerheid dat je overvalt na een avondje zuipen. Wil je ook dat we je vraag beantwoorden? Stuur een e-mail naar djanlissa.pringels@vice.com.

Hey Vice,

Ik schrijf je omdat ik op mijn vierentwintigste nog steeds met het licht aan moet slapen. Over het algemeen ben ik een angstig persoon die niet kan stoppen met nadenken. Wanneer ik op drukke plaatsen ben, word ik zenuwachtig uit angst voor een aanslag. Wanneer ik op mijn bijbaantje ben (ik werk in een escape room), controleer ik keer op keer of niemand stiekem binnengedrongen is en mij aan het opwachten is om me te vermoorden. Het vervelendst blijft toch dat ik nog steeds niet kan slapen zonder een nachtlampje. Vroeger dacht ik dat dit wel zou verbeteren bij het ouder worden. Nu ben ik echter al vierentwintig en doorsta ik nog steeds zelden een volledige nacht zonder mijn lamp aan te doen. Wanneer het donker is, beeld ik me onmiddellijk in hoe iemand in mijn kamer is en op het punt staat me te vermoorden. Dan zie ik soms zelfs bewegingen in het donker, wat natuurlijk onmogelijk is. Ik woon op de vijfde verdieping in een appartement, dus ik besef op dat moment dat deze scenario’s enorm onwaarschijnlijk zijn. Toch neemt de angst het over.

Advertentie

Wanneer ik alleen thuis ben, doet dit probleem zich natuurlijk het meest voor, maar ook wanneer mijn moeder in de kamer naast mij slaapt, heb ik hier last van. Wanneer mijn vriend naast mij slaapt, kan ik zonder lampje slapen en voel ik me meestal veilig. Maar zelfs dan maak ik hem soms wakker omdat ik in paniek ben (meestal ook door de vele nachtmerries die ik heb).

Deze angst heb ik al mijn hele leven, maar wordt in periodes sterker of zwakker. Sinds de allereerste nacht na mijn geboorte, huilde ik wanneer het licht uitging. Als kind ben ik nog naar een psycholoog gegaan, omdat ik weigerde te slapen als mijn moeder niet naast me lag. Dan knuffelde ik haar zodat ik het zou merken als ze zou wegglippen. We hebben toen ook verschillende soorten slaapmuziek geprobeerd om me tot rust te krijgen. Sinds mijn puberteit werd dit beter en kon ik zelfstandig slapen, maar zelfs dan waren er nachten waarbij ik mijn matras meesleepte naar de kamer van mijn ouders omdat ik niet alleen wilde slapen. Vanaf het momenten dat ik ging studeren aan de universiteit en dus op kamers ging, kon ik meestal slapen in het donker zonder al te bang te zijn. De pandemie heeft me echter op meerdere vlakken angstiger gemaakt, waardoor dit probleem teruggekomen is.

Het voelt alsof ik onvoldoende controle heb over mijn leven, omdat ik mijn angsten niet kan onderdrukken wanneer ik weet dat ik veilig ben. Ik hoop dat je me wat tips kan geven of me kan helpen begrijpen waarom ik hier nog steeds zo veel last van heb.

Advertentie

Liefs,

L.


Hoi L.,

Steeds meer jongeren worstelen wereldwijd met angstgevoelens. Negentien procent van de volwassenen in Amerika zou een angststoornis hebben. In Nederland is dat nummer gestaag aan het stijgen, onder andere door corona. In 2018 zou één op de vijf volwassenen in Nederland een angststoornis hebben. Door de pandemie zou het aantal mensen met depressie- of angstklachten met 25 procent gestegen zijn. En dan hebben we het nog niet over alle mensen die slechts zo nu en dan zich angstig voelen. Daar bovenop zou nog eens elf procent van de Amerikanen bang zijn voor het donker.

Dat angstgevoelens steeds vaker voorkomen, betekent niet dat het niet ontzettend vervelend kan zijn. Je geeft zelf aan dat je, ondanks dat je weet dat je veilig bent, toch overspoeld kan worden door angst. Gelukkig zijn er een hoop manieren om te leren omgaan met deze angstgevoelens.

Petra van den Bosch, psycholoog bij Psyned, werkt voornamelijk met mensen met angst- en stemmingsstoornissen, maar ook mensen die worstelen met rouw en trauma. Zij vertelt dat ze in haar praktijk steeds vaker (vooral) jonge vrouwen tegenkomt die worstelen met angstgevoelens – waaronder ook angsten die vergelijkbaar zijn met de jouwe. 

In je brief komen twee vragen naar boven: wat is de reden waarom ik zo angstig ben? En: wat kan ik hier aan doen? Volgens Van den Bosch kan het helpen om bij die eerste vraag te beginnen. “Ik kan niet alleen uit je brief opmaken waar de exacte oorzaak van je angsten liggen,” vertelt ze. “Maar er zijn wel enkele elementen die hierin een rol kunnen spelen, als je jezelf hierin herkent.” 

Advertentie

Zo kan een genetische factor een rol spelen, waardoor je een aanleg hebt voor angstige gevoelens. Ook je opvoeding kan hierin meespelen. Zijn je ouders zelf ook snel angstig? Hoe heb je geleerd om te gaan met tegenslag? “Vaak zie je dat als je ouders zelf wat angstig aangelegd zijn, je als kind dat gedrag overneemt en je angstig gedrag normaliseert,” vult Van den Bosch aan. Nog een andere reden, kan liggen bij de zwangerschap van je moeder. Onderzoek heeft uitgewezen dat stress tijdens een zwangerschap ervoor kan zorgen dat het kind in de buik later te weinig of juist te veel het hormoon ‘cortisol’ produceert, wat vervolgens weer een impact kan hebben op de manier waarop het kind omgaat met stress en angst. 

Daarbij is het ook handig om te kijken waar je exact bang voor bent. Uit jouw brief leest Van den Bosch vooral een angst voor dood en moord. Volgens Van den Bosch kan het handig zijn om te kijken naar hoe je geleerd hebt te kijken naar de dood, en naar het vertrouwen dat je kan hebben in jezelf en anderen. Ben je op een jonge leeftijd geconfronteerd met de dood? Of misschien, zo zegt Van den Bosch, heeft een van je ouders iemand verloren, waardoor hun rouw (en angst die daarmee gepaard gaat) jou altijd bijgebleven is. 

Volgens Van den Bosch kan het helpen om te beginnen bij je drang om controle te houden. Je schrijft dat je het gevoel hebt dat je de controle over je leven verliest. Ook schrijf je hoe je je moeder vastklampte, zodat je het zou merken als ze ‘s nachts uit je bed zou glippen. En hoe je het wendt of keert: een nachtlampje is ook een manier om controle te houden over de voor jou griezelige, onvoorspelbare en dreigende duisternis. “Je schrijft dat je je angst wil onderdrukken,” vertelt Van den Bosch. “Het is erg logisch om alle negatieve emoties te willen verdrukken, maar je moet het zien als een strandbal die je steeds dieper onder water duwt, waardoor die veel harder en sterker naar boven komt. Dat zal ook het geval zijn met je angstgevoelens. Hoe meer je het onderdrukt, hoeveel meer last je ervan hebt.” Volgens Van den Bosch is het dus belangrijk om die angst onder ogen te komen. Waar ben je bang voor? En welke gedachten komen er bij je op als je die angst voelt? “Laat het gevoel maar even toe en wees je ervan bewust dat dit maar een gedachte is, en niet de waarheid,” vertelt Van den Bosch. 

“En schrijf eens uit welke stappen je allemaal onderneemt om de controle te krijgen,” vertelt Van den Bosch. “Als je bijvoorbeeld altijd het slot enkele keren opnieuw moet sluiten en specifieke nachtlampjes aanmoeten voordat je kan slapen, kan je die eens opschrijven. Zo maak je het allemaal luchtiger. Vervolgens bouw je voorzichtig die stappen af: doe eens je nachtlampje het eerste half uur uit, en doe het vervolgens weer eens aan.”

Als je dit onderzoekt, krijg je een beter beeld van je eigen, natuurlijke reacties. Zo kunnen die donkere en duistere gevoelens logischer, behapbaar en ook wat luchtiger worden. 

Als je merkt dat je angst op zulke momenten juist ontzettend heftig en verstikkend wordt, kan het helpen om dit onder begeleiding van een psycholoog te doen. Die kan dan een op maat gemaakt plan opstellen om je angsten onder ogen te komen, met het uiteindelijke doel dat je ze begrijpt én je ze kan verminderen. “En wie weet kom je in het proces erachter dat je mechanisme om meteen de controle te grijpen ook doorsijpelt in andere facetten van je leven, zoals je liefdesleven of je professionele leven,” vult Van den Bosch aan. 

Volgens Van den Bosch is het alleszins belangrijk dat je niet te streng bent voor jezelf. Je hoeft niet meteen de allerdapperste durfal te worden. En niet élke angst die je voelt is noodzakelijkerwijs problematisch. “Angst heeft een functie,” vertelt Van den Bosch. “Het is goed om te beseffen dat die angst die je voelt een oerreactie is, bedoeld om je te beschermen, zolang die angst je leven niet juist beperkt.” En, zoals je zelf aangeeft, is dat in jouw situatie wel het geval. Je wilt niet dat je angsten je levenskwaliteit dusdanig beïnvloeden, en daarom is het belangrijk om de aanpak hiervan serieus te nemen. Het kan je alleszins flink wat angstzweet, stressmomenten en slechte nachten besparen.