Ik vroeg mijn Facebookvrienden die ik nooit spreek of het tijd is om elkaar te ontvrienden

FYI.

This story is over 5 years old.

sociale media

Ik vroeg mijn Facebookvrienden die ik nooit spreek of het tijd is om elkaar te ontvrienden

“Doe het alsjeblieft, dan hou ik mijn lijst ook ‘schoon’ met mensen die ik echt ken.”
Lisa Lotens
Amsterdam, NL

Ik ben met Facebook opgegroeid. Ik maakte in 2009 mijn Facebookprofiel aan om Farmville te kunnen spelen, maar inmiddels is het medium van onuitwisbaar belang voor mijn sociale leven. Ik heb veel contact met vrienden op Facebook, via groepen en chats. Na acht jaar telt mijn vriendenlijst ongeveer 570 namen. Dat zijn beste vrienden, mensen van de middelbare school, studie, mensen die ik vluchtig heb ontmoet op reis of mensen met wie ik een kortstondige vriendschap heb beleefd.

Advertentie

Maar er zit ook een handjevol mensen tussen die ik maar één of twee keer heb ontmoet, jaaaaaren niet heb gesproken of van wie ik geen flauw idee heb wie het zijn. Waarom ben ik toch online bevriend met deze mensen? Wat is de waarde van zo’n vriendschap precies, als je op een feestje, bijvoorbeeld, liever van iemand wegdraait en een flinke hand chocopinda’s in je mond stopt, dan dat je gezellig een gesprek begint?

Vandaag is het ‘National Unfriend Day’ volgens Jimmy Kimmel. Het wordt beschreven als “een dag waarop de waarde van vriendschap wordt gekoesterd door nepvrienden te verwijderen uit je lijst.” Richtlijnen die Kimmel voorstelt voor het geven van de Facebookbons zijn bijvoorbeeld als je iemand geen 50 euro zou lenen, als je hen niet zou uitnodigen voor je verjaardagsfuif of als je geen traan zou laten als dat rotmens wordt overreden door een bus. Een prima moment, lijkt me, om mijn vriendenlijst af te gaan, te beoordelen van hoeveel mensen het me eigenlijk geen zier zou uitmaken of ik nou wel of niet online met ze bevriend ben, en ze een bericht te sturen om te vragen waarom we eigenlijk bevriend zijn. Daarna wordt het misschien eens tijd om op de ontvriend-knop te drukken.

Ik wil dit systematisch doen, om willekeur te vermijden. Ik begin dus met namen die ik echt absoluut niet herken. Het valt me op dat ik, zolang ik scroll, me eigenlijk bij alle namen nog wel kan herinneren waar ik ze precies van ken. Maar er is één naam die me niets zegt. Namelijk Thiru. Ik weet dat hij mij ooit een verzoek heeft gestuurd. Het zou kunnen dat ik Thiru ergens in het Amsterdamse uitgaansleven heb ontmoet, of toen ik op reis was. Maar misschien heb ik hem wel gewoon geaccepteerd onder het mom van: hoe meer vrienden op Facebook, hoe groter mijn sociale kapitaal lijkt te zijn voor de buitenwereld. Tijd om hem als eerste een bericht te sturen om te vragen waarom we in hemelsnaam vrienden zijn.

Advertentie

Mijn onaangekondigde vraag aan hem of hij zich kan herinneren wie ik ben, lijkt voor hem een reden te zijn om mijn oprechte bedoelingen in twijfel te trekken en er ogenblikkelijk vanuit te gaan dat ik een hacker ben. Hoewel we Facebookvrienden zijn, is dat blijkbaar nog geen voorwaarde voor blindelings wederzijds vertrouwen. Ik denk dat dit boekdelen spreekt over de waarde van onze online vriendschap.

Maar ik voel me onterecht beschuldigd, want ik zit verdorie gewoon achter mijn laptop en ik ben het heus. Ik leg hem daarom alsnog uit wat de bedoeling is, ik stuur hem een foto met drie opgestoken vingers omdat het moest van hem, en uiteindelijk gelooft hij me. Ik vraag hem waarom we Facebookvrienden zijn. “Waarschijnlijk omdat ik je ergens heb versierd,” antwoordt hij. Ik vraag hem of hij veel online vrienden heeft die hij niet kent. “Ja,” zegt hij. Maar hij voegt voornamelijk mensen toe omdat hij ze heeft ontmoet op reis, of omdat hij een leuke klik met ze had. Daarna spreekt hij ze eigenlijk niet meer. Hij vertelt me dat het best waardevol is om soms te zien wat iemand die je ooit hebt ontmoet vandaag de dag doet. “Af en toe ontmoet je mensen, en dan wil je die connectie voor altijd in stand houden. Ik wil iemand dan niet verliezen. Alsof een herinnering digitaal voortduurt en je die kan oproepen wanneer je wil.”

Maar dat geldt niet voor ons, want wij kunnen ons elkaar niet herinneren. Ik vraag hem of hij het erg zou vinden als ik hem zou verwijderen als vriend.

Advertentie

Thiru, die me absoluut niets zegt, maar waar ik wel al een tijd Facebookvrienden mee ben.

“Het zou me niet zoveel schelen, eigenlijk,” zegt hij. “Maar nu we hebben gepraat vind ik het misschien wel jammer. Als je me had ontvriend zonder dit gesprek aan te gaan, had ik het niet eens gemerkt. Op dit moment zou het voelen alsof ik je zou verliezen, gek genoeg.”

Al met al lijkt me het feit dat we elkaar niet kennen, hij me niet vertrouwde, dit gesprek nogal raar was, en we elkaar waarschijnlijk nooit meer gaan zien legitieme redenen voor mij om hem te ontvrienden. Dat voelt op zijn meest een klein beetje wrang, omdat ik deze persoon net heb gesproken. Ik houd voet bij stuk en ontvriend hem. Op naar de volgende!

Ik scroll weer door mijn lijst en betrap mezelf erop dat ik alle mensen die ik ken van de middelbare school oversla, hoewel ik die in geen tien jaar heb gesproken, en ook niet mis. Misschien heeft Thiru gelijk. Het voelt inderdaad een beetje als het in stand houden van een herinnering, die sneller zou verwateren als je niet meer digitaal een beroep zou kunnen doen op die herinnering - net zoals het verwijderen van een foto op je telefoon. En het voelt ook een beetje alsof ik iemand afwijs - wat niet leuk is -, want telkens bedenk ik me: “Nee, jou ga ik niet ontvrienden, want ik vond jou eigenlijk wel lief!”

Tegelijkertijd vind ik dat ik niet zo moet zeuren. Ik bedenk me dat het ontvrienden van iemand een herinnering helemaal niet beïnvloedt, en dat ik niemand ermee kwets. Bovendien: hoe meer mensen je ontvriendt die weinig betekenen, hoe meer je ziet van mensen die je wel interessant vindt, en dat is alleen maar positief, toch? Ik besluit iemand op te bellen die ik wel ken, maar zeven jaar geleden voor het laatst sprak. Ik heb deze man in totaal vier keer in groepsverband gezien. Zijn naam is Erik. Ik vind hem een leuke vent, maar ik zie nooit posts van hem verschijnen, en hij betekent eigenlijk niet zoveel voor me. Als ik hem nooit meer spreek of zie, wat is onze online vriendschap dan nog waard, jaren later?

Advertentie

Erik betekent eigenlijk niet zoveel voor me. Toch zijn we vrienden op Facebook.

“Jij kwam weleens bij mijn huisgenoot over de vloer,” vertelt hij. “Toen dacht ik: we kennen elkaar nu, dus we worden Facebookvrienden.” Ik vraag hem wat de toegevoegde waarde is van onze online vriendschap. “Je kan met weinig tijdsinvestering op de hoogte blijven van wat iemand met je wil delen. Ik zie bijvoorbeeld af en toe artikelen van jou voorbij komen, en dat vind ik interessant om te lezen. Ik ken jou wel, dus als ik jou toevallig tegenkom dan kan ik misschien een leuk gesprek met je hebben. Maar goed, de vraag blijft: wat is de toegevoegde waarde van een bestand bijhouden dat alleen maar uitgebreider wordt?”

Ik vraag hem wanneer hij iemand zou ontvrienden. Dat zou hij alleen doen als iemand hem iets zou flikken. Maar alles weer bekoeld is, dan is Facebook wel een laagdrempelige manier om weer contact met iemand op te nemen - en om dus weer online vrienden te worden, zegt hij.

Genoeg gekeuveld, het is tijd voor het eindoordeel. Gaan wij elkaar ontvrienden? Erik zou het jammer vinden. Hij zou er niet wakker om liggen, zegt hij, en hij zou het prima vinden om ontvriend te worden, maar hij zou zich wel een beetje afgewezen voelen. Ik nam contact op omdat ik hem wilde ontvrienden, maar nu weet ik het even niet meer. Ik besef dat het moeilijker is dan gedacht om op die knop te drukken.

Misschien verlies je, als je iemand ontvriendt, ook wel een beetje toegang tot iemands leven. Want je levert tegelijkertijd ook iets in - namelijk de mogelijkheid om te spieken in, of te oordelen over, het leven van iemand anders. Ik besluit om er nog even over na te denken, want gelukkig bestaat er in de digitale wereld niet zoiets als een eindtijd.

Mijn Facebookvriend Bram. Ook hij betekent weinig voor me.

Ten slotte besluit ik te bellen met Bram. Ik heb Bram misschien een keer gesproken toen ik elf was, maar wist wel altijd wie hij was. Ik kan me namelijk nog herinneren dat hij stond te tongen met een vriendin van mij in het zwembad en dat ik er een beetje ongemakkelijk naast stond, te wachten totdat het voorbij zou zijn. Hij vertelt me dat hij me nog wel herinnert, want we waren een keer “op kamp ofzo”. Verzoeken uitsturen om vrienden te worden met mensen doet hij uit beleefdheid, of voor zijn netwerk, en hij accepteert verzoeken ook uit beleefdheid, zegt hij. Hij ontvriendt een van zijn duizend Facebookvrienden alleen maar als die persoon vreselijk vervelende filmpjes blijft posten van dieren die worden mishandeld, bijvoorbeeld. Hij moest even mijn foto opzoeken voordat hij wist wie ik was, en me begroeten in het echte leven zou hij ook niet doen. Onze online vriendschap is eigenlijk niet zoveel waard, concluderen we. Als ik hem vraag of het tijd is om elkaar te ontvrienden antwoordt hij: “Doe het alsjeblieft, dan hou ik mijn lijst ook ‘schoon’ met mensen die ik echt ken.” Ik heb weinig andere keus.

Ik heb geleerd dat de meeste online vriendschappen weinig emotionele waarde hebben, maar ontvrienden blijkt voor mij moeilijker dan ik had verwacht - ook al is een bepaalde online vriendschap overduidelijk hartstikke waardeloos. De handeling van ontvrienden voelt namelijk als een behoorlijk definitieve beslissing, en ik hou liever opties open. Stel je voor dat ik iemand onverhoopt nodig heb, bijvoorbeeld voor het schrijven van een artikel over de oppervlakkigheid van onze digitale band? Tenzij je een hekel aan iemand hebt. Dan is ontvrienden makkelijker, denk ik. Ik heb vandaag met pijn en moeite, en zorgvuldige selectie, toch een heleboel mensen verwijderd uit mijn Facebookgeheugen. Dat maakt mijn lijst hoe dan ook zuiverder met mensen die ik écht ken en koester. En dat is me uiteindelijk meer waard dan, bijvoorbeeld, op de hoogte zijn van de dagelijkse beslommeringen van Wesley uit Hoogeveen, die ik zeven jaar geleden heb ontmoet op een ordinaire zuipvakantie in Mallorca.