FYI.

This story is over 5 years old.

reizen

Hey volwassen backpacker, ben je een klootzak geworden?

Als je negentien bent is backpacken nog onschuldig en wild, maar op een dag besef je dat je geen negentien meer bent.

Weet je nog toen je negentien was en voor het eerst naar Panama of Bali ging, een tempel zag en dacht: pff, tempels…, waarna je twee weken voornamelijk dronken was, op zoek naar iets of iemand om seks mee te hebben? En dat je daar helemaal oké me was, want hey, je was aan het reizen.

Alleen al met dat woord bewees je dat je een verfijnde voorkeur had voor culturele uitwisseling en spiritueel engagement, terwijl je je unieke gevoeligheid en talenten kenbaar maakte aan de wereld buiten het dorp waar je bent opgegroeid. Ja, reizen kan iets prachtigs zijn, en het heeft je als twintiger naar veel obscure en spannende landen gebracht. Maar nu ben je de dertig gepasseerd en begint het je op te vallen dat alle andere reizigers nog steeds negentien zijn. Je staat voor een backpackershostel in Laos, luistert naar een of andere klootzak die Wonderwall speelt op zijn speciale reis-ukelele, en opeens bekruipt je een onaangename gedachte: ben ik hier te oud voor? Ben ik nu ook zo'n akelige, ouwe lul geworden? Ik heb het natuurlijk over mezelf. Ik ben naar Laos geweest en het was fantastisch om de hele dag Aziatisch eten in mijn gezicht te duwen, en inmiddels ben ik oud genoeg om tempels echt te waarderen, maar er was iets dat niet goed voelde. Er waren eigenlijk zelfs vier problemen waar ik tegenaan liep. Vier dingen waardoor ik ineens een hekel heb aan alle backpackers, en aan backpacken in het algemeen.

Advertentie

Foto via Flickrgebruiker YoTuT

Probleem 1: Backpacken is het tegenovergestelde van kinderen hebben. Dit is waarom alle backpackers negentien zijn, en ik zo eenzaam.
Ik denk dat de aantrekkingskracht van reizen ligt in het feit dat je geen enkele verantwoording hoeft af te leggen aan wie dan ook. Als je een bepaalde plek niet leuk vindt, ga je er weg. Als je de mensen niet leuk vindt, ga je weg. Als je aan het backpacken bent, heb je geen last van de dingen die je normaal een onuitstaanbare kwal maken. Niemand weet wie je bent, waar je voor staat, en niemand kent de reputatie die je thuis hebt opgebouwd. Je krijgt telkens weer een nieuwe kans om een goede eerste indruk te maken. Zelfs als je enige hobby poepen in een slaapzak is, en iedereen in je omgeving hiervan weet – geen probleem! Als je eenmaal een oceaan en wat bergketens verder bent,  kan je zomaar veranderen in de coolste persoon op het hele strand.

Trouwen en kinderen krijgen is ongeveer het tegenovergestelde hiervan. Als je een rare hobby hebt, zullen je partner en je familie bij elkaar komen in een woonkamer terwijl ze met kussens op hun schoot bespreken of ze toch niet even de politie moeten inschakelen. Als getrouwd persoon met een baby, plaats je jezelf in een zelfgebouwde gevangenis, met je hormonen als tralies, en zal je niet meer reizen tot je gepensioneerd bent. Daarom zijn alle reizigers dus negentien. Dat, of het zijn mensen die zich hebben vrijgevochten van alle maatschappelijke verwachtingen. Beide groepen zijn vooral bezig met "de zoektocht naar zichzelf", een onderwerpen dat een gesprek kan laten doodslaan als bier in een vet glas.

Advertentie

Foto via Flickrgebruiker Keith Parker

Probleem 2: Iedereen is geobsedeerd met de "zoektocht naar zichzelf" 
Als je naar de geschiedenis van de wereld kijkt, zouden er dan veel mensen zijn die zichzelf hebben gevonden door met een Australiër te tongen en van een brommer af te flikkeren? Nee. In werkelijkheid gaan de meeste mensen na een paar weken reizen ziek, blut en lichtelijk ontheemd naar huis. En, hoeveel betekenisvolle interacties heb je gehad met de goudeerlijke, lokale inwoners van (vul land naar keuze in)? En nee, die vent van wie je een poncho kocht telt niet mee. Ik heb een poncho en er staat op het label "Made in China". Ironisch genoeg zou ik nooit een Chinese ponchofabriek bezoeken omdat mijn verheven brein me toefluistert dat je geen "dieper inzicht in je eigen ziel" gaat vinden in een Chinese fabriek. En toch komt deze herinnering aan de zoektocht naar mezelf wel degelijk uit een fabriek in China. Ook de 40.000-jaar oude bergbewoner die me de poncho verkocht, zag zichzelf niet bepaald als een prediker van vrede en inzicht. Ze werkte gewoon een winkeltje van een of andere keten die ik niet kende.

Probleem 3: Door reizen krijg ik een hekel aan buitenlanders

Foto via Alba Campus

Maar niet op de traditionele racist-die-etnische-minderheden-haat-manier. In Laos werd me al snel duidelijk dat de lokale bevolking een stuk slimmere, vriendelijkere en algeheel betere mensen waren dan mijn Australische landgenoten. Er is geen ander land ter wereld dat zoveel is gebombardeerd als Laos, alleen maar omdat ze de pech hebben naast Vietnam te liggen. En zijn ze er zuur en verbitterd door geworden? Zo op het eerste gezicht absoluut niet. Ze behandelen buitenlanders als vrienden, terwijl we in Australië buitenlanders opsluiten omdat ze een baantje proberen te regelen bij Domino's. Maar door backpacken krijg ik wel een hekel aan mensen uit rijke landen. We zijn allemaal zo irritant. Britten trekken rond in roedels van zeven of acht hitsige gasten die altijd hopen te scoren, en die –ondanks dat ze consequent de meest zonverbrande mensen in het hele land zijn – altijd mouwloze shirts dragen met de namen van backpackerskroegen erop, en een hele klont oude festivalbandjes aan hun arm hebben hangen die ongetwijfeld barsten van de bacteriën. Nederlanders en Duitsers trekken de wereld over op zoek naar de authentiekste plek die ze kunnen bezoeken. "Ik haat deze plek," zeggen ze als ze in een toeristenoord vol met andere Nederlanders en Duitsers zitten. "Vorige week waren we in Tkugytfsuyfspoguhfsg, heb je daar ooit van gehoord? Vast niet. Het is afgelegen, heel afgelegen. Ze hebben niet eens mensen daar, we waren er helemaal alleen met de bloedzuigers. Het was fantastisch." Amerikanen reizen meestal in hun eentje, maar reizen alleen maar zodat ze nieuwe slachtoffers kunnen vinden om over Amerika tegen te praten. Je zult een Amerikaan nooit horen vragen: "Waar kom jij vandaan?" Als je denkt dat je dat hebt gehoord, heb je het mis. Ze hadden het gewoon over hoe duur het is om een rijbewijs te krijgen in Delaware. Israëliërs zijn ook een beetje zo. Ze behandelen reizen als een soort uitgebreidere vorm van Tinder, waarbij ze de wereld afreizen op zoek naar andere Israëliërs. Als ze elkaar hebben gevonden, gaan ze met z'n allen naar een restaurant met een Israëlisch thema, waar ze weken aaneen Family Guy kijken, falafel eten en enorme bergen hasj wegdampen.

Advertentie

Maar van alle nationaliteiten is er geen groep mensen zo onverantwoordelijk en ongelofelijk asociaal als de Australiërs. Onze vrouwen gaan in een kwartier van nuchter naar alcoholvergiftiging, en laten hele scheldkanonnades los op lokale taxichauffeurs voordat ze over hun schoenen kotsen en daarna in slaap vallen op een bankje. Als Australische man weet ik dat wij pikbezitters dit net zo goed doen, alleen duurt het dan wel een paar uur langer voordat we op een openbare plek in slaapcoma zakken. Deze extra tijd gebruiken we om heen en weer te zwabberen tussen schuimbekkende lust en agressie, terwijl we overal op pissen en drank jatten in bars, of religieuze beelden meenemen uit hotels en omgeving, omdat we het grappig vinden. Kortom, we zijn verschrikkelijk. Ik zou nog even door kunnen gaan, maar je begrijpt mijn punt. Backpacken heeft mijn hoofd gevuld met vooroordelen en stereotypes, en dat is slecht.

Probleem 4: Eigenlijk is dit niet echt een probleem, meer een oplossing

Foto via Flickrgebruiker Ian Mackay

Dus, ik kan backpacken niet meer aan. Ik heb het te vaak gedaan. Ik heb alle zes backpackersgesprekken gevoerd die er zijn. Ik ben me er te bewust van geworden dat backpackers klootzakken zijn, en dat ik daarmee ook een klootzak ben, en dat ik mijn hele vakantie verknal door de hele tijd over deze wetenschap te zitten mokken. Maar ik heb een plan. De volgende keer dat ik op reis ga, ga ik met een missie. Dat kan elk denkbaar doel zijn, afhankelijk van waar ik op dat moment zin in heb. Zoals de hoogste boom in Japan beklimmen. Of stage lopen bij een filmproductie in Nigeria. Of de rijkste person in Slovenië overtuigen om samen een biertje te drinken en dan niks zeggen als de rekening op tafel verschijnt. Of wat dan ook, ik weet het niet. Gewoon iets dat door de culturele oppervlakkigheid van backpacken heen prikt, dat me uit de hostelbubbel helpt. Gewoon iets om te doen dat niet 'een tempel bezoeken' of 'bier hijsen in een backpackersbar' is.  Ik weet nog niet of dit zal helpen, maar ik hoop van wel. Ik ben nog lang niet klaar voor een baby, en zonder reizen zou ik niet weten wat ik met mijn vrije tijd, geld en mezelf aan zou moeten.