Het meisje dat wegliep van huis om tegen IS te vechten
Foto's door Sarah Buthmann

FYI.

This story is over 5 years old.

Identiteit

Het meisje dat wegliep van huis om tegen IS te vechten

"IS-strijders zijn heel makkelijk om te doden. Maar de soldaten van Assad zijn beter getraind. Het zijn echt gespecialiseerde moordmachines."

Van de 750 jonge, Europese vrouwen die het avontuur hebben opgezocht in Syrië en Irak, is uiteindelijk maar een handjevol veilig teruggekomen. De oproep tot een heilige oorlog, om het 45-jarige regime van Assad in Syrië te verslaan, heeft ervoor gezorgd dat meer dan 27 duizend buitenlandse strijders uit 81 verschillende landen zich inmiddels in het conflict hebben gemengd; het overgrote deel daarvan vecht nu zij aan zij met IS.

Advertentie

De meeste vrouwen en meisjes die zijn afgereisd naar het slagveld, zijn ingepalmd door rekruteerders van IS. Joanna Palani, een 23-jarige student uit Kopenhagen die politiek en filosofie studeert, vertrok uit Denemarken om met de Koerden te vechten; eerst voor de People's Protection Unit in Syrië (de YPG) en daarna de Peshmerga, het leger van de Koerdistan Regionale Overheid, dat getraind is en gesteund wordt door het Westen. De Peshmerga (Koerdisch voor "zij die oog in oog staan met de dood") speelden een rol in de ondergang van Saddam Hoessein en het gevangennemen van Osama Bin Laden; langzaamaan halen ze steeds meer significante overwinningen binnen op IS in Irak.

Palani, dochter en kleindochter van Peshmerga-strijders, is een Iraanse Koerd en werd in 1993 in een vluchtelingenkamp van de Verenigde Naties geboren, in de Iraakse stad Ramadi, nadat haar familie werd gedwongen huis en haard achter te laten door de Golfoorlog. Ze verhuisden naar Kopenhagen toen ze nog maar een peuter was. Ze had, samen met haar familie, een "normaal, comfortabel leven". Op jongere leeftijd waren haar favoriete hobby's lezen en schietoefeningen doen. Vanaf het moment dat ze op haar negende in Finland was en voor het eerst een wapen gebruikte, raakte ze erdoor geobsedeerd.

"Ik ben dol op schieten," zegt ze, "het is heel belangrijk voor me. Het is voor Koerden heel normaal om met wapens om te leren gaan." Palani spreekt perfect Engels met een Amerikaans accent, lacht vaak terwijl ze praat en spreekt mij op een vertederende manier aan met 'mevrouw'.

Advertentie

In de vroege herfst van 2014 liet ze haar universiteit achter zich en vertrok naar Syrië, om daar te vechten voor de Koerden. Palani wilde helpen IS en Assad te verslaan en, zoals ze het zelf verwoordt, "vechten voor universele mensenrechten."

"Op 14 november in 2014 ging ik naar Irak, en daarna naar Rojova, in Syrië. Ik heb zes maanden met de YPG doorgebracht en daarna zes maanden met de Peshmerga, dus ik heb een jaar lang gevochten."

In november van 2014 was het leger van de Syrische dictator Bashar al-Assad gehard door de strijd, na drie jaren van willekeurige burgers vermoorden. Ze hadden een schatkist aan wapens en munitie bij elkaar verzameld, waaronder chemische wapens die ze tegen hun eigen mensen gebruikten. IS had net hun genocidaire inlijving van Noord-Irak achter de rug.

Palani's eerste nacht aan het front was gelijk een heftige. Terwijl ze op nachtpatrouille was met een buitenlandse strijder uit Zweden, werd het stel aangevallen door een sluipschutter die sigarettenrook had opgemerkt, en haar medestrijder tussen zijn ogen schoot. Ze beschrijft hoe de sigaret nog niet helemaal uit was toen hij overleed, terwijl haar nieuwe uniform doorweekt raakte met zijn bloed.

Links: Joanna Palani met een traditionele sjaal die ze aan het front droeg. Rechts: Palani in haar normale kleding. Foto's door Sarah Buthmann

"Ik had nog tegen hem gezegd dat hij beter niet kon roken in de gevechtslinie – maar dat vond hij onzin. Ik vond het in het begin, toen ik hier net kwam, ook onzin," gaf ze toe. "Maar na die eerste aanval begon ik het allemaal al snel heel serieus te nemen. Ik nam het echt serieus, mevrouw."

Advertentie

In Syrië kwam ze erachter dat ze heel goed was in inschatten op welk moment ze moest schieten, en wanneer ze juist stil moest zijn – volgens haarzelf twee essentiële vaardigheden voor een goede soldaat. De tijd die ze tegen het leger van Assad streed, vormde de grootste uitdaging in haar carrière. Het leger staat erom bekend gebruik te maken van chloorgas, vatbommen en tegenwoordig ook vacuümbommen; al deze wapens zijn volgens internationale wetgeving verboden. Het regime is verantwoordelijk voor de dood van 181 duizend burgers en momenteel wordt onderzocht of het schuldig is aan oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid.

"IS-strijders zijn heel makkelijk om te doden, mevrouw," zegt ze lachend. "IS-strijders zijn heel goed in het opofferen van hun eigen leven, maar de soldaten van Assad zijn beter getraind. Het zijn echt gespecialiseerde moordmachines."

Palani is overduidelijk heel trots op haar rol als trainer van voornamelijk jongere, Koerdische strijders. "De jonge meisjes zijn echt geweldig – ze zijn zo energiek als ze terugkomen van het front. Ze zijn heel dapper, dapperder dan ik ooit had kunnen zijn op die leeftijd."

Foto's van Palani toen ze nog aan het vechten was in Syrië. Foto's eigendom van Palani

De YPG heeft ook Yazidi-families geholpen met het wegsmokkelen van familie en vrienden, weg uit IS-gebied. Palani beschreef hoe ze gedetailleerde correspondentie ontving van meisjes in gevangenschap, die hun eigen ontsnapping aan het organiseren waren, of smeekten om hulp.

Advertentie

"Ook al ben ik een strijder, ik blijf het moeilijk vinden om te lezen hoe een tienjarig meisje op sterven ligt omdat ze zo hevig bloedt door een verkrachting," zegt ze. De brieven en getuigenissen van seksuele martelingen begonnen al in oktober van 2014 op te duiken. Palani kreeg in het begin van 2015 een nieuwe rol toegewezen – ze maakte deel uit van een bataljon dat een dorpje vlakbij Mosul bevrijdde, zo vertelt ze, en daar een grote groep kinderen aantrof. De kinderen werden vastgehouden om seksueel misbruikt te worden door IS-militanten. Het was een soort bordeel waar jonge meisjes werden opgesloten, verkracht en uitgeleend aan strijders met langere rangen, die aan de frontlinies werkten.

"Alle meisjes waren jonger dan 16 – sommigen waren echt heel jong. In het ziekenhuis ontmoette ik een Syrisch, christelijk meisje, dat overleed terwijl ze mijn hand vasthield, omdat ze pas 11 jaar was en zwanger was geraakt van een tweeling. Haar kleine gezichtje was helemaal opgezwollen. Het was zo'n vreselijke situatie. Ik weet nog dat de arts moest huilen en tegen mij en mijn eerste soldaat stond te schreeuwen."

Palani is nu weer terug in Kopenhagen, waar ze politiek en filosofie studeert aan de universiteit. Foto door Sarah Buthmann

Ze moest de dokter ervan overtuigen dat zij niet verantwoordelijk waren voor de verkrachting en de daaruit voortvloeiende zwangerschap, die uiteindelijk voor de dood van het meisje zorgde. Zelfs ook al maakten haar ouders thuis in Kopenhagen zich enorm veel zorgen over hun dochter, Palini vond de frontlinie enorm spannend. "Ik heb er nooit aan gedacht om naar huis te gaan. Ik geef eerlijk toe dat ik soms bang was. Er waren momenten waarop ik alleen maar kon hopen dat ik het zou overleven. Maar er is nooit een moment geweest waarop ik hoopte dat ik weer thuis was. Ik wist dat ik op de juiste plek was."

Advertentie

Haar militaire carrière verliep erg succesvol. Vorig jaar besloot ze om eventjes terug naar huis te gaan, en haar familie in Kopenhagen op te zoeken. "Ik kreeg vijftien dagen vrij van de Peshmerga," vertelt ze. "Slechts drie dagen nadat ik in Denemarken was geland, stuurde de politie me een email. Er stond in dat mijn paspoort niet meer geldig was, en dat het zou worden ingetrokken als ik zou proberen het land te verlaten. Als ik terug zou gaan, riskeerde ik een gevangenisstraf van zes jaar."

"Dat was vreselijk slecht nieuws – en ik heb daardoor veel mensen teleurgesteld. Zo was ik op dat moment nog bezig met een groep meisjes leren hoe ze een wapen moesten gebruiken, en die heb ik dus allemaal moeten laten zitten, aangezien de cursus nog niet was afgerond."

Ze is woedend over het feit dat de Deense overheidhaar paspoort in beslag nammet behulp van wetten die bedoeld zijn om Syriëgangers een halt toe te roepen. "Verraad" noemt ze het. Ze moet nu een keuze maken tussen haar paspoort opgeven en weer bij het bataljon gaan, of in Kopenhagen afwachten en hopen dat er binnenkort een wettelijk verschil zal worden gemaakt tussen haar en jihadstrijders. "Ik moet alle dingen die ik daar heb gezien en de mensen die ik heb achtergelaten niet vergeten," vertelt ze.

"Deze kleine meisjes, deze seksslaven, ik kan het niet negeren – als mens niet, en als Koerdisch meisje al helemaal niet. Ik kan niet hier in Denemarken gewoon een leven leiden terwijl ik weet dat die meisjes daar worden gemarteld."

Tegelijkertijd wil ze de vrijheden die Europa haar biedt ook niet kwijt – dus voor nu zit ze vast in Kopenhagen. In plaats van dat ze met haar Peshmerga-"zusters" vecht (die volgens haar ook al zeven maanden lang niet zijn betaald), studeert ze nu met tegenzin politiek en filosofie in Denemarken, waar de overheid haar studie financiert.

"Ik ben een Europees Koerdisch meisje. De meeste van mijn overtuigingen en normen zijn Europees. Ik zou niet langer dan één of twee jaar in Koerdistan kunnen leven – het is daar, zeker als vrouw, lang niet zo comfortabel als hier. Ik verkies publieke gerechtigheid boven persoonlijk geluk. Ik zou mijn leven geven voor Europa, voor democratie, voor vrijheid en voor vrouwenrechten. Het voelt alsof ik ben verraden door degenen voor wie ik bereid was mijn leven op te offeren."

-

Vrouwen praten misschien veel, maar we horen ze te weinig. Daarom is Broadly Nederland er. Like onze pagina.