Ik zit in bad in mijn vijfsterrenhotel en ik verveel me. Gewoon omdat het kan, giet ik de volledige inhoud van de minibar leeg in het water.
Een blikje Sprite, en een blikje Redbull dat al was opengemaakt door de vorige gast, of ondeugend hotelpersoneel. Ik lach terwijl de stroom plakkerige zoetigheid langs mijn borsthaar klotst. Als ik uitgebadderd ben, ga ik in het zonnetje op een ligbed zitten, naast een schoonmaker die op zijn knieën de badrand aan het schrobben is. Waarschijnlijk kan hij de hele dag betaald worden van de 6 euro die ik straks moet neertellen voor mijn frisdrankverspilling.
Advertentie
Dit is Moldavië, het armste land van Europa. Volgens de lokale statistieken ligt het gemiddelde netto-inkomen in de steden op zo’n 120 euro per maand, ongeveer een zestiende van mijn huidig startersloon.Je vakantie financieren van de ongelijkheid in de wereld is al jarenlang een succesformule van backpackers en travelbloggers. Naar de andere kant van de wereld vliegen is wel wat verneukend voor het milieu, en op eigen continent zijn ook genoeg landen waar je op even cynische als zonnige wijze kunt profiteren van het verschil in welvaart, en waar ze jouw kapitaalinjecties kunnen waarderen. Ik ga niet mijn budget uitsmeren om zo lang mogelijk in een gespeeld armoedige backpackers-outfit iedereen voor de voeten te lopen. Ik wil een paar dagen lang keihard geld in deze kwetsbare economie pompen, waardoor ik eindelijk eens de levensstijl kan leven die ik thuis maar niet van de grond krijg. Inclusief pimpy hotels, taxi’s en exorbitante uitgaansavonden.Luxe toerisme in Oost-Europa is BOOMING. Vooral in Kroatië struikel je de laatste jaren over beroemdheden, rooftopbars en bootfeesten, en ook Montenegro is al een tijdje in opkomst. Maar hoe meer die ontwikkeling zich doorzet, hoe duurder het daar wordt. Over Moldavië staat nu nog in de Lonely Plane: “the world is finally waking up to the charms of this little nation wedged between Romania and Ukraine.” Omdat het nét geen kustlijn heeft, lijkt het land een beetje de boot te missen (sorry). Maar daardoor is het wel goedkoper en heeft het, op papier in ieder geval, alles wat je van een vakantieland kunt verwachten: lekker weer, wereldberoemde wijngaarden, en glamoureuze orthodoxe kerken met gouden glitterende daken. Maar is luxe hier ook echt zo luxe? En hoe leuk is het eigenlijk om rijk te zijn in het armste land van Europa? Ik besefte dat niemand het me zou gaan uitleggen, en besloot het zelf uit te zoeken: dat was zelfs met mijn bescheiden portie vakantiegeld mogelijk.
Advertentie
Bijna pakte ik goedkoop spectaculaire highbrowcultuur mee
Troostmartini’s van 90 cent
Advertentie
De man naast me strooit als enige wel royaal met fiches. Mijn all-in op rood voelt een beetje lame. Het balletje rolt… vertraagt… we mogen niet meer inzetten… het wordt… rood! De royale gokker lacht spottend als ik een overwinningskreetje niet kan onderdrukken. “You’re lucky.” bromt hij.Toch ben ik na een kwartiertje alweer uitgespeeld. Het scheelt dat een troostmartini maar 90 cent kost, en ik hier dus de hele avond mijn verdriet zou kunnen wegdrinken. Maar daar heb ik geen zin in, want het voelt hier niet echt als een spannende James Bondfilm. Zelfs de big spender aan de roulettetafel spreidt heel geraffineerd zijn kansen. Alsof hij voor weinig geld toch een royaal imago probeert op te houden. Waar kan ik me aansluiten bij de rijke Moldaviërs en hun luxe leven?Want die moeten er wel zijn, die rijken. Zoals veel voormalige Sovjetstaten neigt Moldavië naar oligarchie: extreem rijke zakenmensen maken er de dienst uit, zoals bankier en oliemagnaat Vladimir Plahotniuc. Hij zou een vermogen van 300 miljoen dollar hebben en is ook voorzitter van de grootste politieke partij van het land: een handige dubbelrol. De oligarchen laten ook weleens wat geld aan de strijkstok hangen; zo verdween er al eens een miljard uit de staatskas.Maar van de oligarchen zijn er natuurlijk niet zoveel en volgens een Moldavische kennis die ik vraag waar ik ze kan vinden, wonen veel van de rijkere Moldaviërs niet eens in Moldavië – en dat geldt ook voor de middenklasse. Er is sprake van een braindrain: jonge, slimme mensen willen liever in het buitenland werken en studeren dan in het corrupte moederland blijven: van de drie miljoen Moldaviërs zit ongeveer een half miljoen in het buitenland. In West-Europa verdienen ze zo veel dat ze geld terug kunnen sturen.
Maar waar zijn de rijken?
Advertentie
Ik moet op zoek naar de plek waar dat geld uitgegeven wordt, om zelf ook rijk te doen. Ik wil een dure party. De meest fancy disco was altijd karaokeclub Drive, maar die lijkt na vorig seizoen niet heropend te zijn. Gelukkig is er ook een Skybar, in vrijwel elke wereldstad de standaard in luxe vermaak: ook in Chisinau is de inkom alleen al vijftien euro.
De skybar is op de vijftiende etage van een winkelcentrum, maar het fantastische uitzicht kun je alleen zien als je een vip-tafel hebt. Dat wil ik natuurlijk ook wel, en ik informeer even wat zo’n grapje kost, bij een onderuitgezakte vip achter een tafel die rijkelijk is beladen met een garnalenschotel, flessen Johnny Walker en een gigantische vaas plastic rietjes like there’s no tomorrow.Deze viptafels (niet eens de duurste) kosten 8.000 lei (zo’n 400 euro). Twee à drie Moldavische maandlonen, terwijl ik de jongen een jaar of achttien schat. Waar doet hij dat van? “Ik heb geen werk, mijn ouders betalen dit,” zegt hij en lurkt weer verder aan zijn waterpijp, die je hier in alle uitgaansgelegenheden tegenkomt.Deze vip lijkt me een pro in duur doen, maar een groot deel van het jonge, goedgeklede publiek staat er stijfjes bij, alsof ze het zelf ook spannend vinden dat ze hier zoveel geld uitgeven. Alleen de bikinidanseressen op het podium gaan helemaal los.Halverwege de avond verandert er wat: alle mobieltjes gaan lucht in voor het optreden van AllJ, een populaire Russische rapper. Lome housebeat en niet te moeilijke teksten vol merken: Suzuki, Rittersport, Grasovka, Kentucky Fried Chicken, Nokia… Devoot zingt iedereen de refreinen mee. In dure clubs in België is het chic om ongeïnteresseerd te zijn, terwijl mensen hier onbeschaamd fan zijn en dit vast willen leggen. Ik kan me niet voorstellen dat zij zich hier elke week staan te vervelen. Ik merk dat West-Europese rijkdom mij wel al verknipt heeft en ga halverwege het optreden naar huis.
Advertentie
Het zwarte gat tegen de financiële kater
Advertentie
Met de Transnistrische roebel heeft het landje ook een eigen munteenheid, dus je moet cash meenemen om ter plekke te wisselen. “You’re going there for holiday?” vraagt de vrouw achter de groenmarmeren balie van het geldwisselkantoor in Chisinau met iets van moederlijke bezorgdheid. Naast een stapel dollars en euro’s krijgen we ook dringend advies om met het boemelbusje van 3 euro te gaan, omdat de taxi, die 11 euro kost met zijn tweeën, volgens haar veel te duur is. We doen het maar, hoewel ik die paar euro extra er best voor over heb om de zestig kilometer niet zweterig en opgepropt af te leggen.
Slapen in het speeltje van de Korzuns
Het hotel is een uitspatting van een rijke familie. Pater familias Grigory Korzun had jarenlang een eigen voetbalclub, Tiligul-Tiras Tiraspol, vertelt zijn zoon terwijl hij ons een rondleiding geeft door het museum van de exclusieve flessen drank die zijn vader kocht tijdens uitwedstrijden. Het museum, in de tuin, staat (volgens zoon Korzun en Wikipedia) in het Guiness Book of Records als het grootste gebouw ter wereld in de vorm van een fles. Het optrekje van de Korzuns is op een lekker excentrieke manier wel decadent. Maar ik vraag me af of Grigory zijn kasteel en museum niet gewoon heeft gebouwd omdat er hier op het Transnistriaanse platteland zo weinig andere dingen zijn om je geld aan uit te geven.
Advertentie
Het diner, waar we tien euro per persoon extra voor moeten betalen, is niet echt haute cuisine, ondanks de royale hoeveelheid room. Met een gulle glimlach gebaart onze gastvrouw dat ze de druiven voor mijn wijn zelf met haar voeten heeft gestampt. Nice nice, mevrouw.Na een prinsessenslaapje en een dagje struinen door monumentale, aangeharkte Tiraspol, de hoofdstad van Transnistrië, nemen we een taxi terug naar Chisinau. Plankgas zigzaggen we heen en weer tussen de kuilen in de lege vierbaansweg vol gaten. Aan de achteruitkijkspiegel van de taxi bungelt een parfumdispenser in de vorm van een (vrij slecht gelukt) 500-eurobiljet, op de achterruit prijken de hamer en sikkel van de Transnistrische vlag. Aan het schijnheilige gezicht waarmee de chauffeur beleefd een fooi weigert, kan ik zien dat hij ons bewust afzet. Hij vraagt 17 euro voor het ritje in plaats van 11. Ik vind het allemaal prima, hij moest maar eens weten dat je daar in België zeker 200 euro voor zou betalen.
De chauffeur brengt ons ook nog naar het verkeerde hotel, maar ook dat is geen probleem. Ik laat de receptie gewoon nog een taxi voor me bellen: Google Maps aanzwengelen is meer moeite. “Odesa Strada? Dat is gewoon hier!” de nieuwe taxichauffeur kan niet ophouden gnuivend te lachen. Het is blijkbaar nog geen minuut rijden. Maar ik betaal de 1,5 euro starttarief lachend. Iedereen blij.Als de wekker gaat en ik slaperig de woonkamer van mijn suite doorkijk zie ik twee champagneglazen op tafel staan. Maar die staan hier voor de show: hier is helemaal geen minibar. Je hoort me niet klagen: voor 53 euro hebben we een gigantische turquoise en mintgroene oase met een leeuwenschilderij dat niet zou misstaan in MTV-cribs.
Royaal comfort van je Belgische loon
Ook al zou ik ook in Chisinau van mijn Belgische loon in de suite van een sterrenhotel met zwembad kunnen wonen, altijd taxi’s kunnen nemen en dagelijks uit eten kunnen gaan in goede restaurants: over-de-topluxe was ook hier niet echt bereikbaar voor mij als budget-jetsetter. Om echt goedkoop als een koning te leven moest ik helemaal naar Transnistrië, het zwarte gat van Europa. Niettemin zorgt in Moldavië zelfs de kleinste fooi voor een vrolijk gezicht en als je afgezet wordt gebeurt dat heel beleefd en voorzichtig.Als we de poort van het hotel uitlopen om naar het vliegveld te gaan, komen we op een onverharde weg. Iemand sleutelt aan de uitlaat van een dieselauto, er komen zwarte wolken uit. Kinderen racen met een zeepkistkarretje van de heuvel af. Ze lijken bijna net zoveel plezier te hebben als ik in mijn taxi’s. Jammer dat mijn royale kapitaalinjectie waarschijnlijk niet bij de leuke mensen terecht komt, maar aan de strijkstokken van conglomeraten en oligarchen zal blijven hangen.Wil je elke zaterdag een overzicht van onze beste verhalen toegestuurd krijgen? Schrijf je dan nu in voor onze newsletter.Volg VICE België ook op Instagram.