Hoe het is om te leven met een zusje dat suïcidaal is

FYI.

This story is over 5 years old.

geestelijke gezondheid

Hoe het is om te leven met een zusje dat suïcidaal is

"Ik moet moeite doen om haar niet elke vijf minuten te bellen, om te controleren of alles wel goed gaat."
SS
zoals verteld aan Sarah Sitanala

Het moment dat mijn zusje me vertelde weleens naar het station te fietsen met de bedoeling daar een einde aan haar leven te maken vergeet ik nooit meer. Het voelde als een puzzelstukje dat op z'n plek viel.

Mijn zusje woont thuis bij mijn ouders. We leven al tien jaar met de angst om haar voorgoed kwijt te raken. Eigenlijk is het geen leven, maar overleven. Je probeert er voor haar te zijn, meer kun je niet doen. Het liefst plak ik haar vast met ducttape aan een stoel en verlies ik haar niet uit het oog. In het begin riep ik dingen als "je hebt zoveel om voor te leven," maar ik zag dat het niet hielp. Wat je ook zegt of doet, het gaat iemand niet overtuigen. Ze moet zelf willen leven.

Advertentie

Voor mijn ouders is het altijd een uitdaging geweest om alles in balans te houden. Ik zei vroeger weleens: "Waarom kan dat kind niet eens normaal doen?" Achteraf had ik veel spijt dat ik zulke dingen had geroepen. Ze heeft geen vrienden of vriendinnen, alleen mijn ouders en ik. Ook is ze nog steeds goed bevriend met haar ex. Die relatie is haar redding geweest. Haar vriendin nam haar mee naar buiten, samen ondernamen ze dingen.

Op de basisschool werd mijn zusje veel gepest, en de weinige vriendinnen die ze wel had verhuisden. Toen ook nog eens haar juf overleed door een hersenbloeding, veroorzaakte dat een vorm van verlatingsangst. In de brugklas kwam ze bij jeugdzorg terecht. Ze was dertien en elke dag voordat ze naar school ging, pakte ze de wijn van mijn moeder uit de koelkast. Het ging echt de verkeerde kant op, maar gelukkig zag ze zelf op tijd in dat ze eraan verslaafd aan het raken was, en hoe gevaarlijk het was. Toen is ze gestopt met drinken.

Door de jeugdzorg werd ADD geconstateerd, omdat ze concentratieproblemen had. Met een voorraad Concerta werd mijn zusje weer naar huis gestuurd. Maar er was veel meer aan de hand – ze durfde inmiddels niet eens meer alleen naar school.

Later werd ook vastgesteld dat ze autistisch is. Dat verklaarde alle overlevingsstrategieën, maniertjes en rituelen die ze heeft. Ze heeft bijvoorbeeld douchedagen en niet-douchedagen. Op een niet-douchedag wil ze niet naar buiten, omdat ze dan niet fris is. Toch verklaarde het nog niet de somberheid. Uiteindelijk werd ze doorverwezen naar een speciaal centrum voor autisme, maar door een fout in het systeem bleek na lange tijd dat haar aanmelding nooit goed was ontvangen. Hierdoor verloor mijn zusje alle vertrouwen in wat voor hulpverlening dan ook. Ze stopte met alles, waarna de zorginstantie haar dossier sloot. Sindsdien heeft ze geen goede hulp meer gehad.

Advertentie

Ze heeft goede en slechte dagen. Op slechte dagen is er geen land met haar te bezeilen. Dan hoort ze stemmen en komt ze het huis niet uit. Ze vertelt dat het voelt alsof ze uit zichzelf treedt. Mijn moeder werkt in de psychiatrie, waardoor ze goed begrijpt wat mijn zusje meemaakt, maar voor mijn vader is het allemaal veel te pijnlijk. Hij is zelf depressief geweest, alleen heeft hij daar toen wel de goede medicatie voor gehad. Mijn oma heeft last van waanbeelden; ze ziet poppen dansen en heeft daar ook medicatie voor gehad. Het zit dus in de familie, maar het is pijnlijk om te bedenken dat mijn zusje het een stuk zwaarder heeft, omdat ze tot nu toe niet de juiste medicatie heeft gekregen.

Hoe vaak mijn zusje daadwerkelijk naar het treinstation fietst wil ik niet weten.

Je probeert te genieten van de goede dagen, maar door haar autisme zit haar hoofd snel vol. Vorige week gingen we bijvoorbeeld samen naar de dierentuin. Aan het einde van de ochtend heeft ze dan al zoveel indrukken opgedaan, dat ze de rest van de dag eigenlijk niks meer kan. Door haar propvolle hoofd droomt ze ook heel veel, waardoor ze slecht slaapt.

Op dit moment past ze op een huis en een hond van kennissen, die twee weken op vakantie zijn. Ik merk dat ik moeite moet doen haar niet elke vijf minuten te bellen. Ze heeft ook meteen door dat ik haar bel om te controleren of alles wel goed gaat. Ik belde haar net nog en toen ze vroeg waarom ik eigenlijk belde zei ik: "Oh, gewoon voor de gezelligheid." Toch weten we allebei beter. Onlangs ging ze in haar eentje met de trein naar de Rotterdamse dierentuin. Ik belde haar, omdat ik wist dat ze in haar eentje op een treinstation stond. Ze nam niet op. Op zo'n moment ben ik heel bang.

Advertentie

Zelf loop ik bij de psycholoog, omdat de situatie een zware last is om te dragen. Mijn zusje weet hier niet vanaf - ik wil haar niet lastig vallen met de problemen die ik door haar ziekte ondervind. Zij kan er tenslotte niks aan doen. Tegen een psycholoog kun je makkelijk van alles zeggen zonder dat je daar iemand mee kwetst. En ik moet ook voor mezelf blijven zorgen.

Zo heb ik ook besloten om op mezelf te gaan wonen. Dat vond ik vreselijk lastig, maar bij mijn ouders thuis is er altijd iemand aanwezig die een oogje in het zeil kan houden. Ik moet door met mijn eigen leven. Ik zeg wel vaak tegen haar: "Als er wat is, bel me dan," al weet ik dat ze dat waarschijnlijk niet zou doen. Op dit moment weet ik dat ze niet goed in haar vel zit; op dat soort momenten laat ze heel weinig van zich horen. Als ze wel een berichtje stuurt, vraagt ze bijvoorbeeld of de verjaardag leuk is, of hoe mijn dag is. Meestal blijkt uit het gesprek wat dan volgt dat ze een rotmoment heeft. Als ik dan bel en ze neemt niet op, weet ik dat ze aan het huilen is.

Vaak laat ik mijn beste zelf aan haar zien en laat ik mijn eigen problemen met mijn vriend of studie achterwege, omdat ik haar niet extra wil belasten. Ik ga liever met mijn problemen naar mijn vader of moeder. Ze zou net een slechte dag kunnen hebben, waardoor mijn sores de druppel kunnen zijn die haar doet besluiten tot iets ergs over te gaan.

Hoe vaak mijn zusje daadwerkelijk naar het treinstation fietst wil ik niet weten. Dat zou het leven voor mij ondraaglijk maken. Ik weet dat ze het doet en ik hoop dat ze het me vertelt als het erger wordt. Ze snijdt ook in zichzelf, maar ik vind het moeilijk daarover te praten. Het is toch mijn zusje die zichzelf pijn doet. Alles wat de pijn verergert wil ik liever niet weten: uit zelfbescherming.

Ik denk niet dat mijn zusje met een paar pilletjes ooit helemaal van alle somberheid af komt, maar ik hoop wel dat ze er met de juiste medicatie beter mee kan leven. Als medicijnen de scherpe randjes eraf halen, dan zou het leven al een stuk leuker voor haar kunnen worden. Toch hou ik ook rekening met euthanasie. Niet omdat ik dat wil, maar omdat ik vind dat ik er voor open moet staan. Laatst had ze een bloeduitstorting in haar oog omdat ze zoveel gehuild had. Het is in elk geval fijn dat ze thuis haar verdriet kwijt kan, maar ze heeft wel hulp nodig, want alleen gaat ze het niet redden.

-

Om privacyredenen, en uit bescherming voor haar zusje, wilde de verteller graag anoniem blijven. Haar naam is bij de redactie bekend.