FYI.

This story is over 5 years old.

kattenkwaad

Mensen vertellen over de keren dat hun kattenkwaad compleet uit de hand liep

"Toen ik zeven was heb ik samen met een vriendje op een begraafplaats allemaal schedels opgegraven, en die in mijn moeders soeppan schoon laten weken."
vuur
Foto via Sheppard.af

Er zijn kinderen die, wanneer ze onverwachts een tussenuur krijgen omdat er een leraar ziek is, braaf hun Franse tekstboek tevoorschijn halen om de grammaticaregels van het imparfait nog even extra door te nemen. Ik was niet zo. Ik doodde de tijd liever door in het computerlokaal foto's van leraren uit te printen, en hun gezichten op de schilderijen te plakken die door het hele schoolgebouw verspreid hingen. Zodat de lerares Frans ineens het onderlichaam kreeg van een disproportioneel dik vogeltje, en het net leek alsof de economiedocent een lange zwarte cape aan had en een zeis in zijn hand.

Advertentie

Sorry Andries! Het was niks persoonlijks. Bovendien bestaan er nog ergere gevallen, zoals die jochies van negen die laatst meer dan honderd fietsbanden lek hadden gestoken. En dat is slechts één voorbeeld. We vroegen mensen naar die ene keer dat hun kattenkwaad volledig de spuigaten was uitgelopen.

Zwier (29)

Mijn vader was een keer op een werf aan het klussen aan zijn zeilbootje. Ik was mee, samen met een vriendje. We waren zeven à acht jaar en we verveelden ons nogal. Toen zagen we een andere zeilboot op de helling staan – een boot die op rails stond en werd tegengehouden door wat houtblokken.

Die houtblokken trapten we weg. Vervolgens gleed dat gevaarte – het was een tweemaster van zo'n vijftien meter lang – met een noodgang het water in. We bleven twee seconden wachten, en renden toen keihard weg. Wat verder weinig zoden aan de dijk zette, want op die werf waren in totaal zes mensen wat aan hun boot aan het klussen. Het was overduidelijk dat wij het hadden gedaan.

Achteraf bleek dat de eigenaar van de boot ook nog gewoon aan boord zat terwijl het gebeurde. Hij was binnen met een boormachine bezig – of in ieder geval met iets elektrisch, want er was een stekker geknapt. Hij was in eerste instantie echt ziedend, en wilde eigenlijk dat mijn vader van de werf zou vertrekken. Uiteindelijk bedaarde hij wel, toen we fanatiek hielpen om alles weer netjes te krijgen en alle omgevallen verfpotten weer op te rapen en zo.

Advertentie

Alex* (39)

Op de middelbare school hadden we met een heleboel kinderen geld ingezameld om spacebonbons te kopen. Van die mooie kersenbonbons, met zo'n steeltje. Je kon onmogelijk zien dat er hasj in zat. Die had iemand vervolgens in de lerarenkamer neergezet, zonder dat iemand het doorhad. De leraren dachten waarschijnlijk gewoon dat er iemand jarig was.

In het eerste blok hadden we Frans. Onze lerares begon na een tijdje opeens wat gek te bewegen en steeds fanatieker met haar stok op het bord te slaan. "Hebben jullie het ook zo warm?", vroeg ze, en hoewel het niet per se warm was, deed ze alle ramen open. Toen ging ze even zitten, en ze vroeg ons om verder zelfstandig te werken. Ze leek doodop.

Zij had gelukkig nog ontbeten, maar onze scheikundeleraar niet. Op een lege maag had hij meerdere bonbons naar binnen gewerkt. Ik zat zelf niet bij hem in de les, maar het schijnt dat hij bijna tegen de vlakte ging en van een verhoging flikkerde. Doodeng natuurlijk, vooral als je geen flauw idee hebt dat je hasjbonbons hebt gegeten.

We waren er flink van geschrokken. Veel kinderen hadden een kwartje of dubbeltje meebetaald, dus het was lastig te bepalen wie er schuld had en wie niet, laat staan wie de aanstichters waren. We kwamen er goed mee weg.

Victor* (37)

Ik kom uit een klein dorpje, en daar werd flink geluld en geroddeld, want er gebeurde echt geen reet. Toen ik een jaar of tien was gingen we een keer roken in een oude honkbalkantine. De club was failliet gegaan en het was nogal vervallen. De ruiten waren ingetikt.

Binnen zaten we wat te klooien met aanstekers, en we staken het behang in de fik. Dat was kurkdroog, dus het brandde gelijk heel hard. Zo hard dat binnen de kortste keren dat hele huisje in de fik stond. We renden weg, en probeerden thuis de rooklucht van ons af te douchen, alsof er niets aan de hand was. De vlammen kon ik ondertussen zien vanaf mijn eigen kamer.

Advertentie

Het hele dorp was in rep en roer, want er gebeurde eindelijk eens wat. Iedereen had het erover. De brandweer bestond uit vrijwilligers – de ijsboer, de snackbarhouder – en die vonden het maar wat spannend om eindelijk eens hun brandweerpak aan te mogen doen. Tot op de dag van vandaag weet niemand dat wij het waren, zelfs mijn ouders niet.

Yannis (24)

1507209475044-boot

Foto via Flickr

Het was al laat op de avond en de kroeg ging dicht. Ik was samen met drie vrienden, waarvan één zijn Amerikaanse neef op bezoek had. We zouden hem de stad laten zien, was het idee. Zodra we naar buiten liepen viel zijn blik op het gebouw van Nemo. Of we daar niet op konden klimmen. Ja hoor, zeiden we, en niet veel later stonden we op het dak. Van daaruit konden we het VOC-schip zien liggen bij het Scheepvaartmuseum. 'Kunnen we daar óók op klimmen?' vroeg de Amerikaanse neef.

Eenmaal bij het Scheepvaartmuseum bleek het nogal lastig om bij het schip te komen. Tenzij we via het water zouden gaan. We zagen een soort vlot aan de zijkant liggen – waarschijnlijk omdat ze aan het schilderen waren ofzo – en samen met een van die vrienden klom ik erop. Toen vielen we per ongeluk in het water. Omdat we toch al nat waren, trokken we de rest al zwemmend voort op het vlot. Onze doorweekte kleren lieten we daar maar achter.

Zodra we poedelnaakt op het schip waren geklommen, kregen we het idee om het hele dek onder te pissen. Het leek ons grappig dat mensen de volgende dag zouden denken: waar komt die stank toch vandaan? Daarna klommen we in een van de masten. Net toen we een beetje hoog zaten hoorde ik een mannenstem schreeuwen: 'Jullie komen godverdomme nú naar beneden!' Op de kade stond een man met een walkietalkie in zijn hand. Toen bedachten we ons dat dit schip pal naast een marineterrein lag.

Advertentie

Als een stel gekken peddelden we terug met het vlot, pakten we onze natte kleren en fietsten we weg. Net op tijd, want niet veel later zagen we een politieauto aan komen rijden.

Yorinde* (25)

Dankzij een speling van het lot was ik op de middelbare school in het bezit gekomen van een loper, een sleutel die op elk klaslokaal past. Ik had 'm een keer nodig omdat ik voor straf wat spullen van een opslaghok naar allemaal klaslokalen moest brengen. Daarna had ik de loper nooit meer teruggegeven. Die komt nog wel van pas, dacht ik.

De eerste keer dat ik een klas opsloot vond ik het best spannend. Het leek me slim om te wachten tot het rumoerig was in de klas, dan zou niemand merken dat het slot opeens werd dichtgedraaid en zouden ze er pas achter komen op het moment dat ze naar buiten wilden gaan.

Langzamerhand ontstond er een ritueel. Elke woensdagmiddag had ik wiskunde op de tweede verdieping, vlak naast 3HAVO, en dat betekende meestal dat ik even op de gang ging werken, omdat ik me dan 'beter kon concentreren.' Vlak voordat de pauzebel ging, liep ik dan weer terug naar mijn lokaal, maar niet zonder 3HAVO even snel op te sluiten. Nog leuker was het als de docent niet in het lokaal was, want die kon de deur van binnenuit opendoen.

Er schijnt weleens iemand in z'n broek te hebben geplast omdat-ie niet naar het toilet kon. Verder zijn er voor zover ik weet geen erge dingen gebeurd, maar achteraf gezien was het qua brandveiligheid best gevaarlijk. Ik ben nooit gesnapt, want ik lette altijd goed op of er iemand aankwam. En ik deed het ook weer niet élke week. Het moest wel een beetje een verrassing blijven.

Advertentie

Michael* (51)

1507209728701-skulls

Foto via Wikimedia Commons

Ik ben opgegroeid in Parijs, en pas later naar Nederland verhuisd. Met een vriendje uit de buurt speelde ik vaak op de begraafplaats. We hadden geen idee wat dat eigenlijk precies was, ik denk dat we een jaar of zeven of acht waren. Toen we daar op een dag aan het graven waren, vonden we een bot. Dat vonden we razend interessant, waarop we besloten door te graven. Het was echt zo'n oude Parijse begraafplaats, die helemaal vol lag met menselijke resten. Al snel hadden we een heleboel schedels uit de grond opgedoken. Die heb ik toen mee naar huis genomen, en in een grote soeppan van mijn moeder laten weken om de modder eraf te spoelen, zodat ze mooi zouden worden. Toen mijn moeder thuiskwam uit haar werk en die pan met schedels op het aanrecht zag staan kreeg ze bijna een beroerte. Daarna mocht ik nooit meer met dat vriendje buitenspelen.

Jan (35)

Toen ik een jaar of 14 jaar was, belden een vriendje en ik weleens voor de grap naar de sekslijn, en gaven we nummers op van onze klasgenoten, zodat die zouden worden teruggebeld. Na een tijdje werd dat saai, dus belden we een keer een escortservice, en gaven we iemands adres op.

Om drie uur 's nachts kwam de escort aan bij het huis van die jongen uit onze klas, maar die lag natuurlijk al te slapen. Nadat ze daar een tijdje had staan wachten, kwam haar baas, de pooier, langs. Die was kwaad. Hij begon te toeteren en te schreeuwen: "Nu ga je d'r neuken ook!"

Gelukkig gingen ze na een tijdje weer weg, maar de hele straat had ondertussen kunnen meegenieten. Op school hadden we er nauwelijks een geheim van gemaakt dat wij het hadden gedaan, vooral omdat we simpelweg niet inzagen hoe kwalijk het was. De moeder van de jongen bij wie we aanbelden bleek al een tijdje overspannen te zijn. Mijn vader was woest toen hij erachter kwam.

*echte namen zijn bekend bij de redactie.

Volg VICE via Facebook, Instagram en Twitter.