Foto’s van het leven van jonge Franse woonwagenbewoners

FYI.

This story is over 5 years old.

Foto

Foto’s van het leven van jonge Franse woonwagenbewoners

Benjamin Hoffman maakte drie jaar lang foto's van de Manouche, een van de grootste reizigersgemeenschappen in Frankrijk.

De eerste keer dat Roma in de Franse geschiedenisboeken vermeld worden was in 1419. Volgens fotograaf Benjamin Hoffman waren mensen in het begin "geïntrigeerd" door de nieuwkomers, en werden ze door de autoriteiten in de meeste Europese landen met open armen ontvangen. Tegen het einde van de middeleeuwen werd de nomadische gemeenschap beschermd door de koning van de Bohemen en Moravië (het huidige Tsjechië) – zo ontstond de bijnaam "bohemien". De Manouche, zoals de Sinti-gemeenschap in Frankrijk wordt genoemd, zijn hier de directe afstammelingen van.

Advertentie

Op dit moment wonen er 300 duizend tot 400 duizend Manouche in Frankrijk. Het is een van de vele gemeenschappen van reizigers, zoals de Oost-Europese Roma en de Gitanos in Spanje, die geen vaste woonplaats hebben. De Manouche vestigden zich aanvankelijk vooral in het noorden en noordoosten van het land, maar verspreidden zich na verloop van tijd door het hele land.

De taal en gebruiken van de Manouche worden door nieuwe generaties steeds minder overgenomen, waardoor de cultuur van de gemeenschap dreigt te verdwijnen. Auteur Louis de Gouyon Matignon en fotograaf Benjamin Hoffman hebben net een boek uitgebracht, Manouche Testimony, waarin ze dit overgangsmoment in kaart brengen. Ik sprak met Benjamin over de Manouchegemeenschap en hun dreigende verdwijning.

VICE: Waar en wanneer heb je deze foto's genomen?
Benjamin Hoffman: Het begon allemaal in 2011. Mijn blik viel op een persbericht van het Franse persbureau AFP over een bijeenkomst van reizigers in Loiret. Ik was nieuwsgierig en ben ernaartoe gegaan. Ik had mijn komst niet aangekondigd, en de ontvangst was nogal lauw. Toen heb ik een dag doorgebracht met Louis de Gouyon Matignon, die zelf geen reiziger is, maar wel van jongs af aan met Roma is opgetrokken, en hun cultuur, muziek en taal goed kent. Die ontmoeting was erg belangrijk.

In 2013, toen er veel te doen was over de reizigers in Frankrijk, begon ik me er meer mee bezig te houden. Ik las kranten en luisterde naar de radio. Toch werden de verschillen tussen de verschillende reizigersgemeenschappen me niet duidelijk. Wie zijn de Roma, de Gitanos, de Manouche? Daarom nam ik weer contact op met Louis.

Advertentie

We begonnen in 2013 te werken aan een project over de gemeenschap, en gingen tot 2015 door. We hebben overal in Frankrijk gewerkt; in de Touraine, de regio Loir-et-Cher, in de Champagne en rondom Parijs. We hebben in die tijd dertigduizend kilometer gereden.

Hoeveel tijd heb je met de Manouche doorgebracht?
We hebben elke keer geprobeerd om een tijdje bij ze te blijven. Soms twee of drie dagen, soms twee weken. Ik herinner me dat we een keer in 24 uur van Parijs naar de Pyreneeën en terug zijn gereden voor een bruiloft. We hebben vooral samengewerkt met jonge mensen uit de gemeenschap. Het idee achter ons boek Manouche Testimony is om te laten zien hoe de gemeenschap de verandering in hun manier van leven ervaart. Die verandering heeft alles te maken met de nieuwe generatie, en wordt vooral door jongeren gevoeld.

Je schetst niet echt een rooskleurig beeld van de jonge generatie Manouche.
Ik gebruik vaak simpele maar duidelijke symbolen. Mobiele telefoons en internet symboliseren de toegang tot een nieuwe wereld, waar ze eerder niet veel vanaf wisten. Het is een gemeenschap die in de recente geschiedenis altijd is gemarginaliseerd. Voor jonge Manouche is het aantrekkelijk om te zien wat de rest van de wereld hen te bieden heeft. Daar krijgen ze via Facebook en vrienden van buiten de gemeenschap al een voorproefje van. De buitenwereld, waar hun ouders nauwelijks contact mee hebben, is verleidelijk voor ze. Maar ze wijzen hun herkomst niet af, in tegendeel. Ze zijn er trots op Manouche te zijn, het is een belangrijk onderdeel van wie ze zijn. Zelfs nu ze de taal niet meer spreken of niet meer rondtrekken.

Advertentie

Veel van de Manouche die ik ontmoette, vertelden me dat ze wilden studeren en een "echte baan" wilden. Sommigen wilden ook graag in de stad wonen. Louis schrijft dat ze onderdeel uitmaken van een zwakke cultuur en economie, die voorbestemd is om opgeslokt te worden door uniformiteit, globalisering en integratie.

In hoeverre hebben de Manouche van nu vaste verblijfplaatsen?
Dat is wel de kant die het opgaat, maar ze zijn er nog niet. Sommigen zijn gestopt met rondtrekken, hebben land gekocht en huizen gebouwd. Maar ik zou niet zeggen dat ze gesetteld zijn. Rondreizen is moeilijk geworden. Het is duur, en er zijn politieke maatregelen om het reizen te beperken. Veel Manouche trekken nog wel rond, maar alleen over kleine afstanden.

Heel weinig van hen hebben traditionele banen. De meesten zijn zelfstandig en zijn klusjesman, repareren auto's, werken in de bouw of zijn tuinman. Anderen verkopen linnen en bestek op markten. Veel Manouche doen aan seizoensarbeid. Dat hebben ze altijd gedaan.

Je hoort vaak het cliché dat reizigers niet openstaan voor vreemdelingen in hun kamp. Is dat waar?
Clichés hebben altijd een kern van waarheid. Als reizigers bekend staan om hun vijandige houding tegenover vreemdelingen, komt dat zeker door de vijandige manier waarop mensen hen eeuwenlang hebben benaderd. De gemeenschap is altijd gemarginaliseerd, omdat ze niet werden begrepen, en omdat ze zich niet wilden aanpassen aan de regels van de maatschappij. Die vijandige houding is ontstaan uit een soort angst voor het onbekende. Maar als de Manouche begrijpen wat je komt doen, en zien dat je hen graag wil leren kennen, zijn ze verre van vijandig. Ze hebben eigenlijk een heel gastvrije traditie.

Advertentie

Het verbaast me hoe weinig mensen over de Manouche weten. In een dorp in de Touraine sprak ik met mensen in een bar. De mensen daar vertelden me dat er driehonderd meter verderop een Manouchekamp was, dat er al jaren was. Maar in al die tijd hadden ze nooit de moeite genomen om er even naartoe te lopen om met ze te praten.

Hoe ziet het dagelijks leven van de jonge Manouche in Frankrijk eruit?
Louis zei een keer tegen me: "Het leven van een Manouche is als een dag die nooit voorbij gaat." Dat idee is belangrijk om de organisatie van het leven binnen de gemeenschap te begrijpen. Het is me meerdere keren overkomen dat ik met een paar jongens aan het praten was, en dat ik weg moest halverwege een discussie. Als ik dan weken later terugkwam, pikten ze het gesprek weer op alsof ik maar tien minuten weg was geweest. Die andere kijk op het begrip tijd is problematisch.

Een normale dag, als zoiets al bestaat, begint aan het eind van de ochtend. De gelovigen houden een evangelische bijeenkomst. Daarna lunchen ze, en dan gaan ze werken. Het einde van de dag is gereserveerd voor de familie. Ze besteden veel tijd aan het bereiden van de avondmaaltijd, en eten die gezamenlijk. De jongeren die nog niet getrouwd zijn brengen de avonden samen door, en gaan soms het kamp uit, naar de stad. Of ze gaan een stukje rijden, vrienden zien. De huidige generatie is daar veel vrijer in dan vorige generaties.

Advertentie

Zijn er ook 'reactionaire' jongeren, die juist heel erg vasthouden aan de tradities en de bijna vergeten taal, en die juist weer willen rondtrekken?
Verrassend genoeg hechten vooral de Manouche in stedelijke gebieden veel waarde aan hun identiteit. Ik moet denken aan twee neven, Scott en Skyper, die in een buitenwijk van Parijs wonen. Ze wonen er in een huis en spreken Frans met elkaar. Maar ze weten heel veel van hun afkomst. Ze kenden de jazzmuziek uit de Manouchetraditie en zijn geïnteresseerd in de taal. Ze hebben een goed leven, en hebben genoeg afstand van de gemeenschap om na te denken over assimilatie. Er staat een caravan voor hun huis, maar ze gaan nergens naartoe. Het is meer een soort relikwie.

Manouche Testimony door Benjamin Hoffman en Louis de Gouyon Matignon is uitgegeven door Éditions de Juillet.