ongeluk

Toen ik zes was reed mijn vader me een ravijn in

Ik vroeg mijn vader hoe je ermee omgaat als je je hele gezin per ongeluk van een Zwitserse klif rijdt.
auto
Foto's via de auteur

In de zomer van 2001 reden mijn vader, moeder, zus, de hond en ik met de auto een Zwitsers ravijn van 22 meter diep in. We vielen tussen de rotsen in het ijskoude water, maar gelukkig konden we onszelf bevrijden en weer naar boven klimmen. Wonder boven wonder raakte niemand gewond, maar mijn vader – die achter het stuur zat – heeft zich nog erg lang schuldig gevoeld en aan zichzelf getwijfeld of hij het ongeluk had kunnen voorkomen. Ik was benieuwd of hij zich nu eigenlijk nog steeds schuldig voelt, dus ik besloot het hem eens te vragen.

Advertentie

Elk jaar brachten we met de hele familie de zomer door in een vakantiehuisje in Italië. Op de terugweg reden we door Zwitserland en omdat er een enorme file voor de Gotthardtunnel stond, besloten we over de Gotthardpas te rijden. Bovenop de berg hebben we nog een sneeuwballengevecht gehouden. Maar op weg naar beneden kwam mijn vader erachter dat de remmen het niet deden. “Daarna ging het heel snel,” zegt hij. “We schoten tussen twee tegemoetkomende auto’s door, dwars door de vangrail heen en we vlogen 22 meter naar beneden het ravijn in. De val duurde ongeveer vijf seconden. Ik zag het water en de rotsblokken op me afkomen.”

We vielen met de neus van de auto naar beneden en belandden tussen de rotsblokken. Het water stroomde naar binnen en kwam tot onze middel in de auto te staan. “We moesten zo snel mogelijk iedereen uit de auto krijgen.”

De stroming van het water was sterk en we konden de deuren niet open krijgen. Mijn moeder heeft toen de ramen opengedraaid en is zo naar buiten geklommen, net als mijn vader. Een voor een heeft mijn moeder ons daarna uit de auto getrokken. Mijn oom had ons door de vangrail zien vliegen vanuit zijn achteruitkijkspiegel. “Hij zei tegen zijn vrouw en kinderen dat ze niet uit de auto mochten komen omdat hij niet wilde dat ze ons morsdood zouden zien.” Samen met omstanders heeft hij ons geholpen om weer naar boven te klimmen.

Auto in ravijn

De hele weg stond vol met omstanders, politie, brandweer, ambulances en mijn familie. Een dokter heeft ons gecheckt en het enige wat we hadden opgelopen van de klap waren blauwe plekken van de autogordels. Omdat niemand ernstig letsel had opgelopen, mochten we weer gaan.

Advertentie

Daarna moest mijn vader naar het politiebureau om verhoord te worden. “In mijn natte kleren ben ik drie uur lang verhoord door een Zwitserse man die ik nauwelijks kon verstaan. De agent vroeg hoe hard ik had gereden, waar we vandaan kwamen, en hij insinueerde dat ik misschien wel van mijn familie af wilde en daarom het ravijn in was gereden. Toen heb ik hem boos aangekeken en gezegd: ‘Oké zullen we nu stoppen?’”

Toen het proces-verbaal eindelijk was opgemaakt moest de ANWB gebeld worden voor vervangend vervoer. De auto is door de brandweer dezelfde middag nog uit het ravijn getakeld.

Deze is stuk

De eerste shock maakte al snel plaats voor enorme dankbaarheid dat we allemaal nog leefden. “Omdat we allemaal uitgeput waren van het ongeluk, hebben we overnacht in een hotel in de buurt.” Die nacht was behoorlijk onrustig voor iedereen. Mijn moeder had hele heftige nachtmerries en mijn vader begon die avond al aan zichzelf te twijfelen. “Ik vroeg mezelf af of ik niet iets anders had kunnen doen om het ongeluk te voorkomen. Ik liep elke handeling na en kon maar niet begrijpen hoe het was gekomen. Had ik een fout gemaakt? Kwam het allemaal door mij?”

de auto in het ravijn

De volgende ochtend zijn mijn vader en moeder naar de plek gegaan waar het ongeluk was gebeurd en hebben ze elkaar even stevig vastgehouden. “Het besef dat we bijna dood waren werd steeds groter toen we zagen hoe diep het ravijn was." Daarna vond mijn vader het wel weer tijd om te gaan. “De eerste kilometers na het ongeluk waren wel spannend, maar ik wilde niet bang zijn en gelijk weer door.”

Na twee dagen door Zwitserland en Duitsland rijden waren we weer thuis in Groningen. De eerste paar dagen ging mijn vader niet naar zijn werk, om bij te komen van de schrik. “Ik sliep slecht, was aan het piekeren en moest bovendien dingen regelen met de reisverzekering: een nieuwe auto, het hotel dat we hadden geboekt en de spullen die vernield waren door het ongeluk.” Mijn vader kreeg nog een rekening op de mat voor het vernielen van de vangrail. “Die heb ik nooit betaald. Ik dacht: rot op.”

Mijn vader nam even de tijd om weer tot rust te komen, maar werd telkens weer bij het ongeluk gebracht doordat mensen ernaar vroegen, dingen met de verzekering en zijn schuldgevoelens. “Ik heb ervoor gekozen geen slachtofferhulp te nemen. Dat vond ik niet nodig. Ik had mijn vrouw om erover te praten. Dat hebben we dan ook bijna dagelijks gedaan.” Maandenlang hield dat schuldgevoel aan, totdat hij het technische rapport kreeg. Het bleek dat de remvloeistof op was. “Er viel een last van mijn schouders, aangezien ik niet zelf het ongeluk had veroorzaakt. Maar aan de andere kant voelde ik me wel schuldig dat ik de remvloeistof niet had gecheckt.”

Het is nu achttien jaar geleden dat we het ravijn in zijn gedonderd. We zijn in de jaren daarna nog elke zomer naar Italië gegaan, maar wel via een andere route. Het schuldgevoel van mijn vader is weggeëbd en heeft plaatsgemaakt voor waardering voor het leven. “Ik maak me sinds het ongeluk niet meer druk om kleine dingetjes, want het kan allemaal zomaar voorbij zijn. En ik zorg er nu altijd voor dat de remvloeistof niet op is voordat we door de bergen rijden.”