vastlijmen klimaat activisme
Links: Stop Oil Now in de National Gallerij door Rich Telgate (finitedoc), rechts Jelle de Graaf in een fragment uit aflevering 44 van Jinek


klimaat

Je hand vastlijmen aan een talkshowtafel is misschien "cringe", maar broodnodig

“Belangrijke veranderingen worden afgedwongen door heel verstorende en ongemakkelijke acties. Mensen zeggen dan: waarom vertel je je verhaal niet gewoon? Maar het verhaal is al zo vaak verteld.”

Klimaatactivisten hebben de afgelopen tijd voor flink wat ophef en kramp in de vingers van amateur-opiniemakers gezorgd. Zo is er soep gegooid op het zonnebloemschilderij van Van Gogh, werd er cake gesmeerd op de Mona Lisa, een Monet werd bekogeld met aardappelpuree en donderdagmiddag werd Vermeers Meisje met de parel besmeurd met tomatensaus. Deze snel op elkaar volgende acties van groepen als Just Stop Oil zijn geen vendetta tegen oude meesters, maar bedoeld als statement: waarom zijn we wél verontwaardigd als kunst verdwijnt, maar niet als dat gebeurt met onze natuur? Ondanks uitblijven van permanente schade aan de schilderijen, lijken veel mensen het onacceptabel te vinden.

Advertentie

De meest opvallende actie in Nederland was (tot nu toe) misschien wel die van klimaatactivist Jelle de Graaf, die zich tijdens een live-uitzending van het praatprogramma Jinek aan de tafel vastlijmde. Want, zo zegt hij, terwijl we het op nationale televisie hebben over de Donald Duck, gaan mensen wereldwijd dood aan de klimaatcrisis.

De verstoring van het televisieprogramma is ongemakkelijk en moeilijk om naar te kijken. Als De Graaf op tafel kruipt en z’n handen insmeert met lijm, kijkt gastpresentator Beau van Erven Dorens alsof hij voor de zoveelste keer zijn vervelende puberzoon moet aanhoren over één of andere nieuwe app waar hij niets van begrijpt. Het ongemak wordt verdoezeld met geforceerde nuchterheid. “Ik kan je niet eens eens een glaasje water geven nu,” zegt Van Erven Dorens vermoeid. Hij concludeert dat het “geen sympathieke en beschaafde” actie is, onder andere omdat “de andere tafelgasten nu niet aan het woord kwamen”. De Graaf wordt uit de zaal verwijderd.

“De situatie is niet normaal, maar de media gaat gewoon door met business as usual. Die absurditeit heb ik geprobeerd zichtbaar te maken door het klimaatvraagstuk letterlijk op tafel te leggen.”

Sommige mensen vinden zo’n ontregelende klimaatactie geoorloofd, anderen vinden het juist aanstellerig of zelfs contraproductief. Online reageren mensen onder het fragment dat “De Graaf het gesprek ook op een normale manier had kunnen aangaan”, of dat de vorm van de actie zodanig verstorend zou zijn, dat de inhoud van het gesprek verloren gaat. Weer anderen noemen De Graaf een wappie, een kneus, de zoveelste klimaatdrammer of een linkse idioot. De vraag is dus: hoe effectief zijn zulke acties? Is het vervelende en ongemakkelijke gevoel dat zo’n actie oproept contraproductief voor de klimaatzaak, of juist niet? 

Advertentie

Broodnodig verstorend

De Graaf zelf ziet zijn actie in ieder geval als broodnodig. “We zitten in een klimaatcrisis, waarbij over de hele wereld slachtoffers vallen. In Pakistan zijn miljoenen mensen getroffen door overstromingen, in Nigeria zijn meer dan een miljoen mensen door overstromingen ontheemd, in de Hoorn van Afrika is er honger door de gigantische droogte. En dat is nog maar een voorbode voor wat ons te wachten staat,” vertelt hij aan VICE. “De situatie is niet normaal. Maar in die situatie die totaal absurd en niet normaal is, gaat de media gewoon door met business as usual. Die absurditeit heb ik geprobeerd zichtbaar te maken door het klimaatvraagstuk letterlijk op tafel te leggen. De actie was bedoeld als ontregelend en ongemakkelijk. Je hebt mensen die negatief reageren en mensen die positief reageren, maar het dwingt iedereen om een standpunt in te nemen in het gesprek over klimaat.” 

Niels de Boer is klimaat-psycholoog en onderzoekt hoe mensen vanuit een sociaal-psychologische invalshoek gestimuleerd kunnen worden om zich in te zetten tegen klimaatverandering. Volgens hem is het typerend dat er vooral op klimaatacties met aversie wordt gereageerd. “Hoe Nederland als geheel reageert kan je niet echt zeggen, want er zijn veel verschillende mensen met veel uiteenlopende meningen,” vertelt hij aan VICE. “Maar toen de boeren met hun tractoren de snelweg blokkeerden, zag je wel dat daar in eerste instantie sympathie voor was. Maar die sympathie lijkt er niet te zijn als Extinction Rebellion een weg blokkeert in Amsterdam.”

Advertentie

Confrontatie en aanstellerig gedrag

Volgens De Boer zijn er verschillende oorzaken van die aversie. Zo zou die initiële irritatie en fixatie op de vorm van de actie een coping mechanisme kunnen zijn, omdat we ons schuldig voelen. “Wanneer mensen bijvoorbeeld een vliegtuig nemen, weten ze inmiddels dat dit eigenlijk niet goed is. Ze zijn zich bewust van het probleem, maar gedragen zich er niet naar. Dat is cognitieve dissonantie,” vertelt De Boer. “En die spanning irriteert, het geeft een onprettig gevoel. Om hiermee om te gaan kun je dan redenen bedenken om je eigen verkeerde gedrag goed te praten. Dat het toch weinig uitmaakt als jij die ene vliegreis niet maakt, bijvoorbeeld.”

“Datzelfde principe zag je in de reactie op wat er gebeurde bij Jinek,” gaat De Boer verder. “Mensen vinden het aanstellerig gedrag, want het confronteert ons met problematiek waar we deel van uitmaken. Het maakt ons bewust van dat probleem, en dat roept een spanning op die tot weerstand kan leiden. Mensen willen uiteindelijk het liefst hun kop in het zand kunnen steken.”

Toch is die spanning volgens De Boer belangrijk. “Het is mooi als erkend wordt dat het moeilijk is om met een klimaatcrisis om te gaan, maar dat je wel op je eigen manier kleine stappen kunt ondernemen. Daardoor ga je je beter voelen, heeft onderzoek uitgewezen. Kleine dingen doen voor het klimaat leidt tot zingeving, het geeft een goed gevoel. Dat is het positieve aspect van mensen die in actie komen.” 

Advertentie

Klimaatverandering wordt door velen nog steeds als een politiek beladen onderwerp gezien, in plaats van een ramp die iedereen aangaat, zegt De Boer. Ook daardoor wordt er soms bij voorbaat al negatief op het onderwerp gereageerd. “De hele klimaatdiscussie is in 2006 aangezwengeld door voormalig vice-president Al Gore met zijn docu An Inconvenient Truth, waarin gezegd wordt dat het wetenschappelijk bewezen is dat klimaatopwarming veroorzaakt wordt door menselijk handelen,” verklaart De Boer. “Die boodschap kwam van wetenschappers, maar dus ook van politici. Sommigen distantiëerden zich hiervan, mede doordat ze die politici wantrouwden.”

Klimaatspagaat

Het probleem is niet dat er een gebrek aan bewustzijn over de klimaatcrisis is. Tachtig procent van de Nederlandse jongvolwassenen maakt zich er wel degelijk zorgen over, blijkt uit onderzoek. Het probleem is dat het ons maar niet lukt om voor daadwerkelijke verandering te zorgen. En de tijd dringt. Door de stikstofcrisis heeft één op de vijf Nederlandse kinderen astma. Tegelijkertijd opende in 2020 de nationale klimaatdag, georganiseerd door het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, met een gesprek met de directeur van Shell Nederland. De directeur van Shell International noemt de minister-president van Nederland “een persoonlijke vriend”. De fossiele industrie krijgt meer subsidies dan dat er geld gaat naar internationaal klimaatbeleid. Ondanks het feit dat iedereen op basaal niveau lijkt te snappen dat het helemaal niet goed gaat en de wetenschap pijnlijk duidelijk is, gebeurt er vrijwel niets om het tij te keren. 

“Zo’n actie kan erg polariserend overkomen en wekt vaak flink wat weerstand op. Maar in de praktijk wordt er juist een pad gecreëerd voor de gematigde stem binnen het klimaatdebat.”

Advertentie

“Vooral hier in het westen hebben we het gevoel dat de crisis ons als individu niet raakt,” vult De Boer aan. Hij noemt het ‘de klimaatspagaat’: het verschil tussen bewust zijn en daadwerkelijk in actie komen. “Mensen moeten doorhebben dat de crisis wél over hen gaat. Als CO2 zwart zou zijn in plaats van onzichtbaar, zodat we het zouden zien toenemen, zouden we waarschijnlijk wel in actie komen. Maar nu worden we eigenlijk niet rechtstreeks geconfronteerd met het probleem.”

De Boer is het eens met De Graaf dat confronterende acties als het vastlijmen aan een talkshowtafel hierbij van groot belang zijn. Maar geldt dat ook als dat betekent dat er een groep redelijk klimaatbewuste mensen wordt afgeschrikt, omdat ze zo'n actie te heftig vinden? “Jazeker. Zo’n actie kan erg polariserend overkomen en wekt vaak flink wat weerstand op – mensen vinden het ‘niet sympathiek’ of zeggen dat dit soort acties er juist voor zorgt dat de klimaatbeweging steun verliest. Maar in de praktijk wordt er juist een pad gecreëerd voor de gematigde stem binnen het klimaatdebat. Mensen vinden de soepgooiers of de man die op tafel gaat zitten even heel vervelend, maar ze krijgen wel meer sympathie voor de meer gematigde geluiden van klimaatactivisten,” zegt hij.

De Graaf beaamt dit. “In de jaren zestig, tachtig, negentig zijn alle belangrijke veranderingen afgedwongen door heel verstorende, vervelende en ongemakkelijke acties. En bij al die acties gaat het vaak eerst over de vorm en niet over de inhoud. Mensen zeggen dan: waarom vertel je je verhaal niet gewoon? Maar het verhaal is al zo vaak verteld,” zegt De Graaf. “Bijna iedereen is het erover eens dat er een probleem is. Maar de reden dat er niets gebeurt, is omdat er niet afdoende maatschappelijke druk gelegd wordt op de partijen die belangen hebben bij de fossiele industrie. Marsen, petities, opiniestukken, het helpt allemaal. Maar ook verstorende acties zijn altijd nodig geweest om verandering af te dwingen.”

“Bij Op1 zat klimaatactivist Rozemarijn van ’t Einde. Ze heeft een kraakhelder, inhoudelijk betoog gegeven. Ze kwam beter uit haar woorden dan ik, maar daar schrijft niemand over.”

Daarbij zorgen ontregelende acties ervoor dat het klimaat  op de agenda blijft staan. Ook dit stuk was er niet gekomen als er geen vreselijk ongemakkelijke aflevering van Jinek was geweest. “Zonder de soep-actie in The National Gallery in Londen had ik nooit aan die tafel gezeten,” zegt De Graaf. “En als ik mezelf niet had vastgelijmd aan die tafel, dan had ik hier nooit met jou hierover gehad. Bij Op1 zat klimaatactivist Rozemarijn van ’t Einde. Ze heeft een kraakhelder, inhoudelijk betoog gegeven. Ze kwam beter uit haar woorden dan ik, maar daar schrijft niemand over.” 

Uiteindelijk komt het volgens De Boer allemaal neer op heldere en repetitieve communicatie – iets wat de reeks aan lijm-en soepacties lijkt te bewerkstelligen. “Als je iets wil overbrengen is een simpele boodschap en een emotioneel verhaal belangrijk. En dat verhaal moet je blijven herhalen. Hoe vaker je geconfronteerd wordt met bepaalde informatie, des te meer het blijft hangen. Daar is ook het hele marketingprincipe op gebaseerd,” zegt hij. “Voor een heel groot deel zijn we als mens niet zo rationeel als we denken. Emotionele verhalen slaan bij ons aan. Doordat die man op tafel is gaan zitten, zijn we wel met z’n allen aan het discussiëren. Dat is de winst van het verhaal. Het klimaat wordt weer geagendeerd.”

“Door dit soort acties worden mensen gedwongen om een kant te kiezen,” concludeert De Graaf. “Wat je ziet is dat de klimaatbeweging deze actie omarmt en steunt, maar dat veel mensen in het midden zich nu ook veel meer gaan uitspreken. Aan de andere kant van het spectrum laten mensen zich juist kennen, ze laten zien dat ze niet aan de kant van de verandering staan. Als je geen zichtbare actie onderneemt, komt er nooit verandering.”